‘Het is eigenlijk ongelooflijk, dat zoiets als ‘…nedergedaald ter helle….’ wat
voor theologen en predikanten leidend is, niet in de Schrift staat!’
Het is traditie van mensen, en onderdeel van het systematische van de dwaling
waaronder mensen gevangen gehouden worden en het zicht op de Schrift op z’n
minst vertroebelt. Men blijft -voor een deel-  in duisternis, zodat zij niet  de heer-
lijkheid van God in het aangezicht van Christus Jezus kunnen zien. Paulus was
geroepen om die heerlijkheid bekend te maken. Dat werd hem in het algemeen
niet in dank afgenomen. Hij brak met zijn boodschap de tradities van mensen af.
‘Maar, de Heer Jezus liep daar toch ook al tegenaan?’
Jawel, lees vooral Johannes maar door, Hij komt daar na het doen van tekenen
steeds in botsing met de gevestigde geestelijk/religieuze orde van Zijn dagen.
Ook Paulus -die zelf eerst van die orde deel uitmaakte- botste daar tegenaan en
werd -net als de Heer zelf- met de dood bedreigd. Regelmatig kon Paulus ontko-
men aan de aanslagen van de Joden en uiteindelijk werd hij in hechtenis gen0-
men en afgevoerd naar Rome, omdat hij zich op de keizer beriep.
‘Zo trachtte men ook toen de waarheid in ongerechtigheid neer te halen en te
houden!’
Want stel je voor, dat blijkt dat heel het systeem niet blijkt te deugen. Dan moet
je je faillissement toegeven. Dan blijk je niet in de waarheid te hebben gestaan.
Dat woord van God verandert niet! Tradities van mensen blijken steeds weer een
bepaalde houdbaarheidsdatum te hebben, of nooit te hebben gehad. Dat geldt ook
voor door mensen gestelde regels, die verslijten door het gebruik en op zeker mo-
ment zijn ze….niets meer waard.
‘We zijn bijzonder bevoorrecht dat we de waarheid van het evangelie zo mogen
kennen.’
Laten we vooral dankbaar vaststellen, dat het genade van God is, dat wij die waar-
heid zo mogen kennen. Het is geen eigen verdienste. Het is je op zeker moment in
de schoot geworpen en God wekte geloof in je hart. Hij gaf Zijn eigen Zoon als na-
deringsgave (Hebreeuws: korban, Grieks: doron, Efeziërs 2:8-10) om ons tot Zich
te trekken, want niemand kan ooit tot de Heer komen, tenzij de Vader hem trekt.
Het is en blijft genade dat wij in Christus Jezus geredden zijn. Dat blijkt uit onze
levenswandel en ervaren wij in ons hart!