Woord vandaag

‘Hij werd opgewekt, geweldige hoop geeft dat!’

Dat geeft het grote uitzicht, dat we in de brieven van Paulus
lezen. De hele schepping wacht op de onthulling van de zo-
nen van God. Wat een gebeuren moet dat zijn. Na al het lij-
den en zuchten van heel de schepping inclusief de gelovigen
komt het tot heerlijkheid. Dat komt voort uit het werk van
de Vader van de heerlijkheid, die niets aan toeval overlaat.

‘Het lijden en de verdrukkingen zijn niet voor niets.’

Zo keek Paulus er ook naar. Hij achtte zelfs wat hij mee-
maakte een lichte last van verdrukking van een korte tijd.
Dat kon hij zo zeggen, omdat hij zich bewust was van
het alles overstijgende eonische gewicht aan heerlijkheid.
In het zicht van de bijzondere roeping van de gelovigen
voor de komende twee tijdperken (eonen), kon hij het
zo zien.

‘Dat is een mooi uitzicht, daar heb je wat aan.’

Hij kon troostende woorden spreken, omdat hij zelf in zeer
moeilijke momenten (2 Corinthiërs 1:3-11) vertroost was.
Door de heilige geest, de trooster. Wat doet de heilige
geest dan? Je toespreken en aanspreken door het woord.
Dat waren voor de apostel bijzondere momenten, en daar-
om kon hij de medegelovigen ook vertroosten met dat
waarmee hij zelf bemoedigd was.

‘Genade en heerlijkheid voor ons.’

De bijzondere genade van God is, dat Hij het vermogen
geeft om in lijden en verdrukkingen daar onder te blijven.
Het zal niet boven je lippen komen, Hij zal met de beproe-
ving óók voor de uitstijging (letterlijk: uit-stapping) zor-
gen. Wanneer je onrecht aangedaan wordt, soms door
mede-gelovigen, kun je je biddend en dankend tot God
wenden, die tegen je zegt: Ik heb je lief; en het zal alleen
leiden tot: grotere heerlijkheid.

Woord vandaag

‘We hebben machtig uitzicht door de opstanding.’

Het zal ook voor de hemelse machten, geesten en dergelijke
een enorme prediking zijn geweest. Nu Hij, die mens was ge-
worden en zelfs gedood aan het kruis, is opgewekt, is alles
anders. De tegenstander, de grote draak van de eindtijd, zou
toen wel gedacht hebben dat alles gewonnen was. Waar hij
zo graag mee wilde concurreren, de Zoon van God, was ge-
kruisigd en begraven.

‘Schriftgeleerden en farizeeën waren door hem beïnvloed?’

Het Sanhedrin moet wel door hem begeesterd zijn geweest.
We lezen het letterlijk van Juda(s), dat de satan in hem voer.
Pas toen kon hij de Zoon van Adam overleveren in de handen
van het Sanhedrin, dat hem gefinancierd had om dit te doen.
Daarna was het bittere in Judas zo groot, dat hij niet verder
kon leven. Daarin zit wel een diepere zin.

‘De tegenstander dacht te hebben gewonnen?’

Voor de zekerheid liet men een wacht bij het graf zetten en
was de steen verzegeld. Ook dat was niet aan de aandacht
van de tegenwerker ontsnapt. Veilig opgeborgen in het graf
en uitgeschakeld.
Maar op de ochtend van de opstanding werd Hij door de
heerlijkheid van de Vader opgewekt. De opstandingskracht
overtrof de dood. Dat kon Hem niet langer vasthouden, Zijn
ziel werd niet aan het onwaarneembare (Grieks: hades, vaak
vertaald met ‘hel’ (SV) of ‘dodenrijk’ (NBG)) overgelaten!

Woord vandaag

‘Gezegend Pasen!’

In de tuin van Jozef gebeurt iets bijzonders, heel vroeg in de
ochtend: de Heer Jezus Christus wordt door de Vader uit de
dood gewekt. God wekte Hem op uit de doden. Daar had Hij
het met Zijn discipelen over gehad. Die begrepen dat toen
niet, temeer omdat het nooit zo duidelijk in Tenach (OT) was
vastgelegd in expliciete uitspraken. Het hoort –strikt geno-
men- bij de verborgenheid.

‘Het is een geweldig feit!’

Nou en of. Paulus getuigde ervan op de Areopagus, het leven
dat Hij ontving op de glorieuze ochtend van de opstanding.
Toen haakten luisteraars af. Hij ontving onsterfelijkheid, Hij
is tot nu toe de Enige, die dat heeft. Hij werd levendgemaakt
doordat Vader Hem een overmaat aan geest toedeelde.
Geen verderf had echt vat op Hem kunnen krijgen, voordat
Zijn lichaam zou kunnen vergaan, wekte Vader Hem op.

‘Machtig, een heerlijke dag was dat.’

God gaf aan Paulus alle duidelijkheid over de opstanding.
Omdat de laatste Adam uit de dood werd opgewekt, is de
garantie afgegeven, dat allen levendgemaakt zullen worden.

