Woord vandaag

‘We hebben toch in de Bijbelstudies gezien wat de dimensies van het geheime-
nis van Efeziërs zijn?’

Het is alomvattend. We kunnen nauwelijks bevatten, hoe groots die dimensies
zijn. De apostel schrijft in Efeziërs 3 ook over de allesoverstijgende liefde van de
Christus. Alle kennis (hartekennis!) is heel goed, de liefde van Christus gaat daar
bovenuit. Die liefde van God door Christus Jezus, daar zal de ekklesia veel van
tonen aan de hemelse machten en krachten, de hemelingen. Zijn genade en mild-
heid zijn uitingen van Zijn diepe liefde. Deze genade-bediening van de ekklesia was
al vóór eonische tijden aan die ekklesia die Zijn lichaam is voorbehouden!

‘Machtig, wat een enorme reikwijdte van Gods handelen spreekt door de brieven
van Paulus!’

Ja, geweldig. We zijn er diep van onder de indruk. Het geeft je zo’n totaal andere
kijk, ander uitzicht over de tijden, de geschiedenis en de toekomst. Een compleet
nieuw gezichtspunt en uitzicht, als je deze dimensies gaat zien. Bevatten kun je
het nauwelijks, daarom is er het gebed, dat wij uitermate sterk zullen zijn om deze
dingen te kunnen bevatten. Dan ben je echt voorbij de puur verstandelijke kennis,
dan gaat het om je hart, dat iets gaat beseffen van de liefde van de Christus.

‘Dat is ook de volkomenheid, toch? Deze brieven van gevangenschap laten toch
de diepste diepte van Gods liefde en genade zien?’

Ja, en daarom komen zo weinig gelovigen helaas niet toe aan het echt in zich op-
nemen van deze waarheden. Dat heeft te maken met vlees en geest. Daar waar
gelovigen op een bepaald punt blijven steken, heeft het te maken met hun hart,
hun instelling. Paulus kon aan de Korintiërs niet de verborgen wijsheid van God
bekendmaken zoals hij dat wel in Efeziërs en Kolossenzen doet. Zij waren nog
vleselijk en bleven steken in het overdenken en bezig zijn met allerlei aardse
dingen. Daardoor konden zij niet verder komen. Laten wij van hun voorbeeld
leren en ons niet meer dan nodig bekommeren om aardse dingen en ons richten
op dat wat boven is, waar Christus is, zittend aan de rechterhand van God! 

Woord vandaag

‘Er is veel om naar uit te kijken, ook vandaag is een dag die ons dichterbij
brengt. Wat een verwachting!’

We leven door geloof. Dat is hetzelfde principe als waar een Abram door
leefde. Hij verwachtte de stad met fundamenten, het nieuwe Jeruzalem.
Hij woonde in tenten en ging op weg op grond van het woord van God, de
beloften die Hij ontvangen had. Hij ging zonder eerst te weten waar hij zou
komen. In Kanaän ontmoette hij Kanaänieten, niet eenvoudig allemaal.
Toch bleef hij met verwachting in geloof uitzien naar de vervulling van de
beloften die God gegeven had. Zo leven ook wij. Misschien zijn we al oud
geworden en zullen we niet bij leven de bazuin horen. Maar we zullen die
horen, ook al zijn we gestorven!

‘Tot die tijd zijn we ons bewust bij dat unieke lichaam van Christus te horen
dat Hij uitroept in de tijd.’

Christus Jezus roept. Hij riep Saulus op weg naar Damascus. Hij riep ver-
volgens allerlei mensen uit alle volkeren tot dat wereldwijde lichaam van
Christus. In Paulus’ dagen waren er ook, die stonden in de lijn van het aardse
koninkrijk en die oren kregen naar wat Paulus te zeggen had. In verhouding
enkelen misschien, maar ze waren er, uit de Besnijdenis. Voor veel christe-
nen is het bijna onmogelijk wijs te worden uit het boek Handelingen, omdat
er destijds verschillende ekklesia’s waren.

‘Er waren nog verschillende roepingen naast elkaar?’

