Woord vandaag

‘Maar goed dat wij nooit ver buiten de wetmatigheden die God geschapen
heeft, kunnen raken.’

De mate waarin de mens wetteloos is als gevolg van de dood en daarmee de
zonde die in hem werkt, valt gelukkig binnen Gods bescherming. Zijn arm is
niet te kort om te redden. Hij redt de mens van totale vernietiging, want dat
zou gebeuren wanneer die mens echt werd losgelaten in zijn wetteloosheid.
God dank kan dat niet gebeuren, we zijn in Zijn hand als mensheid! 

‘En als Gods geest in ons werkt, is dat extra beschermend?’

Wanneer Gods woord in ons werkt geeft dat zeker uitwerking. Daardoor
werkt de geest van God in ons. Die wordt tot sturende factor in ons leven.
Die gaat onze wil meer en meer vormen en gerichtheid naar het Woord geven.
Dan gaat Gods geest ons handelen leiden en wordt op zijn minst iets van de
vrucht van de geest zichtbaar in ons leven.

‘Onze menselijke wil werkt vaak toch vanzelf?’

Ja, in het dagelijks leven hoeven we niet voor alles wat we doen eerst te be-
sluiten na allerlei afwegingen wat we zullen doen. Veel gebeurt als vanzelf,
bijna
intuïtief.
Maar bij evangelisatie gaat het vaak al mis. De wil van de zondaar wordt ge-
manipuleerd, alsof hij er van alles mee kan doen. Er wordt dan gezegd: ‘ja de
Heer heeft alles volbracht, maar jij/u moet wel eerst willen, dan ben je pas
gered!’

‘Wat zou de evangelist dan zeggen?’

In plaats van de wil te beïnvloeden met mooie menselijke woorden en aanspo-
ringen, zou hij het woord van God spreken. Zodat Gods wil in de mens gestalte
kan krijgen. Het is nutteloos dat tegen iemand gezegd wordt dat hij eerst moet
willen en dan tot Christus kan komen. Christus is Redder en als iemand dat
hoort
 zal hij Hem danken! Het Woord zelf prediken is effectief. De mens zal
gaan
na-denken, door de geest van God wordt geloof gewekt. Hij komt op één
lijn met Gods wil en wordt in beweging gezet!

Woord vandaag

‘Er zijn dus verschillende facetten die onze wil bepalen. Geen vrije wil dus.’

Je zou kunnen roepen, dat wij dan een automaat zijn, die alleen uit
auto
matisme iets willen en zo handelen. Nu is de mens geen robot.
Net zoals andere functies van ons lichaam automatisch werken, zo is het
ook (in zeker opzicht) met onze wil. Door onze ziel kunnen
 wij dingen
aanvoelen en waarnemen, dingen buiten onszelf.
Andere
functies gaan echter buiten onze bewuste waarneming gewoon door. 

‘Als we zelf alles in de gaten moesten houden, zouden we ‘s nachts niet slapen.’

Precies, dan zou je je ademhaling en al het andere constant moeten regelen.
Ook hier
kunnen we God dankbaar zijn, dat Hij het zo heeft geregeld, dat
bepaalde we
zenlijke processen in ons lichaam vanzelf gaan. Wij hoeven er
dan geen aan
dacht aan te geven. Andere dingen kunnen we doen. Vooral
kunnen wij
 God aan het woord laten en ons op Hem richten.

‘We worden door Hem juist gezegend met ouders die ons hebben voorzien
van al het nodige.’

Meestal is dat zo, ja. En Hij voorziet uit Zijn schepping in eten, drinken, lucht
(zuurstof). Als Schepper heeft Hij de neigingen van onze voorvaders in ons ge-
legd. Daarnaast geeft Hij de omgeving waarin we opgroeiden en nu zijn. Ook
schonk Hij de diverse mensen in onze omgeving (familie, relaties). Dit alles
zorgt ervoor, dat wij handelen vanuit de wil die hierdoor (erfelijkheid en om-
geving) bepaald is. Hoe we dan leven? We hoeven bij het meeste niet diep na
te denken over wat we willen. Het gaat bijna vanzelf, veel is al bepaald.
Dat was en is alles door God zo gewild! 

Woord vandaag

‘Uit welke factoren wordt de wil van de mens dan opgebouwd of gemaakt?’

Een van de factoren is erfelijkheid. Wat je meekrijgt van de je ouders en de fa-
milies waar zij weer uit voortkomen. Onze verre voorouder Adam is wel erg
be
palend geweest. We zijn stervend en daardoor missen we, schieten we tekort.
Het denken van de mens wordt beïnvloed door allerlei geestelijke stromingen,
door de geest die werkt in de wereld (in de zonen van de weerspannigheid).

‘En je omgeving waar je in bent?’

Die is ook bepalend voor wat je wil of kunt. Die geeft mogelijkheden of je wel
of niet iets kan ondernemen, om maar iets te noemen. Voor een groot deel
wordt de wil van de mens dus gevormd door erfelijkheid (nazaat van Adam)
en zijn omgeving. Tel daarbij op de mensen met wie je omgaat en wat er op je
weg komt. Dan wordt al duidelijk dat de mens beslist geen vrije wil heeft.

‘En de geestelijke dingen dan, die tellen toch ook mee?’

