Daarom, zoals de heilige geest
zegt: “Heden, ingeval jullie Zijn
stem zouden horen,
Zouden jullie niet jullie harten
verharden als in de verbittering,
In de dag van de aanvechting in
de woestijn.”
Hebreeën 3:7,8
Dit verwijst naar Rafidim, te
lezen in Exodus 17, waar het
volk geen water had. Het wa
een aanvechting, beproeving.
Hun hart verhardde; er was
ongeloof, het vertrouwen in
Mozes brokkelde snel af.
Zo ontstond het tegenspreken
tegen Mozes, het mopperen.
Zij wilden hem bijna stenigen.
Jahweh voorzag in water uit
de rots Horeb. Mozes moest
de rots slaan met de staf die
eerder gebruikt was om de
rivier de Nijl te slaan.
Zo gebeurde het, dat hij de
rots sloeg. Dat was typerend,
want Hij, Die met hen optrok
was de Christus (1Kor.10:4).
Zo werd het ongeloof van het
volk beschaamd; Jahweh Jireh
voorzag!