Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

31 oktober 2017
‘Sola Scriptura?’

Absoluut. De tradities van mensen;
ze gaan er allemaal aan, de Schrift
zelf blijft. Het is Gods woord en niet
dat van mensen. Het is de waarheid
ver boven al het menselijk geneuzel.
Verademing: Zijn woord alleen.

‘Sola Fide.’

Absoluut. Het geloof van Jezus Chris-
tus is maatgevend. Daar draait het om,
ons geloof is zwak en wankel. Zijn ge-
loof was vast en keek vooruit. Tijdens
Zijn leven op aarde richtte Hij Zijn hart
en al Zijn vertrouwen op Vader, Die al-
leen bij machte was Hem te verlossen
uit de dood. Hij wekte Hem op de der-
de dag.

‘Sola Gratia.’

Absoluut. De genade van God is de e-
nige grond voor onze redding. God is
de Redder van alle mensen, wat een
geweldige boodschap is dat! We leven
in (het beheer van) de overstromende
genade van God. We zijn gerechtvaar-
digd om niet en in Zijn genade, door de
vrijkoping in Christus Jezus.

Alleen God alle eer!

30 oktober 2017
‘Letten op accenten.’

Dat is voor elke gelovige noodzaak.
Waar ligt het accent in prediking? Is
het alleen de Schrift? Draait het om
de mens of zijn God en Zijn Christus
centraal? De Korintiërs roemden op
vlees; de mens op een voetstuk.

‘Leerzaam ja, goed lezen.’

Alle brieven van de apostel zijn leer-
zaam en bouwen op. Het verschil in
vlees en geest is wellicht één van de
belangrijkste die we tegenkomen:

want onze roem is dit, het getuige-
nis van ons geweten, dat in heilig-
heid en oprechtheid van God, niet
in vleselijke wijsheid, maar in de ge-
nade van God, wij ons gedroegen
in de wereld, en meer overvloedig
ten opzichte van jullie
                          2 Corinthiërs 1:12

‘Accent op de genade van God.’

Opvallend genoeg zet de apostel in
dit vers vleselijke wijsheid tegeno-
ver de genade van God. Zo leren we
dat werkelijke wijsheid alles te ma-
ken heeft met één van de beginse-
len van de nieuwe schepping: de
genade van God.

29 oktober 2017
‘Wat zei Paulus ook nog?’

Dat de gemeente te Efeze het moeilijk
zou krijgen. Tegen de oudsten zei hij:

en dat in jullie eigen midden mannen
zullen opstaan, die verdraaide (dingen)
spreken om de discipelen weg te trek-
ken achter zich aan
                            Handelingen 20:30

Daar zouden de oudsten alert op zijn.
In elke plaatselijke ekklesia gebeurt
dit van tijd tot tijd.

‘Zij verdraaien het evangelie?’

Kennelijk wel, volgens het verslag dat
Lucas optekende, wel. Onder de gelo-
vigen gebeurt dat. De tegenwerker wil
graag de gelovigen wegtrekken van de
waarheid. Daarvoor laat hij mensen
spreken, die de waarheid versjacheren
en verkwanselen. Inruilen voor een an-
der evangelie terwijl er geen ander is.

‘Een wonderlijke mix ontstaat.’

Daarover is n.a.v. Galaten 2 in de be-
treffende studies uitvoerig gesproken.
Steeds kan aan de orde komen, dat
het accent verschuift van geestelijk in
de richting van vleselijk. Niet langer het
woord van God als hoogste en enige
standaard. De mens wil ook wat in-
brengen. Maar: alleen de Schrift geldt!

28 oktober 2017
‘In Handelingen ook oudsten.’

In Efeze waren oudsten. Dat zijn de ou-
deren in het geloof. Bij zijn aankomst
te Milete laat de apostel de oudsten uit
Efeze bij zich komen. In Handelingen 20
spreekt hij over de aanslagen van de
Joden (vers 19). Een bewijs van de te-
genwerking door geestelijke machten.

‘En wat zegt hij verder?’

Aan de oudsten/opzieners zegt hij de
indringende woorden, dat na zijn ver-
trek:

zware wolven bij jullie zullen binnen-
komen, die de kudde niet zullen sparen
(vers 29)

En dat lijkt wel een zich herhalend pro-
ces in de geschiedenis. Steeds werden
lokale gemeentes uit elkaar gedreven.

‘Door de tegenstander.’

Die zit altijd achter een uiteenvallen
van groepen gelovigen. Wij zouden dan
ook de eenheid van de geest bewaren
met de band van de vrede. Als er ver-
wijdering en uit elkaar drijven van ge-
lovigen plaatsvindt, is dat desintegra-
tie (Babel), een teken dat kwade mach-
ten bezig zijn.

27 oktober 2017
‘We zijn uiterst gezegend.’

Dat is zeker zo, we hebben die zegen,
geestelijk, in Christus. De locatie is:
te midden van de hemelingen. Dat is
de plaats nu en in de toekomende e-
onen. Zo leert Efeziërs dat. We doen
goed als we dat volgen en ons leven
daarop en daarnaar richten.

‘Dan ontstaat druk?’

De oudsten die voorstaan in een loka-
le gemeente, ekklesia, zouden dubbe-
le eer ontvangen volgens Paulus in
1 Timotheüs 5:17. Dan in het bijzon-
der degenen, die arbeid verrichten in
het woord en het onderricht. Die staan
onder druk van de geestelijke machten.

‘Kwaad lijden.’

De tegenwerker heeft een heel arse-
naal om de oudsten te treffen. Kwaad
gerucht verspreiden bijvoorbeeld. De
gelovigen zouden extra alert zijn wan-
neer over een oudste iets rondgaat.
Daar wijst 1 Timotheüs 5 op, ja. De te-
genstander mobiliseert zijn machten
nu om het lichaam van Christus zo
mogelijk hard te treffen.