‘Heerlijk, die rust die we hebben.’
Zodra je onder een wettisch systeem gaat leven, ben je de rust kwijt.
Onder de genade van God leef je in de heerlijke zekerheid, dat het
niet van jou, maar van Hem afhangt. Mensen die onder het juk van
allerlei religieuze regels leven, zijn afhankelijk van hun eigen prestatie
of zij de gunst van God (en van hun religieuze leider(s)) ontvangen.
‘We hebben een groot God, die alles uitwerkt.’
En die is liefde, en de deur naar die liefde is Zijn genade. We zijn erg
gezegend, wanneer we die genade gaan waarderen. Ook dat is gena-
de: het besef dat het alleen om Zijn genade draait en niet om jouw in-
spanningen of die van anderen. Gods genade. Daar is uiteindelijk elk
schepsel van afhankelijk.
‘Zo hebben we een warm bad: Zijn genade.’
Heerlijk he. Niet meer afhankelijk te zijn van wat jij doet, of hoe jij je
inspant. Hoe je ook denkt dat de Schrift leert dat je in actie moet ko-
men of iets dergelijks. Wanneer je dat meent, ben je al wettisch bezig,
alleen heb je dat zelf nog niet door. Mensen die snel even zeggen, dat
de redding wel uit genade alleen is, komen daarna met een …maar…
je moet wel aan de slag! Ook zij hebben Gods genade nodig.