Galaten studie 21 – 3:14-17

Op 22 april 2014 kwam Galaten 3:14-16 naar voren, met een
accent op het werk van de geest van God, waar de apostel
vanaf 3:2 
op wijst. De belofte aan Abraham hield onder
meer de komst van de 
geest van God in, zowel voor Israël
als de natiën.  
Luister naar deze studie: deel A en deel B 

Woord vandaag

‘Wat groots, dat Efeze-geheimenis.’

Efeze is de brief van de heerlijkheid van God. We lezen over de Vader van de
heerlijkheid
, over de rijkdom van Zijn (de Vader) heerlijkheid. Het gaat bij
ons 
om de heerlijkheid van Zijn genade en wij zijn tot lofprijs van Zijn heer-
lijkheid 
en wij zijn verzegeld met de heilige geest van de belofte tot lofprijs
van Zijn heerlijkheid
. Allemaal superlatieven. Het gaat boven al het andere
uit. We
hadden geen aanspraak op iets, ooit.

‘Ongelooflijk, dat Vader ons riep en op het oog had.’

En we lezen over de rijkdom van de heerlijkheid van Zijn lotgenieting te
midden van de heiligen.
Het is zo groots en veel aan heerlijkheid. De top
van alles 
wordt hier in Efeziërs bereikt. Geen andere brief zal ons zo hoog
voeren als
deze. God zij dank, we mogen er iets van bevatten en verstaan.
Dat is ook
een rijk genade-geschenk. We hebben erg veel ontvangen, om
niet. Het 
mooie van genade is, dat je er niets voor terug kunt doen.
Als God ons inzet
in Zijn dienst, dan geeft Hij ons ook daar genade voor.

‘Ja, zo bekeken is alles genade, niets van onszelf.’

Dat is ook zo. We hebben alles van onze hemelse Vader ontvangen. Geen
ander evangelie maakt dat zo duidelijk. De superieure geestelijke zegen in
Christus is door niemand verdiend. Genade in optima forma. Als je terug-
keert onder de Thora of andere eerste beginselen van deze wereld, dan
draai je de klok heel ver terug. Naar het oude. Je verliest dan het nieuwe
(de nieuwe schepping zelfs) uit het oog. Laten wij God blijven danken voor
Zijn onuitsprekelijk geschenk!

Woord vandaag

‘We zijn uiterst gezegend in Christus. Wat een hoge plaats hebben wij!’

We hebben erg veel ontvangen. Paulus zei al in 2 Corinthiërs 4:6, dat wij deze
schat in aarden vaten hebben. Dat is: het evangelie van de heerlijkheid van
Christus, die het beeld van God is. In Efeziërs wordt daar nog (veel) meer van
bekend. In de brieven aan de Corinthiërs werd het Efeze-geheimenis nog niet
bekendgemaakt. En Paulus’ gebed loopt dan ook uit op een grote lofprijzing
in vers 20 en 21 van hoofdstuk 3.

‘Ja het is indrukwekkend wat hij daar schrijft.’

Hem nu die oneindig veel meer kan doen boven alles wat wij verzoeken
of bevatten

Mensen denken soms nog steeds dat zij door middel van veel bidden en
vasten God tot iets kunnen bewegen. Zij zitten er helaas naast. God kan
veel meer doen dan zij bidden en vasten. Maar, dat geldt in het geestelijke
bereik. Uit Efeziërs blijkt, dat er zúlke grote krachten op geestelijk gebied
zijn, dat het de hele mensheid kan veranderen. Het evangelie is Gods kracht
tot redding, voor ieder die gelooft. Dat schreef Paulus in Romeinen.

‘En het evangelie in Efeziërs is een nóg grotere kracht?’

Moeilijk te zeggen. De heerlijkheid die in Efeziërs bekend wordt gemaakt is
wel veel groter dan in Romeinen. Bijna onvoorstelbaar als je de heerlijkheid
van Romeinen hebt leren kennen, inclusief de daarin bekendgemaakte toe-
komstige heerlijkheid. Maar Efeziërs is van een eenzaam hoog niveau. God
geve, en daar bidt Paulus voor, dat wij enigszins verstaan wat de uitermate
grote sterkte is van Zijn kracht voor ons, die geloven!    

Woord vandaag

‘We kunnen alleen danken voor het vele dat God ons geeft!’

