Woord vandaag

‘Gisteren kwam even een ideaalbeeld naar voren.’

Ja, want in een (plaatselijke) gemeente zijn vrijwel altijd mensen, die
niet gericht zijn op het Woord, op Christus Jezus. Maar zij hebben ei-
gen dingen en Hem erbij of het Woord erbij. Het zou zijn: alleen Chris-
tus Jezus, alleen het Woord. De eenheid van de geest is met alle ware
gelovigen. In de praktijk blijkt die eenheid niet door de invloed van
het vlees, het eigen leven van de mens.

‘Het is meestal niet eenvoudig om gemeente te zijn.’

In de praktijk valt uit de brieven van Paulus af te lezen, dat er veel
onderlinge genade nodig is. In allerlei situaties zijn er vaak geschillen.
Het gaat heel ver, erg ver, om met elkaar steeds verder te gaan. Aller-
lei dingen spelen in onderlinge relaties, dat is niet alleen in het dage-
lijks leven op het werk of binnen families het geval. Ook binnen een
plaatselijke gemeente spelen er soms lange, slepende kwesties.

‘Er is maar één Hoofd: Christus Jezus.’

Dat is een feit. Zo staat dat in de brieven van Paulus. In de praktijk
belijdt men wel met de mond dat dat zo is, maar intussen zijn het
vaak enkelen die de dienst (willen) uitmaken. Dat gaat niet, omdat
alleen Christus het Hoofd van de uitgeroepen gemeente is. Men ver-
geet in de praktijk vaak al snel wat de gemeente is. En wat de bedie-
ning ervan is: verzoening. Dat zou zich allereerst onderling uiten.

Woord vandaag

‘Ja wat een toekomst voor Israël.’

Zeker, ze hebben het nu meestal te goed. Ze kennen hun Redder nog
niet. Gelovigen, die het goed hebben, zoals in de rijkere landen, heb-
ben vaak niet zo’n belangstelling voor de Bijbel. Ze hebben er vaak
meerdere. Maar doen die niet vaak open. Of ze doen hem wel open
en lezen er zelf in en ontlenen daar allerlei ideeën aan. Ze trekken ei-
gen conclusies en dat is het dan.

‘Of ze slapen, geestelijk gezien.’

Dat kan ook. Ze kijken elke avond TV of films of series. Op zich niets
mis mee, alleen wanneer dat hun leven is en ze geen tijd zeggen te
hebben voor het Woord, dan is het arm, geestelijk gezien. Je laat dan
veel rijkdom liggen en meestal leeft men niet uit het evangelie. Meer
voor de eigen dingen. Niet naar een bijbelkring; te moeilijk, of te diep,
of de bijbelkringleider staat hen niet aan. Geef hen maar theater.

‘Of ze weten het beter, of willen een ander geluid.’

Vaak wil de gelovige mens iets anders dan Paulus. Liever horen wat je
wel of niet mag in plaats van: uit Gods genade leven. Daar gaat het om,
maar welvaart is een van de belangrijkste vijanden van een leven dicht
bij God en Zijn woord. Het gemeentelijke leven zou draaien om dat ene
woord van God. Meestal leidt een stuk organisatie daarvan af.

‘Er wordt veel geruzied in organisatorische zin.’

Terwijl het lichaam van Christus een organisme is en géén menselijke
organisatie. Uit dat laatste ontstaan de problemen. Maar wanneer allen
echt gericht zijn op God en Zijn woord en het Hoofd Christus Jezus, heb
je al die ruzies, geschillen en onrust niet. Dán is de vrede van God aan-
wezig, dán bloeit de liefde van God onderling op. 

Woord vandaag

‘Wanneer je het evangelie kent, heb je innnerlijk vrede.’

Mensen zijn tevreden wanneer ze welvarend zijn. Eén van de belang-
rijkste ‘wapens’ van de tegenwerker is welvaart. Dat klinkt misschien
vreemd. Wanneer de mens al het nodige bezit heeft hij God niet nodig.
De belangstelling voor en dus ook het horen naar het woord van God
verdwijnt dan naar de achtergrond. Ook hier kun je het volk Israël als
voorbeeld zien. Zolang zij van alles genoeg hebben en niet veel last
van vijanden, gaan ze hun eigen gang.

‘Maar in nood zullen ze weer roepen tot IEUE.’

Dat hebben we bij de bespreking van Daniël weer ontdekt. In hoofd-
stuk 9 bidt de profeet. Dat kan in het gebed –profetisch- blijken te zijn
wanneer zij de grote verdrukking (Mattheüs 24:21) meemaken. Die is
nog toekomst. De grootste uitbraak van het verderfelijke antisemitis-
me moet nog komen. De wetteloze kan zich pas als zodanig op het
wereldtoneel presenteren als de weerhouder –de gemeente- is wegge-
nomen. Zo zal de ergste vijandschap tegen Gods volk –Israël- dan pas
-ná de opname (wegrukking)- door kunnen breken.

‘En dan zal Israël Hem aanroepen.’

