Woord vandaag

‘We leven al in profetische tijden?’

We zien sommige aspecten. De Joodse staat in het land daar,
met als hoofdstad Jeruzalem. Ook de landen rondom zijn in
een opstelling, die directe vervulling van bijbelse profetie mo-
gelijk maakt. Deze zal echter op zich laten wachten zo lang de
gemeente nog op aarde is. Pas ná het snelle wegnemen door
de Heer van Zijn lichaam zal dat kunnen gebeuren.

‘De gemeente wordt ook nu nog gevormd.’

We leven nog steeds in de tijd, die door de Schrift het beheer
van het geheimenis
wordt genoemd (Efeziërs 3:9). In die pe-

riode wordt het lichaam van Christus geroepen. Kenmerk is,
dat overstromende genade regeert (Romeinen 5:20,21; Efe-
ziërs 3:2). Alle mensen worden uit alle volkeren geroepen,
rechtstreeks, zonder tussenkomst van Israël.

‘Duidelijk. En mooi geregeld.’

Het is Gods tijd, onze tijden zijn in Zijn hand. We weten iets
van het grote  plan van eonen. God laat dat over aan Zijn ge-
liefde Zoon, die is de grote Uitvoerder tijdens de eonen.
Nu is het nog steeds de tijd van Gods overstromende genade.

Het maakt groot verschil of je nu leeft of in de tijd van de
grote verdrukking, of in de 1000 jaar. In de tijd van genade
geroepen? Dan is redding zeker bij de bazuin van God, zon-
der voorwaarden!

Woord vandaag

‘Was weer boeiend, Openbaring.’

In feite onvoorstelbaar dat sommige uitleggers menen dat het
allemaal al gebeurd is in het verleden. En dat Openbaring niet
meer vervuld zal worden. Zulke uitleggers verwachten alleen

nog een jongste (of laatste) dag waarop Hij zal komen om te
oordelen de levenden en de doden. De 1000 jaren moet je in
die uitleg alleen maar symbolisch verstaan.

‘Dan poets je nogal wat weg.’

Ja de gebeurtenissen zoals we die gisteren besproken heb-
ben, zullen dan niet meer plaatsvinden. Dat is echter niet goed
houdbaar gebleken. Daardoor neem je het profetische woord
weg, dat bijvoorbeeld Babel nog herbouwd zou worden en dat
datzelfde Babel nog definitief verwoest zal worden. Inmiddels
is de stad Babel onder Saddam Hoessein herbouwd en wacht
nog op de rol die het moet gaan vervullen.

‘Dat is?’

Hoofdstad zijn van het antichristelijke wereldrijk, waarin de
verplichte aanbidding van het beest en beeld van het beest
zal plaatsvinden. Net als destijds onder Nebukadnezar het
grote beeld aanbeden moest worden, wat Daniël en zijn vrien-
den niet deden. Daarom werden ze in de grote oven gewor-
pen, waarin zij echter wonderlijk bewaard bleven, door Gods
hand!  

Openbaring studie 18 – 6:1-8


Op 30 maart 2016 kwam opnieuw Openbaring 6:1-8
aan de orde. De paarden met diverse kleuren staan
symbolisch voor de dingen die moeten gebeuren, moge-
lijk in de eerste helft van de 70e jaarweek van Daniel 9.
Dat blijkt uit de parallelle gedeeltes, onder meer Mat-
theus 24. Daarin markeert de Heer zelf het midden ervan
in vers 15: ‘wanneer jullie dan….’ Wat voor dat vers ge-
beurt, is terug te lezen in Openbaring, zegel 1-4.
Hier kunt u luisteren: deel A en deel B.

Woord vandaag

‘Wat moet je in deze tijd met al die onrust?’

Dat zal toenemen naarmate openbaring van de wetteloze
dichterbij komt. Wat tot nu toe weerhoudt, is het lichaam
van Christus. Pas wanneer dat weg is, zal de wetteloze zich
kunnen manifesteren. En zijn gang kunnen gaan. Daar spreekt
Paulus over in 2 Thessalonicenzen 2. Hij denkt dan sterk aan
de profeet Daniël. Daarover had hij het met die gemeente
gehad. Hij herinnert hen daaraan.

‘Paulus vond dat dus wel belangrijk.’

Het profetisch woord? Jazeker! Want hij citeert vaak uit de
profeet Jesaja. En hij mocht de bijzondere brief schrijven waar-
in de bazuin van God zo prominent genoemd wordt. Hij kende
de Tenach heel erg goed. En de Heer had Hem zelf onderricht
in de wildernis, en hem laten zien ‘wat in al de Schriften op
Hem betrekking had’.

‘Geweldig onderwijs moet hij gehad hebben.’

Hoogstwaarschijnlijk nog veel meer en dieper dan Hij met de
Emmaüsgangers had besproken. Bovendien verscheen de ver-
heerlijkte Heer
aan hem, in tegenstelling tot hoe Hij aan de

Emmaüsgangers en de discipelen Zich vertoonde. Dat is een
zeer duidelijke hint naar wat Paulus mocht onthullen. Het is
de boodschap van de verheerlijkte Christus aan hem, voor de
gemeente die Zijn lichaam is. 

Woord vandaag

‘Hij werd opgewekt, geweldige hoop geeft dat!’

Dat geeft het grote uitzicht, dat we in de brieven van Paulus
lezen. De hele schepping wacht op de onthulling van de zo-
nen van God. Wat een gebeuren moet dat zijn. Na al het lij-
den en zuchten van heel de schepping inclusief de gelovigen
komt het tot heerlijkheid. Dat komt voort uit het werk van
de Vader van de heerlijkheid, die niets aan toeval overlaat.

‘Het lijden en de verdrukkingen zijn niet voor niets.’

Zo keek Paulus er ook naar. Hij achtte zelfs wat hij mee-
maakte een lichte last van verdrukking van een korte tijd.
Dat kon hij zo zeggen, omdat hij zich bewust was van
het alles overstijgende eonische gewicht aan heerlijkheid.
In het zicht van de bijzondere roeping van de gelovigen
voor de komende twee tijdperken (eonen), kon hij het
zo zien.

‘Dat is een mooi uitzicht, daar heb je wat aan.’

Hij kon troostende woorden spreken, omdat hij zelf in zeer
moeilijke momenten (2 Corinthiërs 1:3-11) vertroost was.
Door de heilige geest, de trooster. Wat doet de heilige
geest dan? Je toespreken en aanspreken door het woord.
Dat waren voor de apostel bijzondere momenten, en daar-
om kon hij de medegelovigen ook vertroosten met dat
waarmee hij zelf bemoedigd was.

‘Genade en heerlijkheid voor ons.’

De bijzondere genade van God is, dat Hij het vermogen
geeft om in lijden en verdrukkingen daar onder te blijven.
Het zal niet boven je lippen komen, Hij zal met de beproe-
ving óók voor de uitstijging (letterlijk: uit-stapping) zor-
gen. Wanneer je onrecht aangedaan wordt, soms door
mede-gelovigen, kun je je biddend en dankend tot God
wenden, die tegen je zegt: Ik heb je lief; en het zal alleen
leiden tot: grotere heerlijkheid.