Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

2 maart 2017
‘Dat was heel wat gisteravond.’

Ook de actuele ontwikkelingen, het gaat snel,
op weg naar het einde van deze boze eon (Gala-
ten 1:4, eon = tijdperk). De druk op de gemeente
zal verder toenemen. Het ongeloof ook (1 Timo-
theüs 4:1). De mensen kennen geen waarheid
meer, of gaan ervan uit, dat hetgeen jij voelt wáár
is. Zo hoor je dat soms zeggen. En dat is heel
wisselend. Wat onveranderlijk waar is, is Gods
woord.

‘Dat ervaar ik ook zo.’

Het gaat niet alleen om ervaren, het is allereerst
een weten van het geloof. We lezen regelmatig:
wij weten nu. Dat is geen aanmatiging, maar het
ootmoedig in geloof volgen van het woord van
God. Dát is betrouwbaar en volgen we tot op de
letter, als het moet. Door daar dicht bij te blijven
kun je bewaard worden.

‘Eerst het feit, daarna eventueel gevoel?’

Ja. Voorop staan de feiten van Gods woord.
Deze zijn onveranderlijk. Het is een feit, dat:

God alles doet samenwerken tot het goede, voor
wie God liefhebben en in overeenstemming met
Zijn voornemen geroepenen zijn.
                                                    Romeinen 8:28

Wij overzien de hele weg niet, die Vader met elk
van ons gaat. Vader wel. We kunnen daarom vol-
komen vertrouwen op deze prachtige uitspraak
van Romeinen 8. We zijn er nog niet, we zijn nog
op weg. We zullen de volle waarheid hiervan er-
kennen wanneer we bij Hem zijn. Heer, mag dat
spoedig zijn!

Moeilijk gedeelte, dat Openbaring 8:10-9:11.
De derde, vierde en vijfde bazuin (= eerste wee)
komen naar voren. We keken naar de gevolgen
voor de schepping, de natuur, en de mensen.
Het is heel wat, de gerichten zijn Gods ‘vreemde’
werk (Jesaja 28:21). En ze duren kort, als je het
afzet tegen de 2000 jaar overstromende genade
waar we nu in leven. Wat zijn de ‘sprinkhanen’
die uit de afgrond komen? De mensen zullen het
in die tijd zien, meemaken. Wat een genade, dat
God het lichaam van Christus voor de komende
verontwaardiging wegneemt!
Luisteren kunt u hier: deel A en deel B.

1 maart 2017
‘Boeiend, vanavond weer Openbaring.’

Het wordt steeds ernstiger. We lezen in Openba-
ring 6 over de verbroken zegels met de gevolgen.
Nu komen bazuinen aan de orde, met grotere ge-
volgen. De verschijnselen worden ernstiger. Zo
zal het gaan nadat de ekklesia (gemeente) weg
van de aarde is.

‘Geen opwekkende gedeeltes.’

De hoofdstukken 8-10 van Openbaring laten zo-
geheten ‘apokalyptische beelden’ zien. Ernstige
gevolgen als de afgrond wordt geopend en door
Johannes dingen gezien worden, die hij nog
nooit zag. Dingen, die wij misschien kunnen dui-
den met de huidige kennis van huidige (oorlogs)-
wapens.

‘Er komt nog veel op de aarde af.’

Daarom lezen we ook regelmatig over ‘hen die
op de aarde wonen’. Daardoor wordt benadrukt,
dat het gaat om een unieke periode in de histo-
rie. De verontwaardiging van God wordt op di-
verse manieren getoond en komt uit de hemel
op de aarde. Dat is nodig in verband met de
komst van de grote Koning: Christus, dé Gezalf-
de van God. Zijn komst zal het koninkrijk van
God doen doorbreken; daarom moet alle tegen-
stand weggedaan worden. Hij komt! Alles over-
winnend, dé Ruiter op het witte paard van
Openbaring 19!

28 februari 2017
‘Alles uit Hem, het is voor mij zeker.’

We kunnen niet om de samenvatting van Romei-
nen 11:36 heen:

want uit Hem en door Hem en ^nbtot Hem is het
al: Hem zij de heerlijkheid ^nbvoor de eonen! Amen!

Hier wijst de tekst op de Bron van alles: God zelf.
Hij is het, Die het al heeft geschapen. Dat schiep
Hij in de Zoon van Zijn liefde volgens Kolossen-
zen 1:15,16. En het al is ook door Hem, Hij
bewerkt de hele gang van zaken in Zijn plan.

‘Geen vrije wil voor de mens.’

Dat kan niet, God zelf is de Enige Die een vrije wil
heeft. Alle andere scheppingen moeten een ge-
drag (wetmatigheid) hebben, dat door de Schep-
per is ingegeven. Daaraan kunnen zij zich niet
onttrekken. Gaat het om geestelijke scheppingen,
zoals hemelse boodschappers (‘engelen’), dan
zijn die aan bepaalde wetmatigheden gebonden.
Net als de mens.

‘Is heel logisch, zo lijkt het.’

Volgens de Bijbel heeft de mens geen vrije wil.
Voor de eigen ervaringen bestaat wel een eigen
wil. Maar wanneer je erover leest, ga je steeds
beter ontdekken dat God het is, Die alles bewerkt
in overeenstemming met de raad van Zijn wil.
Zijn bedoeling in alles kan door niets of niemand
tegengehouden worden.

27 februari 2017
‘Je eigen redding uitwerken.’

Gisteren was het citaat uit vers 13 en 14 van Fi-
lippenzen 2. En dat omgedraaid; het gaf dezelfde
teneur weer als de tekst. Die zegt in vers 12:

werkt je eigen redding met vrees en beven uit…

Is de aanmoediging die Paulus de geliefde Filip-
penzen geeft. Zij hadden gehoor gegeven aan
het goede nieuws, dat zo vol is van Gods genade.

‘Je redding is helemaal genade.’

Dat is helemaal Gods werk. God is Redder van al-
le mensen, inzonderheid van de gelovigen. Dat al-
le redding uit God is, staat duidelijk in de Schriften.
De gelovige in het lichaam van Christus ontvangt
kracht uit God om de redding vervolgens te kun-
nen leven. Ook dat is genade. De mens kan nooit
eigen prestatie in rekening brengen.

‘Als dat goed duidelijk is, kun je dit begrijpen.’

Paulus onderstreept de zekerheid, dat alles uit
God is, doordat hij –net als inhoofdstuk 1– God
als de alles bepalende naar voren brengt:

want God is het, Die in jullie zowel het willen als
het werken voor Zijn welbehagen bewerkt.

Niet alleen het werken, dat in vers 12 genoemd
is, maar óók het willen werkt God in de gelovige.
Als je dan vraagt: ‘is (n)iets van mijzelf?’, dan is
dit het antwoord.