Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

25 oktober 2017
‘God heeft ordening?’

De organisatie van het lichaam van de
Christus ligt volledig in handen van de
Heer zelf, die het Hoofd is.

Hij geeft gaven die vandaag de dag
nog functioneren in het lichaam: e-
vangelisten, herders, leraars, Efeziërs
4:12 staat: tot aanpassing van de hei-
ligen tot dienstwerk, tot opbouw van
het lichaam van Christus.

‘En de plaatselijke gemeente?’

Plaatselijke gemeentes hebben daar
profijt van. Ze hebben te maken met
het woord van God. De evangelist ver-
telt het evangelie van rechtvaardiging,
genade en verzoening. De leraar geeft
verdieping en onderricht tot opbouw
en volwassen worden van de leden.

‘En de herder?’

Zorgt dat de leden bij het juiste voed-
sel kunnen komen, met veel persoon-
lijke aandacht voor de gelovige. Voor
‘dagelijkse dingen’, en vooral de gees-
telijke gang van zaken komen lokaal
oudsten naar voren, volgens Paulus in
1 Timotheüs 3 en Titus 1. Dat is geen
wereldlijke bestuursstructuur, onder
gelovigen is ook dat anders.

24 oktober 2017
‘Paulus wijst wel de weg.’

In de brieven wordt een en ander dui-
delijk gemaakt. Het evangelie van de
voorhuid (onbesnedenen) onderscheidt
zich sterk van dat van de Besnijdenis.
Tijdens de Galatenstudies zijn we daar
intens, diepgaand mee bezig geweest.

‘Het roept tegenstand op.’

De weg van God bewandelen onder-
vindt altijd tegenwerking. Niet is de
strijd met bloed en vlees, maar de
geestelijke boosheden in de lucht
vuren pijlen af. We zijn gezegend in
Christus met louter geestelijke zegen
te midden van de hemelsen.

‘Daar is onze plaats.’

Dat is nu al het geval. Wanneer we
op ons lotdeel boven gaan staan, is
er direct tegenstand. De geestelijke
weerstand is groot. Door anderen
komt die op de weg van de gelovige.
Ook als het gaat om bijvoorbeeld or-
de in de lokale ekklesia.

23 oktober 2017
‘Best diepgaand, deze dingen.’

We leren van de apostel, die het zo
scherp kon zeggen. Ook over lastige
onderwerpen schreef hij uitvoerig.
Dat deed hij om de Korintiërs mee te
nemen en zelf te laten nadenken. Ze
zouden groeien, maar dat kan God al-
leen geven (1 Corinthiërs 3:6-8).

‘Ze roemden in mensen.’

En dus op vlees. Paulus schrijft:

want als iemand zegt: ik ben van
Paulus en een ander: ik van Apollos
zijn jullie dan niet vleselijk?
                              1 Corinthiërs 3:4

Dat waren heel wat Korintiërs. Men-
sen achterna lopen was aan de orde.
Ook daarin waren ze kind-achtig. De
gelovigen zouden die fase achter zich
laten.

‘Kennelijk was dat lastig voor ze.’

Paulus zegt daarom soms:

‘beoordelen jullie zelf wat ik zeg’

of: ‘weten jullie dan niet?’.

Op allerlei gebied hadden ze vragen; 
wat wel of niet mag bij: eten, drinken,
huwelijk, en ook: geestelijke gaven,
opstandingslichaam en dergelijke.
Paulus gaat daar zeer uitgebreid op
in om ze te doen groeien in geeste-
lijk besef, om daarin te leven.

22 oktober 2017
‘Je ziet lijnen in 1 Corinthiërs.’

Paulus schrijft door God geïnspireerd;
daardoor leren we zien met een gees-
telijk oog. Niet voor niets is woord van
het kruis het eerste dat klinkt. De Heer
Jezus zei in Johannes 6:63 :

de geest, die maakt levend; het vlees
baat tot niets; de uitspraken die Ik tot
jullie gesproken heb zijn geest en zijn
leven

‘Je ziet, dat het om de geest draait.’

Wat van de geest komt, is per definitie
hoger dan wat van het vlees komt. Het
vlees is het zichtbare, tastbare. Geest
is onzichtbaar en reikt verder dan het
vlees kan. Wat uit God is, is geestelijk,
en de woorden van God zijn dus bepa-
lend voor ons als we geestelijke men-
sen willen zijn, en dat willen we.

‘De geest van God is leidend.’

Ja, en het woord van God is leidend.
Nadat het (woord van) het kruis na-
drukkelijk aan de orde kwam, gaat het
om de verschillen. De vleselijke, zielse
en geestelijke gelovige. De geestelijke
mens wordt door niemand beoordeeld
terwijl die zelf alles kan beoordelen, in
besef van de wijsheid van God, die al
vóór de eonen was.

21 oktober 2017
‘De geestelijke mens.’

In 1 Corinthiërs 2:15 wordt deze voor
het eerst genoemd. Als we de eerste
hoofdstukken van deze boeiende brief
lezen, wordt de tegenstelling vlees en
geest duidelijk. Verdeeldheid was on-
der deze Korintiërs duidelijk aanwezig.
In 1:10-13 noemt de apostel dat.

‘Het woord van het kruis.’

Dat komt naar voren, en direct lezen
we, dat het kruis het vlees buiten wer-
king stelt. Het vlees heeft geen nut:

let namelijk op jullie roeping broeders,
niet veel wijzen naar het vlees..(1:26);

en het onaanzienlijke van de wereld
kiest God uit…opdat geen vlees zou
roemen voor God               (1:28,29)

‘In hoofdstuk 1 en 2 het kruis.’

We lezen in 2:2 :

want ik had mij voorgenomen niets
te weten onder jullie dan Jezus Chris-
tus en Die gekruisigd

Nadat kruis en kruisigen genoemd zijn
in 1:13,17,18,23; 2:2, worden de geest
en de kracht van God naar voren ge-
bracht in 1:18; 2:4,10,11,12,13,14.
Het kruisigen tezamen met Christus
maakt een einde aan het vlees, zodat
de mensen alleen door de kracht van
de geest van God kunnen leven.