Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

29 juli 2017
‘Gods genade overwint alles.’

In het leven van Saulus was dat het,
wat overwon. Het lijkt gemakkelijk,
maar dat is het niet. Gods genade is
een diamant met veel vlakken. Je had
nooit kunnen bedenken, dat het leven
van Saulus zo zou lopen. Wij zouden
hem veroordelen.

‘God niet.’

In plaats van veroordeling door de re-
ligieuze mens, betoont de God en Va-
der van onze Heer Jezus Christus hem
overstromende genade. Dat verheerlijkt
God, die liefde is. Het eert het enige dat
er echt toe doet: het werk van Christus.

‘Onze werken stellen echt niets voor?’

Klopt. Echt uitzicht op redding van allen
horen we in het evangelie van de gena-
de van God. Geen twijfel, geloof gewoon
de uitspraken van God. Je wordt er blij
van. En je zult dat de rest van je leven
blijven. Zo kun je leven en sterven.
Na de dood is God daar, en wekt je eruit
op. Op Zijn tijd: ‘…….. sta op!’

28 juli 2017
‘We zijn geliefd.’

Dat staat bovenaan. Hoe dan ook, Va-
der heeft lief. Hoe ‘mis’ het ging in het
leven van Saulus; al die tijd was Vaders
liefde erop uit, hem te overwinnen.
En dat ging ineens, na al dat zondigen
tegen de gemeente van God. Weer-
spannige hardnekkigheid kenmerkte
die Saulus.

‘Dat God juist hem riep.’

Hij was de ergste van de zondaren, zo
schreef hij aan Timotheüs. Erger dan
Judas, dus. Wel, als God hem overwel-
digde door één ontmoeting, dan zal la-
ter ook Judas overweldigd worden.
Zo’n moeilijke conclusie is dat niet. In
feite voor Gods almachtige liefde één
van de mooiste overwinningen.

‘Als God de ergsten redt….’

Dan redt Hij allen. Ook die gevolgtrek-
king is niet lastig. Eenvoudig te zien.
En als gezegd wordt dat de mens zich
eerst moet bekeren of tot geloof moet
komen, dan is de geschiedenis van de
grootste apostel de weerlegging. Sau-
lus zondigde heftig; Gods overstromen-
de genade was groter en sterker!

27 juli 2017
‘We kunnen geen kant op.’

Ja, en het geweldige is, dat we aan de
ene kant tezamen ingesloten waren
onder de zonde (en wet) en weerspan-
nigheid en later óók onder de barmhar-
tigheid van God. We kunnen daar niet
aan ontkomen, gelukkig niet. Uiteinde-
lijk in de handen van Vader zijn, dat is
het beste.

‘Ja wat heerlijk is dat.’

Wat we mogen weten (ook dat is gena-
de), is dat ná het gericht de ontferming
komt. Dat is zoiets geweldigs. Velen ho-
ren (helaas) niet anders dan het gericht
en daarna geen ontferming. Maar dat is
niet overeenkomstig de Schrift. God, en
dus de ontferming, is het laatste woord.

‘Ik ben er erg blij mee.’

‘Het is ook zo bijzonder. Wat ik niet had
kunnen vermoeden, blijkt volle werke-
lijkheid. God zal echt alles in allen zijn.
God is liefde, en dat zal sterker blijken te
zijn dan zelfs de dood. Leven uit God zal
het laatste woord hebben. O, dat nog ve-
len dat tijdens hun leven mogen besef-
fen. Dat is écht evangelie.

26 juli 2017
‘We hebben niets in te brengen.’

We hebben gezien, dat we in elk geval
onder de zonde ingesloten waren. Daar
was niet aan te ontkomen. Daarna le-
zen we, dat de wet een heerser is. Als
je –zoals Israël– daaronder ingesloten
was, bleek je onder dat juk een nog er-
gere zondaar te zijn.

‘Dat was met Israël ook zo.’

Het was heel erg, ze overtraden alle 10
woorden. Zo bleek, dat de mens over-
treder is. Maar het wordt nog erger.
Niet alleen blijkt, dat de mens boven-
mate zondaar is, maar ook hardnekkig
en weerspannig. Een voortdurend ge-
spannen verzet tegen God.

‘Geldt dat elk mens?’

Volgens Paulus in Romeinen wel, we
lezen in het elfde hoofdstuk:

want God sluit allen tezamen in onder
de weerspannigheid, opdat Hij over al-
len barmhartig zal zijn
                                 Romeinen 11:32

Ook hier blijkt, dat God dat doet. Hij
sluit allen tezamen in onder de weer-
spannigheid. Daar viel en valt niet aan
te ontsnappen. Maar ook valt niet te
ontkomen aan Gods barmhartigheid!                     

25 juli 2017
‘Geweldig evangelie.’

Gods almacht en liefde gecombineerd,
dát is het. We hebben echt niets te ver-
tellen. Wanneer we het verwonderd be-
kijken, dan constateren we, dat iedere
ademhaling door God geschonken is.
Al onze haren, maar ook onze dagen zijn
geteld. Door God.

‘Tsja, dat is toch wat.’

We kijken eens naar de volgende tekst
in Galaten 3, vers 23. Daar staat:

voordat echter het geloof kwam, wer-
den wij onder de wet zeker bewaard,
tezamen ingesloten, voor het geloof,
dat op handen is onthuld te worden

Weer lezen we: tezamen ingesloten, net
als gisteren vers 22. Daar is het: onder
de zonde, en hier: onder de wet.

‘Voor wie gold dat dan?’

Dat gold voor het volk Israël en allen die
zich onder de wet stellen. Zij waren daar
onder ingesloten, en konden er niet aan
ontsnappen. Dat geldt ieder, die zich on-
der de wet stelt. Men komt dan onder de
heerschappij van de wet. En dan gaat de
wet heersen. Onverbiddelijk. Wat een ge-
luk, dat de gelovige onder Gods genade
leeft! Vader, dank U wel.