‘Heel het verlossingsplan komt van God?’
Dat is zeker. We kunnen steeds aan de hand van de
Schrift teruggaan in de tijd. Wanneer we kijken naar
de hof (tuin) van weelde (Hebreeuws: Eden), dan ston-
den daar allerlei bomen. In Genesis 2:8 staat:
en IEUE (Ik ben) Alueim (God) plantte een tuin in Eden
in het oosten en daar plaatste Hij de mens die Hij ge-
formeerd had
‘Ja God was het, Die dat deed.’
Het zijn woorden, die een doelgericht handelen van
Vader uitdrukken. Dat deed Hij door de Zoon, Die in
heerlijkheid bij Vader was (Johannes 17:5):
Hij plantte, Hij plaatste, Hij formeerde. Dat moest zo,
helemaal in overeenstemming met Gods plan. En dat
geldt ook voor het vervolg.
‘Dat geldt ook voor de bomen daar?’
Ook die moesten daar staan. We lezen verder (2:9):
En IEUE Alueim (Ik ben God) deed allerlei bomen uit
de aardbodem spruiten, begeerlijk om te zien en goed
voor voedsel, en de boom van leven in het midden van
de tuin, en de boom van kennis van goed en kwaad
Ook hier lezen we het handelen van God, met een
specifiek doel. Wanneer Vader de mens niet had be-
doeld dat de mens zondigde, dan had Hij de boom van
kennis daar niet doen uitspruiten. Want het vers zegt,
dat IEUE Alueim deed uitspruiten. Híj was het, Die ver-
oorzaakte, dat deze boom van kennis daar groeide!