Woord vandaag

‘We zijn gezegend door Vader.’

Wanneer we werkelijk de feiten van Gods woord horen,
komen we steeds meer onder de indruk. Van hoe groot
God werkelijk is. Wanneer we opnieuw kijken naar de
tegenwerker, dan kon die tegen de Heer zeggen:

dit alles zal ik U geven als u knielt en mij aanbidt
                                                                Mattheüs 4:9

Daarmee verwees hij naar al de koninkrijken van de
wereld, die hij aan de Heer toonde (Mattheüs 4:8).

‘Dat is nogal wat, ja.’

De tegenwerker kon dat zeggen. De rijken van de wereld
waren in zijn macht. Maar ze waren aan hem gegeven.
Hij kon alleen deze positie innemen tegenover de Heer
Jezus, omdat God hem die volmacht had gegeven.
De tegenwerker had ze niet zomaar van God veroverd.

‘Zo moet het wel zijn, ja.’

De Heer antwoordde Pilatus (Johannes 19:11):

u zou geen enkele volmacht tegen Mij hebben,
wanneer het u niet van boven gegeven was

Ofwel positief gesteld: Pilatus kon de Heer overleveren,
omdat God hem die volmacht gaf. Dat Pilatus door God
in die positie gesteld was, wist hij niet. De Heer Jezus
vertelde dat tegen hem. Alleen zo kon hij niet anders dan
dat doen wat
moest gebeuren. De Heer Jezus moest de
dood ingaan.
Opdat Vader Hem kon opwekken. 

Woord vandaag

‘Indrukwekkend, het getuigenis van Job.’

Aan het einde van zijn leven bekende hij, dat Hij God
beter had leren kennen en opnieuw zegende God Job.
Je kunt bijna zeggen: een dubbele zegen.
Nu kunnen we verder lezen wat de Schrift over Gods
grote en alomvattende kracht, heerlijkheid en liefde
zegt. In Mattheüs lezen we daar iets over.

‘Bij Job ging het ook door lijden naar heerlijkheid.’

In Mattheüs 10:29 lezen we:

Worden niet twee musjes voor een penning verkocht?
En niet één uit hen zal op aarde vallen zonder jullie Vader.

Dit gaat om twee kleine vogels. Zonder de Vader zal niet
één van hen op aarde vallen. Door deze uitspraak van de
Heer Jezus weten we, dat ze niet kunnen vallen zonder
Vader. Kennelijk bedoelt Hij de speciale zorg van Vader,
die zelfs naar zulke kleine vogels uitgaat.

‘Je zou denken dat Vader niet om de vogels denkt.’

Weer opmerkelijk, dat Zijn liefdevolle voorzorg naar de
mens uitgaat. Tot in het kleinste (Mathheüs 10:30,31):

En ook de haren van je hoofd, ze zijn geteld;
wees dus niet bevreesd, jullie gaan veel musjes te boven

We zijn zelfs zo bij Vader bekend en bemind, dat ook
deze kleine ‘dingen’ als de haren op je hoofd, Hem niet
ontgaan. Zou Hij dan onmachtig zijn alle mensen te red-
den? Of de wereldgebeurtenissen te leiden en te sturen?

Woord vandaag

‘Nou we hebben nogal wat gelezen de afgelopen dagen.’

Elke keer blijkt overduidelijk, dat God alles in handen heeft.
En dat Hij zelf de oorzaak van alles is. Hij gebruikt wel de
satan als instrument in Zijn hand. Aan het einde is het ge-
sprek tussen IEUE en Job indrukwekkend. Hij vraagt Job:

heb jij in jouw dagen de morgen ontboden,
heb jij de dageraad zijn plaats gewezen?

reikt jouw inzicht tot de breedten van de aarde,
maak het bekend, als jij dit allemaal weet?

kun jij de banden van het Zevengesternte vastbinden,
of de ketens van de Orion losmaken?       Job 38:12,18,31

‘Daarop is het antwoord bekend.’

Het is alles in de hand van IEUE, van God. Hij bepaalde en
bepaalt dat. Ook de loop van de sterren. Hij maakte de
aarde en de hemelen zoals die nu zijn. Dit leidt tot verdere
nederigheid bij Job. Die beseft te meer, dat hij een schep-
sel is en dat God (de Plaatser) werkelijk God is.

‘Dat is het, wij kunnen Hem vertrouwen.’

En IEUE vervolgt tegen Job:

is het door jouw inzicht dat de valk vliegt,
zijn vleugels uitspreidt naar het zuiden?
is het op jouw bevel dat de arend zich verheft,
en dat hij zijn nest in de hoogte maakt?    
Job 39:29,30

Ook hier blijkt de mens onmachtig. God zelf heeft het in
de dieren gelegd dat zij doen wat zij doen. De mens kan
daar geen enkele invloed op uitoefenen. Met deze een-
voudige voorbeelden blijkt hoe God alle macht heeft.

Woord vandaag

‘De reactie van Jobs vrouw was te begrijpen.’

Zeker. Zij was de moeder en de kinderen waren tragisch omgeko-
men. Dat was een enorm diep verdriet, bijna niet te peilen. Ze
sprak in haar verbittering tegen Job:

volhard je nog in je integriteit? Vervloek God en sterf!     Job 2:9

Het antwoord van Job is toch ook weer opmerkelijk:

En Job zei tot haar: ik hoor het spreken van een ontaarde vrouw,
zo spreek jij; zouden wij inderdaad het goede van de Ene, God
(Alueim), ontvangen en het kwaad niet ontvangen?
In dit alles
zondigde Job met zijn lippen niet                                
Job 2:10,11

‘Dat is nogal wat.’

In het antwoord van Job aan zijn vrouw ontbreekt de tegen-
stander. Job ontving het kwaad uit de hand van God. Hij sprak
dat uit en daarvan wordt gezegd, dat hij niet met zijn lippen
zondigde. Job, een van de zonen van het oosten, sprak.

‘Daaruit blijkt wel geloof.’

Jakobus spreekt van de volharding van Job (Jakobus 5:11). In
de brief spreekt hij ervan dat Job volhardde (in geloof) en dat
het einde van de Heer was, dat Hij ontfermend en barmhartig
bleek te zijn. Dát is de uitwerking van deze enerverende ge-
schiedenis. Dat beleed Job aan het eind. Maar aan het begin
van zijn geschiedenis accepteerde hij het feit, dat IEUE het
kwaad gaf in zijn leven. De tegenstander deed het, maar IEUE
wordt ook door Job verantwoordelijk gehouden.