Maar evenals jullie in alles 
overvloeien – in geloof en 
woord en kennis en alle 
ijver en de liefde uit jullie 
in ons – zo ook, opdat 
jullie ook in deze genade 
overvloeien.
    2 Korinthiërs 8:7
Paulus was verheugd over
wat hij van Titus hoorde.
Onder de Korinthiërs was
veel gebeurd; zij hadden 
de grote genade van God in 
waarheid leren kennen. 
Zo was daar: overvloeiend
geloof en dus klonk het 
woord in overvloed onder
hen. Daardoor nam kennis
(van het hart) toe; God gaf
groei. Dat uitte zich ook in
toenemende activiteiten,
men ijverde in al wat in de
omgang met elkaar nodig 
was. Maar ook voor Paulus
en de medewerkers; hun 
liefdeblijken gingen uit en
er was zonder twijfel een
voortdurend gebed voor 
de bijzondere bediening 
van de apostel. 
			 
		 
	 
	
		
		
			
			
				
Het dienstmeisje met een python geest
en Paulus en Silas komen onterecht in
de gevangenis, de binnenste kerker.
Naluisteren: deel A en deel B
			 
		 
	 
	
		
		
			
			
				
zodat wij Titus aangesproken 
hebben, opdat, zoals hij 
tevoren ondernomen heeft, 
hij zo ook onder jullie ook 
deze genade voltooit.
    2 Korinthiërs 8:6
De Macedoniërs waren een 
goed voorbeeld van genade.
Zij hadden alle geestelijke 
zegen in Christus ontvangen,
om niet. Daarom gaven zij 
aan Paulus zoveel mee als 
maar kon – om niet. 
Zij deelden niet mee uit hun
overvloed, maar uit armoede.
Daarom was het veel. Dat is 
wat Paulus bewogen maakte
over de Macedoniërs, die zo
de genade van God dieper
hadden verstaan.
Dat hadden de Korinthiërs als
voorbeeld; Titus kwam bij ze
vandaan maar zou ook weer
terugkeren naar hen zodat 
ook zij een bijdrage konden 
leveren, in Gods genade
			 
		 
	 
	
		
		
			
			
				
zodat wij Titus aangesproken 
hebben, opdat, zoals hij 
tevoren ondernomen heeft, 
hij zo ook onder jullie ook 
deze genade voltooit.
    2 Korinthiërs 8:6
Het contrast is groot: de
Macedoniërs waren arm als
het om materie ging. 
De Korinthiërs waren juist 
rijk in dat opzicht. Mogelijk 
een indicatie dat arm zijn in
de regel ervoor zorgt, dat de
gelovige zich veel bewuster 
is van de rijkdom in Christus 
Jezus. Niet zelden is dat nog
steeds in de praktijk te zien.
Daaruit is opnieuw duidelijk,
dat materiële welvaart snel
af kan leiden van geestelijke 
rijkdom. 
In Macedonië lagen steden 
als Filippi en Thessalonika; 
uit de brieven aan hen blijkt 
dat zij bijzonder op de Heer
gericht waren. Voorbeeld 
voor ons!
			 
		 
	 
	
		
		
			
			
				
en niet zoals wij 
verwachtten, maar zij 
hebben zichzelf gegeven, 
eerst aan de Heer, 
en aan ons 
door de wil van God
     2 Korinthiërs 8:5
De onverwacht grote gaven
en vooral: het contact met
de Macedoniërs; enorm 
bemoedigend voor Paulus.
Door woordverkondiging 
werkte de heilige geest in
de harten en dat bracht in
die provincie veel teweeg.
De gelovigen gaven zich 
helemaal aan de Heer over.
Dat gaf een diepe geestelijke
band; de eenheid van Gods 
geest werd beleefd. 
Zij accepteerden Paulus en
medewerkers als door God
gestuurd. 
En dit alles gebeurde, en dat
geeft het juiste zicht erop: 
door de wil van God. 
			 
		 
	 
	
		 
		
	 
	 
	
		
			
									
						Copyright © All rights reserved.