Woord vandaag

17 maart 2016
‘Je wordt wel afgeleid door het aardse.’

Het is een loopbaan die we lopen. In het
besef van je hemelse lotdeel kom je in de
geestelijke strijd terecht. Een weg van lij-
den. Paulus kende dat als geen ander.
We merken de uitspraak op:

nú verheug ik mij in mijn lijden ter wille
van jullie en vul in Zijn plaats in mijn vlees
aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen
van Christus ter wille van Zijn lichaam,
dat is de uitgeroepen gemeente
                                  Kolossenzen 1:24

‘Dat is nogal wat.’

Op het eerste gezicht kun je dit als ge-
woon mens helemaal niet begrijpen. Zo’n
bijzondere, ootmoedig dienende
broeder
als Paulus. En dan zoveel moe
ten lijden.
Dat lijkt onrechtvaardig!
Maar het ongewo-
ne is, dat hij zich zelfs
 verheugde in zijn lij-
den
voor de Kolos
senzen. Dat is wat!

‘Wij proberen het lijden te mijden.’

Het wonderlijke is, dat Paulus het zelfs
als genade zag. Dat blijkt uit het woord
verheugen. Dat is vanuit de grondtekst
een woord waar ook het woord genade
van afgeleid is . Én we lezen:

want aan jullie is genade geschonken,
voor Christus, niet alleen in Hem te ge-
loven, maar ook voor Hem te lijden

                                      Filippenzen 1:29

Dit gaat boven alle ziels-vleselijke over-
wegingen uit. Dit is de geestelijke blik,
die Paulus ons geeft. Opdat het bij al
de gelovigen in het hart komt.

Woord vandaag

16 maart 2017
‘Wat een machtige brief, Efeziërs.’

Je kunt nooit als gelovige zeggen: ik weet
het allemaal al. Wanneer je zo’n gedachte
hebt, is het hoog tijd opnieuw Efeziërs te
lezen, overwegen. En: te blijven bidden
om een geest van wijsheid en onthulling.
Zodat je het Efeze-geheimenis beter gaat
beseffen en je leven erdoor verandert.

‘Nog te vaak gericht op aardse dingen.’

Efeziërs, Kolossenzen en Filippenzen zijn
de meest geestelijke brieven. Zij richten
op de geest en de geestelijke aspecten.
Wij hebben geen materiële beloften zo-
als een Abraham. Die kreeg een land be-
loofd. Daar zal hij ook zijn.

‘Wij kijken omhoog.’

Vanuit de beloften die ons gegeven zijn,
in Christus. Geestelijke zegen te midden
van de hemelsen. Geen aardse zegen zo-
als Abraham die aangezegd kreeg. Bij
wie voortdurend bidt naar de gebeden
uit Efeziërs-Filippenzen-Kolossenzen, zal
het hart gericht zijn op wat boven is.

Woord vandaag

15 maart 2017
‘Hoogste zegen aan de gemeente.’

Wat Efeziërs 1:3 zegt:

Gezegend is de God en Vader van onze
Heer Jezus Christus, Die ons zegent met
iedere geestelijke zegen te midden van de
hemelingen in Christus

Is samengevat de hoogst mogelijke zegen
voor het lichaam van Christus. Ze worden
aangezegd in het eerste hoofdstuk van de
zo bijzondere brief (Efeziërs).

‘Geestelijke zegeningen.’

Geen aardse, materiële zegen. Ons is gees-
telijke zegen gegeven. Grote rijkdom voor
de gelovigen in deze tijd. Dat is het. Paulus
was zich dat erg bewust en voor hem was
het om het even in welke situatie hij zich
bevond. In Filippenzen 4 zegt hij dat.

‘Men wil zegen naar het vlees.’

Dat is de zegen die Israël in het konin-
krijk zal ontvangen. Zij zullen zegen naar
het vlees en in de ziel ervaren. Voor de
gelovige van nu ligt dat dus anders. Door
alle ervaringen heen gaat het om diep
vertrouwen op God
; uit Hem valt ons al-
les
toe. Rust, vrede: God beheerst alles.

Woord vandaag

14 maart 2017
‘Gods hand in alle dingen.’

Hij voorziet, net als bij Abraham die zijn zoon
Izaäk op het hout moest binden. God had al
tevoren voorzien in een ram, dat in de strui-
ken vastzat. Daarom werd er ook bij gezegd:

op de berg van IEUE zal erin voorzien worden
                                              Genesis 22:14

Waar de mens in problemen komt, zal God
voorzien. Hij zal geven wat nodig is.

‘Wij vragen niet om zegen?’

Het zegenen, gezegend willen worden et ce-
tera zit in het evangelie van de Besnijdenis.
Met name verwijst men daarin naar de pries-
terlijke zegen uit Numeri 6:24-26. Deze wordt
in kerken over de mensen uitgesproken, en
de predikant strekt zijn handen dan uit over
de gemeente, als was hij een priester.

‘Maar geldt dat voor de gemeente?’

Nee, want in Numeri staat vooraf en daarna:

zo moet u de zonen van Israël zegenen….
                                                 Numeri 6:23

zo moeten zij Mijn Naam op de zonen van
Israël leggen; en Ik zal hen zegenen….

                                                 Numeri 6:26

Het gaat dus om een zegening door de pries-
ters van Israël, die op de zonen van Israël ge-
legd wordt. Voor het lichaam van Christus is
dit niet aan de orde. Wij als de leden van dat
lichaam, zijn gezegend met iedere geestelijke
zegen te midden van de hemelingen, in Chris-
tus
. We danken God!  

Woord vandaag

13 maart 2017
‘Opmerkelijk verschil in evangelie.’

We zijn gezegend met iedere geestelijke ze-
gen in Christus. Daarom is het niet nodig te
bidden of te vragen om gezegend te worden.
Meestal wordt materiële zegen bedoeld, dat
het naar het vlees goed mag gaan. Wanneer
we kijken in het leven van de gelovige Pau-
lus, dan zien we dat het hem niet uitmaakte.

‘Of het ‘goed’ ging of niet.’

Of hij overvloed, genoeg of (te) weinig had:
het maakte voor hem niet uit. In de diepste
zin vertrouwde hij zijn Vader:

mijn God nu zal iedere behoefte van jullie
vervullen in overeenstemming met Zijn rijk-
dom, in heerlijkheid, in Christus Jezus.
                                          Filippenzen 4:19

Dat had hij zelf ervaren:

Niet dat ik spreek over gebrek; ík leerde im-
mers tevreden te zijn in de omstandigheden
waarin ik ben.
                     Filippenzen 4:11

‘Het zit m in dat ‘tevreden zijn?’’

Dat was het ‘geheim’ van de apostel. Hij was
diep overtuigd van het feit, dat Gods hand in
alle dingen aanwezig is
. Het is een zegen dat

we kunnen erkennen, dat onze omstandighe-
den uit God zijn. Hij gebruikt ze tot ons wel-
zijn. Zowel overvloed als armoede zijn mid-
delen ons tot zegen.