12 oktober 2017
‘Wat een toekomst hebben wij.’
Ja, het is heerlijkheid die je denken, je
vermoeden ver te boven gaat. Komen-
de eonen is onze roeping niet op aarde,
het is in de hemelen. Een hele andere
dimensie, ander deel van de schepping.
We zijn uiterst bevoorrecht met een ho-
gere positie dan Israël zelfs.
‘Kan ik me moeilijk voorstellen.’
Is ook lastig te bevatten. Het zuiver gees-
telijke karakter van deze tijd maakt het
voor de meesten lastig. Mensen zijn van-
uit zichzelf ziels-vleselijk. Paulus liep er
tegenaan bij de Korintiërs. Daarom luk-
te het daar niet de wijsheid van God,
van vóór de eonen, bekend te maken.
‘Die komt in Efeziërs naar voren?’
Ja, daarin begint het direct (1:3) met de
bekende woorden: geestelijke zegen en
dat te midden van de hemelingen en in
Christus. Drie onzichtbare aspecten, om
het zo te zeggen. Voor de aardse en op
de ziel en het vlees gerichte mens niet
te vatten. Voor de geestelijke mens ligt
dat echter anders.