Daarom ook stellen wij er eer 
in, hetzij thuis zijnd, hetzij 
buitenshuis, welgevallig voor 
Hem te zijn. 
         2 Korinthiërs 5:9
Hem welgevallig zijn; tot eer 
van Christus Jezus te leven.
Nu al zo volledig mogelijk tot
Zijn eer te zijn, te leven op 
onze Vader gericht, de leden
van ons lichaam in Zijn dienst
stellen. In afhankelijkheid, in
verdrukkingen, onzekerheid, 
benauwdheden; Hij is nabij. 
Waar wij ook zijn, nu nog in
ons oude aarde(werke)n ‘vat’;
straks thuis bij de Heer; Vader, 
mag ik U welgevallig zijn, nu 
en morgen, Hem navolgend.
 
						
