‘Je kunt het nauwelijks geloven, dat wij zo hoog gezet zijn met Hem.’
In Efeziërs 1:22,23 lees je de uitwerking van de geweldige kracht
van God, die Hem boven alles zette – en wij met Hem. Hij is het Hoofd
en zal ons, de leden van Zijn lichaam, inzetten om het grote einddoel
van God te bereiken. Heerlijkheid voor God, voor Zijn Christus, voor
de gemeente die Zijn lichaam is, voor Israël en uiteindelijk voor ieder
schepsel, onzichtbaar of zichtbaar.
‘Wonderlijk, dat je in dit rijtje het lichaam als derde ziet staan – direct
onder God en Christus Jezus.’
En wij zijn zó nauw met Hem, Christus Jezus, verbonden, dat wij mis-
schien wel samen met Hem op de tweede plaats staan. Dat zou je
bijna gaan denken. Want wij worden in vers 23 genoemd:
het complement van Hem, die het al in allen compleet maakt
Wij vormen dus met al die andere gemeenteleden Zijn complement.
Andersom gezegd: Hij is incompleet zonder ons!
Kun je je nu voorstellen, hoe Hij nog meer dan wij uitkijkt naar het
klinken van de bazuin van God? Hij verlangt met intense liefde naar
de samenvoeging met Zijn lichaam. Wat een dag zal dat zijn!
‘We hebben eigenlijk nog geen idee wat er allemaal precies zal
gebeuren op die dag.’
In feite niet. Wat wel onthuld is door Vader, is genoeg voor ons. Daar
moeten we het mee doen, totdat Hij ons komt halen. En aan de ande-
re kant hebben de meeste gelovigen nog niet eens gehoord van een
wegrukking voor de zeventigste week van Daniël 9:24-27. We heb-
ben een vermoeden dat het geweldig moet zijn, maar hoe? Het zal
al onze verwachtingen vér overtreffen. Wij zullen Hem compleet
maken, zodat het grote werk van de onderschikking van allen verder
gestalte kan krijgen in het universum!