Toen wel, dat kon niet anders, omdat er een begin kwam van de roeping van
het lichaam van Christus. Op dat moment was er alleen de ekklesia die het
aardse koninkrijk verwachtte en ook zou binnengaan. Leider daarvan was Pe-
trus, terwijl later Jakobus, de broer van de Heer, op de voorgrond kwam.
Sommigen van die ekklesia kregen oren naar wat Paulus predikte en zij wer-
den toegevoegd aan het lichaam van Christus. De anderen stierven op een
gegeven moment en zullen in de toekomst deel hebben aan het aardse ko-
ninkrijk van de hemelen. Die ekklesia stierf uit in de loop van de tijd, maar zal
er weer zijn als het koninkrijk op aarde gaat aanbreken, te zien in onder meer
de zeven ekklesia’s die in Openbaring 2 en 3 genoemd worden.

‘En intussen het beheer van het geheimenis waarin het lichaam van Christus
geroepen wordt?’

Paulus was geroepen, onder andere om dit beheer bekend te maken. Allen te
verlichten over deze dingen (Efeziërs 3:8-11) en Gods plan van eonen.
Die unieke bediening was aan hem en niet aan de twaalf voorbehouden. Pro-
bleem is, dat deze unieke bediening niet erkend wordt door veel christenen en
gelovigen. Men ziet het alles als één en dat er niet verschillende ekklesia’s wa-
ren in de Handelingentijd. Als we onderscheidend lezen, dan ontdekken we
de bijzondere plaats die Paulus inneemt en gaan we ook gaandeweg ontdek-
ken, wat de dimensies van het geheimenis van Efeziërs zijn!

Woord vandaag

‘Zeg, dat de gelovige als hij sterft direct naar de hemel gaat en bij de Heer
is, dat geloven toch veel christenen?’

Dat is helaas zo, ja. De vertalers hebben die indruk gewekt uit de manier
waarop zij diverse gedeelten hebben vertaald. Het is een treurig feit, dat
mede daardoor hele volksstammen christenen geloven dat je door sterven
naar de Heer gaat. Dat is echter volkomen naast de waarheid. Wat de Schrift
aangeeft, is dat de gelovige nu geestelijk gezien al in de hemel is gezet. En
straks zal de gelovige daar ook lijfelijk zijn. De enige fase waarin de gelovige
op zeker niet in de hemel zal zijn, is als hij dood is.

‘Ja we hebben met elkaar duidelijk gezien dat dood gewoon dood is vol-
gens de Schrift, geen andere vorm van leven.’

Wat de Schrift aangeeft, is dat wij door opstanding en levendmaking naar
de Heer gaan bij de bazuin van God, geen minuut eerder. De gestorvenen
in Christus zullen eerst opgewekt worden en daarna zullen wij de levenden
die achter bleven tot de aanwezigheid van de Heer veranderd worden en
samen met hen tegelijk weggerukt worden, tot een ontmoeting met de
Heer in de lucht. Dan pas zullen wij bij de Heer zijn. Velen zullen nu denken
aan de tekst uit Filippenzen 1:22,23 waarin staat: ontbonden te worden en
met Christus te zijn, dat is verreweg het beste.

‘Die tekst wordt je nogal eens voor de voeten gegooid als je zegt dat wij
pas bij Hem zullen zijn op de dag dat de bazuin van God gaat.’

In de tekst van Filippenzen legt men dan, dat ‘ontbonden worden’ op het
ontbindingsproces in het lichaam slaat als iemand overleden is. Dat is af-
gaan op de klank zonder onderzoek te doen naar wat er echt staat. De ma-
nier waarop dat vertaald is, bevestigt de vrij algemeen heersende opvatting,
dat men door sterven naar de Heer gaat. Daardoor is de vertaling gekleurd.
Het gaat echter om een keuze uit twee mogelijkheden, die door de apostel
besproken worden, in het vlees blijven of sterven. Hij wijst daarbij echter
naar een derde mogelijkheid: de oplossing, dat is bij Christus te zijn doordat
de bazuin van God klinkt!

 

Woord vandaag

‘Zullen mensen ooit het Efezegeheimenis kunnen verstaan als zij met
de huidige vertalingen bezig zijn?’

