29 januari 2020
‘We zien uit naar heerlijkheid.’
De schepping zucht, lijdt weeën. Ook
wij zuchten met de schepping, ook ons
overkomt lijden, lichamelijk, in de ziel
en in de geest. Dat alles is in de ver-
wachting, dat de schepping bevrijd zal
worden. Van het verderf, van de zwak-
te, het lijden. De belofte ís afgegeven.
En onze God en vader maakt ál Zijn be-
loften waar, voltooit Zijn plan.
‘Dat is zo’n fijne zekerheid.’
Gods liefde omvat alles en allen. Zoals
Paulus bekend mocht maken:
want evenals in Adam allen sterven,
zo zullen ook in Christus allen levend-
gemaakt worden
1 Corinthiërs 15:22
want om deze reden spannen wij ons
in en worden gesmaad, dat wij ver-
trouwen op de levende God, Die red-
der van alle mensen is, inzonderheid
van gelovigen 1 Timotheüs 4:9-11
‘Dat is Zijn liefde.’
Ook Petrus had de verwachting op
de vernieuwing in de toekomst:
maar wij verwachten, overeenkom-
stig Zijn belofte, nieuwe hemelen en
een nieuwe aarde, waar gerechtig-
heid woont 2 Petrus 3:13
De vernieuwing die komt is de ver-
wachting van ons allen. De gemeen-
te zal dat meemaken bij de bazuin
van God. Wij zullen dan zien en er-
varen, lijfelijk, wat dat betekent.