Woord vandaag

9 juni 2018
‘Evangelie biedt troost.’

Licht, uitzicht en veel bemoediging in
het evangelie van de genade van God.
De laagste zondaar (Saulus) is gered.
Dat bleek in zijn leven, hij ging als een
woeste driftkop te keer tegen de gelo-
vigen van de gemeente van God. Geen
spoort van berouw of bekering in zijn
hart. De Heer ontmoette hem toen hij
vol boze plannen Damascus naderde.

‘Dat klinkt niet Arminiaans.’

Saulus had alles verspeeld. Niets in zijn
hart (en niets in het gedrag) was reden
om hem te roepen, te redden. Dit was
speciaal de gelegenheid voor God om
Zijn genade te tonen aan deze onaan-
gename misdadiger. Gods liefde, barm-
hartigheid is actief: de woede van Sau-
lus wordt radicaal gestopt. Overweldi-
gende genade doordringt hem.

‘Geweldige getuige daarna.’

Niet alleen zou hij een hele bijzondere
spreker worden van Gods genade. Ook
een omvangrijk dienstwerk als apostel
kwam uit die genade voort. Hij werkte
meer en harder dan de apostelen van
de besnijdenis. Dit kon hij doen, omdat
de genade van God met hem was. 
En

omdat de opstandingskracht van Chris-
tus 
in hem werkte.

Woord vandaag

8 juni 2018
‘De heerlijkheid van God.’

Daar leidt Gods plan naartoe. Toch is
dat nu al zo, wanneer Zijn woord het
middelpunt is. Daarin spreekt Hij van
Zijn genade, die voldoende zal blijken
te zijn voor iedereen. Paulus was het
voorbeeld, dat model staat voor gena-
de
, die de gelovigen ontvangen. Om

niet. Gratis. Dat is de heerlijkheid van
Gods liefde, die uiteindelijk groter is
dan alle haat en vijandschap.

‘Gods liefde overwint.’

Daar waar de zonde, haat en vijand-
schap toenemen, zal Gods liefde gro-
ter blijken te zijn. En dat is de heer-
lijkheid van God. Het is Zijn eer, dat
allen tot Hem terug zullen keren. Het
is bestreden en ontkend op basis van
leringen van mensen. De tegenstan-
der slaagde er zelfs in, een lering van
eeuwige straf in het christendom in
te voeren. Waarmee de heerlijkheid
van God verduisterd werd.

‘Het staat in artikel 37 NGB.’

Dat had allang getoetst moeten wor-
den aan de Schrift. En vervolgens ge-
schrapt moeten worden. Het is veel
beter de Schrift te lezen dan de NGB.
De eer en heerlijkheid van God komt
in de Schrift wel naar voren. Hij redt
iedereen; dat is het goede nieuws dat
naar voren komt. Je krijgt echt ant-
woord door het evangelie van de ge-
nade zoals Paulus dat verkondigt.
We danken onze God en Vader.

Woord vandaag

7 juni 2018
‘Paulus sprak genade.’

Paulus bidt om liefde met fijngevoelig-
heid 
in Filippenzen 1:9. Naast de erken-
ning
bidt hij om fijngevoeligheid. Dat is

nog extra, naast de liefde. We zouden
de waarheid in liefde doorgeven. Het is
vaak gemakkelijk om mensen hard met
waarheid te confronteren. Daarom is
in liefde (van God) zo’n belangrijke toe-
voeging. De toon en omringende fijn-
gevoeligheid is zó belangrijk.

‘Eergisteren Filippenzen.’

Timotheüs was een bijzondere mede-
werker in het evangelie van Paulus. In
Lystra had hij de apostel gehoord en
de oren gingen open voor het evange-
lie van de genade van God. Daarna ge-
bruikte God Timotheüs in veel dienst-
werk. Tot opbouw van het lichaam van
Christus en uitroepen van mensen. De
God en Vader verandert mensen; Hij
werkt door, ook vandaag. We reken-
en daarop. Biddend: het woord van de
Heer mag rennen.

‘En verheerlijkt wordt.’

Dat woord staat bovenaan. Zeggen dat
je God liefhebt en Zijn woord afwijst:

dat gaat niet. God is per definitie een
sprekende God. Plaatselijke gemeentes
zouden dat bovenaan zetten. Om gena-
de van God 
uit te dragen. Helaas heb-

ben de gelovigen het omgedraaid en
staat de boodschap van de wet (of reli-
gie) centraal in veel gemeentes en ker-
ken. Dan heb je geen evangelie, Dus
gaan wij door in de grote verwachting
van de heerlijkheid van God
.

Woord vandaag

6 juni 2018
‘In Christus volkomen.’

We zouden dat goed weten. In Hem
zijn we een nieuwe schepping. Gevol-
gen zijn groot. We kennen elkaar niet
langer naar het vlees. Geestelijk zijn
we nauw verbonden met elkaar. Ver-
schil tussen Joden en de natiën valt
weg, dat was in het vlees. Paulus kop-
pelt er direct het gevolg aan vast:

al hebben wij Christus naar het vlees
gekend, dan kennen wij Hem nu zo
niet meer
              2 Corinthiërs 5:16

‘Duidelijk.’

Het wordt gezegd naar aanleiding van
het feit dat Één voor allen stierf. Dat
dus allen stierven (vers 14). En dat de
in Hem levenden mee opgewekt zijn.
Dan wéét je als gelovige: nu ben ik het
vlees voorbij. Dat speelt geen rol meer.
Zelfs dat van Christus Zelf, zo zegt vers
16. Wij kennen Hem naar de geest, in
verheerlijkte status, positie.

‘De gevolgen zijn ingrijpend.’

Dat is wat wij als gelovigen beseffen.
Daarom nodig deze dingen opnieuw
tegen elkaar te zeggen. Als bemoedi-
ging: zo is het. Wij kijken naar onze
eigen gedachten en gevoel, onze ge-
brekkige wandel; dan twijfelen we. Als
Zijn leden kijken we naar de feitenen
dan worden we weer blij en dankbaar
voor de genade.
Die schenkt Vader gratis, om niet!