Dat lijkt bijna onmogelijk. Als je naar de bestaande vertalingen kijkt,
dan grijpen zij helaas op belangrijke momenten mis. De tegenwerker
is er wat dat betreft prima in geslaagd de waarheid te verduisteren.
Want met waarheid komt licht. De ekklesia zou zijn pilaar en funda-
ment van de waarheid. Dat is een belangrijk gegeven. Paulus schrijft
dat in 1 Timotheüs 3. Later, in zijn tweede brief schrijft hij aan zijn
geestelijk
 
kind dat de ekklesia een groot huis is geworden met vaten
(instrumen
ten) tot eer en tot oneer. Goud, zilver en hout.

‘De waarheid is dus vaak zelfs onder gelovigen en christenen ver te
zoeken?’

Nou, de waarheid is wel voorhanden en overal vind je brokjes waar-
heid terug. Als we het echter over de grote waarheid van Efeziërs heb-
ben, die is helaas nauwelijks te vinden. Of enkele sporen ervan. Om
iets te noemen: veel christenen geloven dat ze bij het sterven direct
naar de hemel gaan. Als je daarna vragen gaat stellen, weten zij niet
het antwoord. Maar ‘naar de hemel gaan’ moeten zij afleiden uit onder
andere Efeziërs. Als je zou vragen wat er precies met een gelovige ge-
beurt als die sterft, zou je de meest uiteenlopende antwoorden krij-
gen. Als je zou doorvragen zou men het echt niet meer weten.

‘Maar we lezen toch, dat wij nu al in de hemel gezet zijn in en met
Christus Jezus?’

Ja, wij hebben een plaats te midden van de hemelingen in Christus
Jezus, maar dat is onze geestelijke positie, terwijl wij hier met onze
voeten op de aarde staan en lopen. In de komende eonen zullen wij Gods
overstijgende rijkdom aan genade tentoon spreiden in de hemelen te
midden van de hemelingen. Dat is volledig onbekend in het christendom,
en de christenheid gaat er volledig aan voorbij. In hun gedachten is het
zwaaien met palmtakken, orgel spelen of eindeloos zingen. Niets van dat
alles! Het is veel geweldiger en doelmatiger wat wij in Zijn hand zullen zijn!

Woord vandaag

‘We zijn zeer bemoedigd, elke keer als we dat evangelie horen.’

Het evangelie, dat Paulus verkondigde, heeft een enorme reikwijdte.
Zeker nadat de gevangenschapsbrieven zijn geschreven, werd duide-
lijk wat de unieke bediening was, die Paulus had ontvangen. Hij sprak
als enige over de onnaspeurlijke rijkdom van de Christus als evangelie
te verkondigen
. Dat was een rijkdom die in de Hebreeuwse Schrift nog

niet bekend was gemaakt. Die was daarin niet na te speuren.

‘Zelfs de apostelen van de Besnijdenis spraken van de profeten die
zelfs hun eigen profetieën onderzochten.’

Zij onderzochten over wat in hun profetieën geschreven stond
over al het lijden dat op de Christus zou komen en de heerlijkheid
daarna. Zelfs (hemelse) boodschappers wilden graag kijken in dat
evangelie van de Besnijdenis. Laat staan dat zij iets konden ver-
moeden van wat het evangelie van Paulus zou inhouden. Een on-
gelooflijk, veel verder reikende heerlijkheid dan ooit aan al de pro-
feten en apostelen van de Besnijdenis was onthuld.

‘Velen vermoeden niet wat de alles overstijgende heerlijkheid van
God is, die in Paulus’ boodschap wordt onthuld.’

Het is zeker dat geen oog dat ooit had gezien, geen oor dat ooit
had gehoord en in geen mensenhart was dat opgeklommen. Maar
wij hebben de geest uit God ontvangen opdat wij zouden weten
wat ons door God in genade geschonken is.
De heerlijkheid was ook

voor Saulus te groot. Hij was er 3 dagen blind van, althans, hij werd
op de derde dag –als type van zijn eigen volk- weer ziende. Later
zou de Heer hem leiden in de volle waarheid, maar hij kon die toen
nog niet dragen en bevatten. Daarom bidt hij in Efeziërs, dat de
heiligen uitermate sterk zouden zijn om te bevatten wat de dimen-
sies van het Efezegeheimenis en de liefde van de Christus zijn!