Woord vandaag

‘Dat Johannes-evangelie. Daar staat toch veel in over het Woord.
Dat richt zich toch ook tot ons?’

Natuurlijk. Dat woord is nodig, essentieel voor ons dagelijks geestelijk
leven. Dat moet gevoed, anders wordt het maar heel mager. Eén keer
per week 35 minuten een preek en dat is dan alles, kan ik me niet voor-
stellen. Hoe meer je woord van God ‘eet’ hoe beter het gaat smaken!
Alles is door het woord van God tot stand gekomen, schrijft Johannes
al in het eerste hoofdstuk.

‘Ja, dat bedoel ik. Dat is toch fantastisch!’

Natuurlijk! In het woord is leven en het leven is het licht van de mensen.
Het begon in Genesis 1 ook met Jahweh, die spreekt, en het eerste woord
wat Hij spreekt is: ‘het worde licht’ of ‘er zij licht’ en: het werd licht. Dat
spreekt voor zich, want God is licht en in Hem is in het geheel geen duis-
ternis. De Heer Jezus zegt ook van zichzelf: ‘Ik ben het licht van de wereld’.

‘Dat is toch wat in Johannes staat?’

In verband met de blindgeborene die het licht in de ogen krijgt, zegt de
Heer dat van zichzelf. In die blindgeborene ontmoette Hij Israël, en dat
spreekt profetisch, want in de 1000 jaren zullen zij dat licht van hun
Messias Jezus doorgeven aan de andere volkeren!
De Heer Jezus is het Woord (Hebreeuws: dabar) van de Tenach dat vlees
(zichtbaar)  geworden is. Het kreeg gestalte onder het Joodse volk!

God is èchad

Taal is geen menselijke uitvinding. Hebreeuws is de ‘moedertaal der volken’:
volgens een wetenschappelijke studie hebben alle talen in principe Hebreeuwse

wortels of wortel-snippers.’

Slotcitaat van een mooi artikel van Joop Neven op www.wereldgeschiedenis.com
Klik hier om het complete artikel te lezen.

Woord vandaag

‘Die Johannes, die schrijft wel met het oog op de wereld, en toch is hij
een van de zuilen van de besnijdenis. Hoe zit dat?’

Volgens zijn eigen zeggen wil hij met zijn  schrijven de medeleden van
het volk Israël overtuigen, dat Jezus hun ware Messias is:

Jezus nu heeft in aanwezigheid van zijn discipelen nog wel veel andere
tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn
beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de zoon van God,
en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn naam.
Johannes 20:30,31

Deze verzen hebben alleen zin als ze aan Joodse mensen gericht zijn. Zíj
verwachtten de Messias die beloofd was in de Schriften, de profeet zoals
Mozes (Deuteronomium 18:15-18). Het heeft geen zin zo aan heidenen te
schrijven. Vergelijk eens met hoe Paulus de heidenen op verschillende
momenten aanspreekt in Handelingen. Dan spreekt hij anders en wil hen
zeker niet overtuigen dat Jezus de Messias is.

‘He, zo heb ik er nog niet naar gekeken. Boeiend!’

Johannes beschreef specifiek een zevental wonderen, die bovendien
tekenen waren voor het Joodse volk. Dat deed hij dus met het oog op
wat hij in de boven aangehaalde verzen schrijft. Dat wordt nogal eens
vergeten. We weten niet, hoe ver dit schrijven toentertijd is gegaan,
maar mogelijk ook aan de Joodse mensen die in de verstrooiing leefden.

‘Maar is er een specifieke toepassing? Bepaalde verzen waar over ‘de wereld’
wordt gesproken, vind je wel bij Johannes, niet in Mattheüs-Marcus-Lucas.’

Bijbeluitlegger A.E. Knoch, degene die als eerste ooit aan de hand van de
concordante methode de Schriften ging vertalen, schrijft hierover.
Hij geeft aan, dat Johannes’ evangelie zijn toepassing vindt in de komende
1000 jaren, als het koninkrijk van de hemelen op aarde gestalte krijgt. Dat
verklaart zijn gebruik van woorden als ‘wereld’ én de wondertekenen, die
Johannes heeft beschreven.

‘Lijkt wel heel aanvaardbaar. Ik ga eens met die gedachte lezen. En er vallen
voor mij wel wat puzzelstukjes op de juiste plaats, direct al.’

Feit blijft, dat er geweldige geestelijke dingen naar voren komen, waar elke
gelovige nu zeer zeker wat aan heeft, ook juist praktisch gezien. In elk geval
getuigt Johannes 3:16 van de tijdloze liefde van God voor heel de wereld. Dat
is de boodschap die Paulus in grote volheid brengt en daarmee het lichaam
van Christus uitroept. Liefde van God, genade! Onverdiend valt het ons toe!