Dan zal Hij hen redden. Dat is de belofte, geprofeteerd onder meer
door Joël, dat al wie de Naam van IEUE zal aanroepen, gered zal wor-
den. Voor Israël is dat het aardse koninkrijk in de 1000 jaar en op de
nieuwe aarde. Dat is het koninkrijk van de hemelen. Dan zullen zij Hem
ook kennen, wanneer Hij hen op een machtige manier uitgered heeft.
Dan zullen ze niet langer hun eigen leven –zonder IEUE- leven, maar
door Hem en in afhankelijkheid en onderschikking aan Hem.

 

Woord vandaag

‘We zijn dicht bij Zijn terugkeer?’

Ja, en de laatste dagen, daar leven we echt in. We zijn bijzonder
begenadigd, wanneer we zicht hebben op de Schrift. Want gelovigen
zullen in de laatste dagen lauw zijn, als het om de Bijbelse boodschap
gaat. Men zal dan liever religieus bezig zijn, dan werkelijk het evan-
gelie omarmen. En men zal het evangelie van genade niet accepte-
ren. Want dat is, nogeens gezegd, niet naar de mens.

‘De mens wil het liever zelf doen?’

Dat is ook het geval wanneer de mens een gelovige is. Paulus had
heel erg veel moeite met de gemeente in Korinte. En wanneer we
ook iets tot lering willen nemen uit de brief aan Laodicea die in
Openbaring staat, dan zie je ook veel lauwheid om je heen. In het
geloof, dan. Men is vaak niet koud, want men bezoekt samenkom-
sten, en ook niet heet. Niet te hard lopen, dus.

‘Dat zie je wel bij mensen, ja.’

We zien veel gebeuren. Net als in Korinte zijn er groepen, die alle-
maal hun eigen ‘speerpunt’ hebben. De ene groep gemeentes wil
graag zoveel mogelijk buigen voor en naar het Jodendom. Men eet
en leeft kosjer en wil graag de ‘feesten’ uit Leviticus vieren. De
 sabbat
wordt op zaterdag en zondag gehouden, al naar gelang waar
 je komt.
Dan is er de groep die erg nadruk legt op de doop in heilige
 geest en
de gaven – in plaats van de vrucht.

‘Dat zie je om je heen. Herkenbaar.’

En er zijn groepen waar men niet zozeer luistert naar, maar meer zelf
discussieert over de waarheid. Elke discussieerder heeft zijn/haar eigen
waarheid. En daarmee bevinden ze zich er niet in, maar in iets anders.
Voor heel wat gelovigen gaat het niet zozeer om luisteren naar uitleg
van de Schrift, maar om zelf bezig te zijn na een ‘inleiding’.
Niet dat je dan veel verder komt, dat kom je wel wanneer je hoort naar
boodschappers die het goede verkondigen (Romeinen 10:14-17). 

Woord vandaag

‘We zijn dicht bij Zijn terugkeer?’

Ja, en de laatste dagen, daar leven we echt in. We zijn bijzonder
begenadigd, wanneer we zicht hebben op de Schrift. Want gelovigen
zullen in de laatste dagen lauw zijn, als het om de Bijbelse boodschap
gaat. Men zal dan liever religieus bezig zijn, dan werkelijk het evan-
gelie omarmen. En men zal het evangelie van genade niet accepte-
ren. Want dat is, nogeens gezegd, niet naar de mens.

‘De mens wil het liever zelf doen?’

Dat is ook het geval wanneer de mens een gelovige is. Paulus had
heel erg veel moeite met de gemeente in Korinte. En wanneer we
ook iets tot lering willen nemen uit de brief aan Laodicea die in
Openbaring staat, dan zie je ook veel lauwheid om je heen. In het
geloof, dan. Men is vaak niet koud, want men bezoekt samenkom-
sten, en ook niet heet. Niet te hard lopen, dus.

‘Dat zie je wel bij mensen, ja.’

We zien veel gebeuren. Net als in Korinte zijn er groepen, die alle-
maal hun eigen ‘speerpunt’ hebben. De ene groep gemeentes wil-
len graag zoveel mogelijk buigen voor en naar het Jodendom. Men
eet en leeft kosjer en wil graag de ‘feesten’ uit Leviticus vieren. De
sabbat wordt op zaterdag en zondag gehouden, al naar gelang waar
je komt. Dan is er de groep die erg nadruk legt op de doop in heilige
geest en de gaven – in plaats van de vrucht.

‘Dat zie je om je heen. Herkenbaar.’

En er zijn groepen waar men niet zozeer luistert naar, maar meer zelf
discussieert over de waarheid. Elke discussieerder heeft zijn/haar eigen
waarheid. En daarmee bevinden ze zich er niet in, maar in iets anders.
Voor heel wat gelovigen gaat het niet zozeer om luisteren naar uitleg
van de Schrift, maar om zelf bezig te zijn na een ‘inleiding’.
Niet dat je dan veel verder komt, dat kom je wel wanneer hoort naar
boodschappers die het goede verkondigen (Romeinen 10:14-17).