‘We zijn op weg naar heerlijkheid.’
Die ligt vast in God. Is niet afhankelijk van onze zwakke
handelingen. In 1 Johannes 2:2 getuigt hij als apostel
van de besnijdenis ervan, dat Jezus Christus de bescher-
ming is, tot zoenmiddel gesteld voor de hele wereld,
naast die voor Israël. Dit is de toekomst voor het volk en
de volkeren in de 1000 jaren.
‘Ja, en voor ons gaat het verder?’
Ja want Johannes gebruikt een ander begrip dan de
apostel Paulus. Johannes spreekt van hilasmos, dat
verwijst naar het Hebreeuwse kaphar (bescherming).
Daardoor waren de zonden bedekt, het volk genoot
bescherming voor een jaar wanneer de hogepriester
weer naar buiten was gekomen.
‘En Paulus spreekt van verandering?’
Die spreekt van katallasso en apokatallasso; verzoe-
ning en wederzijdse verzoening. Dat wijst naar de grote
verandering, die kwam door het werk van Christus. Die
kwam van boven naar beneden. Hij daalde af in deze
wereld en werd Mens. Om te kunnen sterven aan een
hout, voor iedereen nam Hij de zonde op Zich.
En zo droeg Hij dat weg op het hout. Van vóór de neer-
werping door Vader bepaald, tot grote heerlijkheid.