We hebben een geweldig uitzicht. Efeziërs maakt, dat wij het volledige zicht en uit-
zicht krijgen op Zijn plan en de functie van de gemeente. Het zal Zijn instrument
zijn en door alles heen tonen wat Hij aan en in de gemeente heeft gedaan.
Zijn wijsheid is het, dat Hij nu de gemeente roept en dadelijk met Zijn volk Israël
tot Zijn doel komt; zij zullen het zoonschap uitoefenen op aarde.
Het al zal onder dat ene Hoofd, Christus Jezus, gebracht worden, zo lezen wij in
1:10 en in 1:11 dat ons door loting een plaats in Hem is toegewezen.

‘Wil dat zeggen, dat wij die hoge plaats met Hem zullen hebben?’

Het lijkt er op. Ook het einde van Efeziërs 1 wijst daarop. Daar staat, dat Hij als
Hoofd boven alles gegeven is aan de uitgeroepen gemeente, die Zijn lichaam is.
Opnieuw een aanduiding van de onvoorstelbaar hoge plaats die dat lichaam heeft.
Dat geldt het hele lichaam, dus alle leden gezamenlijk! We hebben soms geen
idee hoe rijk wij eigenlijk zijn! In geestelijk opzicht is Efeziërs echt een schatkist.

‘Goed om mee bezig te zijn, wij kijken er elke dag in, in die schatkist.’

Paulus bidt in Efeziërs 3 niet voor niets, dat wij uitermate sterk zullen zijn om
tezamen met al de heiligen te beseffen wat de breedte en lengte en diepte en
hoogte is –en daarnaast te kennen de kennis overstijgende liefde van de Christus-
opdat wij compleet gemaakt worden tot het volledige complement van God.
Wij als lichaam van Christus maken wij Hem compleet. Dat geheel vormt het
volledige complement van God. Al wat God wil inzetten om het universum aan
Zijn hart te kunnen drukken, is in het lichaam van Christus geplaatst. Zoals Hij
de Uitvoerder is van Gods plannen (3:11), geldt dat óók voor ons!   

Woord vandaag

‘Fijn zo, dat we naar Pasen hebben gekeken. Pasen doordringt eigenlijk Efeziërs.’

Dat zeker. In Efeziërs 1 hebben we al stilgestaan bij de overstijgende grootte van
Gods kracht, waarmee Hij Christus Jezus uit de doden heeft opgewekt. Die kracht
werkt ook in ons (Efeziërs 1:19,20). Daarmee is de totale overwinning behaald op
alle machten en krachten die zich tegen God en Zijn Gezalfde verzameld hadden
om die Gezalfde (Jezus Christus) definitief uit te schakelen. Pilatus had het graf
laten verzegelen en een wachters daar neergezet. Maar veel grootser waren de
vijandige geestelijke machten die bij het graf waren, om te verzekeren dat Hij in
het graf zou blijven.

‘Dat laatste staat niet zo in de Schrift.’

Klopt. Niettemin mogen we dat afleiden uit andere Schriftplaatsen, waar we een
intense geestelijke activiteit bespeuren als er grote veranderingen op stapel staan
in Gods plan. Door het kruis werden de machten en krachten openlijk te kijk gezet
(Kolossenzen 2:14-16) en overwonnen. Reken maar, dat de tegenwerker daarom
van alles in werking stelde om Hem in het graf te houden! Dat was een enorme acti-
viteit en ook die werd te kijk gezet op de derde dag.

‘En dat was ook de eerste aanzet, dat de gemeente geroepen kon gaan worden.’

Sommigen hebben opgemerkt, dat er een prachtige parallel is tussen de diepe
slaap van Adam in de hof en die van de laatste Adam in die andere hof. Bij de eer-
ste Adam werd Eva uit hem genomen en was zij zijn vrouw. Zo was het de bedoeling
met de mensen, dat een man zijn vader en moeder zou verlaten om zich te hechten
aan zijn vrouw, zie Genesis 2:24. Dit werd echter ten diepste door God zo gedaan
met oog op Christus en de uitgeroepen gemeente. De laatste Adam was in een diepe
slaap van de dood en daarna werd Zijn lichaam, de uitgeroepen gemeente geroepen
uit alle volkeren. Tot een hemelse bediening voor de krachten en machten boven!