In rangorden, maar wel uiteindelijk allen:

Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook
in Christus levendgemaakt worden
           1 Korintiërs 15:22

Door de overmaat aan geest, waardoor allen levendgemaakt
zullen zijn, zal alleen een levensproces in gang gezet worden
en oneindig doorgaan. Daardoor zal de zonde definitief uit
Gods schepping verdwenen zijn. Sterven is zo onmogelijk ge-
worden. Dan is het uitsluitend Leven voor allen!

Woord vandaag

‘Bijzonder, wat we afgelopen week hebben gezien.’

De laatste woorden van onze Heer aan het kruis waren:

Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest, en toen Hij dat
gezegd had, gaf Hij de geest
                                Lucas 23:46

Dit beschrijft het sterven van de Heer. Het is het uitblazen
van de laatste adem. De geest keert bij het sterven terug
tot God, die hem gegeven had, zo zegt Prediker 12:7.
In de Schrift wordt leven verbonden met geest. Waar geen
geest is, ontbreekt ook leven.

‘Staat twee keer geest in Lucas 23:46?’

Nee, in het slotdeel staat het Griekse ekpneo, dat uitblazen
betekent. Het komt ook in Marcus 15:37,39 voor. Daardoor
laat de tekst zien, dat Hij heel bewust de laatste adem uit-
blies en zo Zijn geest aan Vader teruggaf. De dood is volgens
de Schrift een terugkeer: de ziel naar onwaarneembaar (ge-
woonlijk met ‘hel’ of ‘dodenrijk’ vertaald), de geest naar God
en het lichaam tot stof (bovenste laag van de aardbodem).

‘Ja, duidelijk. Een terugkeer. Dat hebben we vaker gezien.’

Nu Hij bewust zelf Zijn leven aflegde door Zijn geest aan de
Vader terug te geven, kon Hij ook in het graf gelegd worden.
Dat was een nieuw graf, passend bij hoe Hij eruit zou komen,
als Eersteling van de nieuwe schepping. Het nieuwe leven zou
zich opnieuw bij Jozef aandienen: zowel in Zijn geboorte als
in Zijn opstanding, was het Jozef (toevoeger), die net als voor-
heen leven toevoegt waar alles zonder uitzicht lijkt!

Woord vandaag

‘Tsjonge. Je hebt deze dingen regelmatig gelezen, en toch zijn je de verschillen 
nooit opgevallen.’

Wat we zien, is dat kennelijk iemand van de Joodse omstanders een lans nam
van een van de soldaten en Hem stak. Maar dat leidde niet tot Zijn dood, want

Hij kon nog zeggen:   Het is volbracht                                         Johannes 19:30
en zelfs luid roepen: Vader in Uw handen beveel Ik Mijn geest     Lucas 23:46

Dat wijst er niet op, dat Hij snel stierf doordat ineens Zijn bloed snel uit Hem 
vloeide. Nee, zoals eerder aangehaald door jou, blijkt uit Johannes 10, dat Hij 
zelf Zijn ziel neer zou leggen. Want daar staat:

Daarom heeft de Vader Mij lief, dat Ik Mijn ziel neerleg opdat Ik die weer zou
krijgen; niemand neemt die van Mij, maar Ik leg die van Mijzelf af      
(10:17,18)

Wanneer iemand anders door de speerstoot Zijn leven kon doen eindigen, zou
het niet waar zijn wat de Heer zegt. Hij zegt: niemand neemt die van Mij…..

‘Dat is wat. Nooit zo gezien, eerder. Afgelopen dagen zijn mij dingen duidelijk
geworden.’

Hij gaf Zelf Zijn geest aan Vader (Lucas 23:46), niemand was in staat geweest 
Hem te doden. Het was pas in het uur dat door Vader bepaald was, dat Hij de
laatste adem uitblies. Niet geforceerd door een lansstoot, hoewel dat onge-
twijfeld Zijn lijden verergerde. Het gebeuren, dat door Johannes beschreven 
wordt, vond pas later plaats, nadat Hij gestorven was. Dat gebeurde pas tegen 
het einde van de middag, rond ongeveer 5 uur waarschijnlijk. Zij kwamen in-
specteren of de gekruisigden al gestorven waren en van de eerste twee braken
zij de benen. Maar toen zij bij de Heer kwamen, zagen zij dat Hij al gestorven was.

‘Ja, en pas toen kreeg Hij de lansstoot door een van de soldaten.’

Exact. Dan staat er niet, dat de soldaat een lans nam, nee, hij had die al bij zich
en kon zo toesteken. En toen hij dat deed kwam er onmiddellijk (anders dan in 
Mattheüs 27) bloed en water uit. Dit om te tonen, dat Hij nog niet alle bloed 
verloren had én om te tonen, dat nu wel het (laatste – en grootste deel van het)
bloed uit Zijn lichaam verdween, zodat in het opstandingslichaam geen bloed
meer zou zitten. Dat bevat wel vlees en beenderen, maar geen bloed!