‘Werkelijk, God doet wat Hij wil.’
God is liefde. Hij heeft eenieder onuitsprekelijk lief.
We beseffen dat steeds, wanneer we Hem noemen als
God, de Plaatser. Als het gaat om grote koningen en
kleine, zouden we steeds het woord uit Spreuken 21:1
herinneren:
het hart van de koning is in de hand van IEUE als verde-
lingen van water, waar het Hem behaagt, leidt Hij het
‘Ja, zo gezien hebben ze niets te vertellen.’
Dat geldt niet alleen voor Nebukadnezar, zoals we ge-
zien hebben. Het geldt óók voor een Kores, die we in
Jesaja 45:1 onder meer tegenkomen. Hij geloofde niet,
maar werd wel een messias, een gezalfde, genoemd.
Opmerkelijk genoeg werd voor hem door IEUE de weg
gebaand, en moest hij dat doen wat God wilde.
‘De absolute godheid van God.’
In Jesaja 45:1,2 lezen we:
zo zegt IEUE Alueim (HEER God) tot Zijn gezalfde, tot
Kores, van wie Ik de rechterhand vat om de volkeren
voor zijn aangezicht neer te werpen; en Ik zal de lenden
van koningen ontbinden om voor zijn aangezicht
deuren te openen en de poorten zullen niet gesloten
worden (vers 1)
Hoewel koning Kores niet geloofde in de God van
Israël, werd de weg voor hem gereedgemaakt. Door
God zelf. Hier lezen we het soevereine handelen van
God, die doet wat Hem behaagt.