Wat geldt in deze tijd van genade?
Waterdoop? Geestesdoop? Allebei?
Onderstaande PDF’s geven beknopt
aan hoe de doop in de Schrift naar
voren komt. Klik op PDF om het
betreffende onderwerp te lezen.
PDF 1 – doop voor/tijdens het oude verbond
PDF 2 – doop en koninkrijk
PDF 3 – doop in Handelingen
PDF 4 – doop in voorbereidende brieven
van Paulus
PDF 5 – doop in volkomenheidsbrieven
van Paulus
Woord vandaag
Waargenomen hebbend dan
de vrees van de Heer,
overtuigen wij mensen
2 Korinthiërs 5:11a
De verzen 10 en 11 staan in
verband met het fijne thuis
bij de Heer (vs. 1-9), én het
heerlijke, dat Eén voor allen
in liefde stierf (vs. 12-15).
De bèma is genade, want de
Heer neemt daar alles weg
wat slecht was. Maar ook de
gevolgen van wat verkeerd
gedaan werd door ons.
Dan zal al wat kan hinderen
in onze bediening te midden
van de hemelsen uit de weg
geruimd worden.
Geen reden voor angst, wel
vrees: diepe eerbied, ontzag
naar Hem, onze Heer, toe.
Paulus en zijn medewerkers
overtuigden de mensen; door
wat gesproken, gedaan werd.
God, in genade, combineert
bijbelse vrees met Zijn liefde.
Zonder liefde wordt vrees vol
angst en hopeloosheid.
Zonder vrees is Gods liefde
zwak en ineffectief.
Als liefde en vrees van de Heer
hand in hand gaan, kun je Hem
waardig wandelen.
Woord vandaag
opdat elk zou terugontvangen
wat door het lichaam was,
naar wat hij bedreven heeft,
hetzij goed hetzij slecht
2 Korinthiërs 5:10b
Wij zijn in genade geroepen;
God ziet ons te allen tijde in
Christus. Ook bij de bèma.
In ons heerlijkheidslichaam
kunnen wij het beoordelende
licht van de Heer doorstaan.
Wat wij bedreven hebben in
ons oude, aardse lichaam zal
dan aan de orde komen. Wij
zullen dan rekenschap geven
van onze gedragingen als de
gelovigen van het lichaam
van Christus.
Wij zullen terugontvangen,
wat goed en slecht was. Zo
zal Christus Jezus ons daar
in Zijn licht beoordelen.
Woord vandaag
opdat elk zou terugontvangen
wat door het lichaam was,
naar wat hij bedreven heeft,
hetzij goed hetzij slecht
2 Korinthiërs 5:10b
Dit is waarom wij allen bij de
bèma (erepodium) van de
Christus openbaar gemaakt
moeten worden.
Het gaat dan om onderling.
De leden van het lichaam van
Christus leven een zekere tijd
met elkaar, en dan gebeuren
er goede en slechte dingen.
Verdeeldheid; het was tijdens
Paulus’ leven al merkbaar,
Korinthe was een voorbeeld.
Groepsvorming leidt ook tot
duidelijkheid: de beproefden
worden openbaar.
Daarna zijn talloze gevechten
in het lichaam van Christus
uitgevochten; zowel voor als
achter de schermen.
Dat laatste komt mogelijk wel
het vaakst voor. Dat leidde erg
vaak tot blijvende onenigheid.
Wat niet op aarde rechtgelegd
kon worden, zal bij de bèma
door de Heer gebeuren.