Ja, zoals genoemd: de geest die werkt in de zonen van de weerspannigheid,
die beïnvloedt de wil van de mens. Het vlees. Paulus schrijft over ons als gelo-
vigen, dat wij ons eens gedroegen in de begeerten van ons vlees en de wil van
het vlees en van de denkwijze uitvoerden (Efeziërs 2:2,3). Daar lezen we, dat
onze wil en wat wij willen ook bepaald werd (en soms nog wordt) door de wil
van ons vlees en van onze denkwijze. Maar dank zij de werking van de geest

van God werden wij ons bewust, dat Hij onze Redder is!

 

Woord vandaag

‘Ja, wel bijzonder dat Paulus dat in Filippenzen 2 zegt dat God het willen en werken
in ons bewerkt.’

De meeste christenen en gelovigen hebben dit niet onder de aandacht. Ze zijn erg
gericht op het doen. Als ze maar iets doen, dan geeft ze dat een goed gevoel, zonder
dat zij zich afvragen wat God bedoelt. Als het gaat om Zijn werk in deze tijd, dan is
dat de roeping en opbouw van het lichaam van Christus. De verbetering van de we-
reld en het bouwen aan het rijk van God op aarde is niet Gods programma voor deze
tijd.

‘Daar zijn nogal wat christenen mee bezig, dat bouwen aan Gods koninkrijk hier en
nu op aarde.’

Dat gaat pas echt plaatsvinden nadat het lichaam van Christus weggerukt is van de
aarde. Dan volgt de 70e jaarweek van Daniël 9:24-27 met grote verdrukking voor de
zonen van Jakob en de gerichten over de wereld. En daarna volgt pas echt de bouw
van het rijk van God op aarde, onder leiding van Israël, en niet onder leiding van de
gemeente.

‘Deze dingen weten wij inmiddels, en dat bewaart voor een onjuiste richting.’

Anders zouden we allerlei activiteiten ontwikkelen die er niet toe doen. Tevergeefse
inspanning. Dat is waar de tegenwerker ons mee bezig wil doen zijn. Werk dat geen
stand kan houden. Maar als wij gaan willen wat Hij wil, is het Zijn werk in ons. Hij
vormt in ons de wil om betrokken te raken in Zijn werk. Hoe? Doordat we Zijn woor-
den horen en in ons hart opslaan. Dat woord gaat Zijn werk doen in ons hart.

‘Dan is het dus geen vrije wil, maar Hij werkt.’

De wil van de mens is dus niet iets, dat zomaar ontstaat of er zomaar is. Vergelijk
dat eens met ons ademhalen, spijsvertering et cetera. Dat gebeurt in feite automa-
tisch als gevolg van wat toegevoegd is. Zo wordt onze wil, de wil van de mens ge-
vormd door een aantal factoren. Zoals wij eten en de spijsvertering gaat aan het
werk, zo wordt de wil ‘gevoed’. Bij de gelovige is een extra factor: Gods woord!

Woord vandaag

‘Als je die rijke genade van God in je hart hebt, ga je willen wat Hij wil?’

Het gaat er bij God niet om, dat wij eerst aan allemaal voorwaarden moeten vol-
doen. In veel religieuze groepen worden mensen vastgehouden door het bezig
moeten zijn met het vervullen van allerlei plichten. Men moet allemaal regels in
acht nemen die die de geestelijke leider aangeeft. Als men dat doet, is het goed
en hoort men erbij. Zo is het bij God niet.

‘Je kunt dus bij God niet zeggen: je moet gaan willen wat Hij wil?’

Het punt zit m bij het woordje ‘moet’. Daar werken de meeste religieuze en gods-
dienstige groepen mee. Dat was ook bij de Galaten aan de hand. Het gaat niet om
ons doen en daden, maar om wat God zegt en doet. Hij werkt door Zijn geest in
ons hart. Zijn woord keert nooit leeg terug. En als het gaat om onze wil, dan maakt
Gods woord duidelijk, dat die niet vrij is. Als we Filippenzen 2 erop naslaan, juist
die brief gaat om ons praktische geloofsleven, dan lezen we iets dat nauwelijks er-
gens gepredikt wordt.

‘We hebben geen vrije wil?’

Sommigen willen dat nog wel erkennen, ja. Enkelingen prediken dat misschien wel.
Maar als het vervolgens aankomt op het praktische geloofsleven van de christen of
de gelovige, dan wordt er erg aangedrongen dat je dit of dat toch wel moet. Anders
hoor je er eigenlijk niet bij. Dat laatste (er niet bij horen) wordt dan nooit hardop
ge
zegd, maar het blijkt uit de houding die men dan aanneemt. Als je niet voldoet
aan
 de (ongeschreven) regels, dan word je buitengesloten. Je kunt dan zelfs wel de
sa
menkomsten bezoeken, maar je voelt dat je er niet bij hoort.

‘Terwijl je bij God niet aan voorwaarden hoeft te voldoen.’

Gelukkig niet, God is per definitie liefde en dus Redder. Hij is je Redder, dat wordt
Hij dus niet als jij aan voorwaarden voldoet. Nee, alles is al gedaan en daarom -je
hoort ervan uit Zijn woord en je wordt er blij van- weet je dat je er bij hoort.
Als je geloof hebt ontvangen –en ieder ontvangt van God een mate van geloof- dan
is het niet zo, dat je vervolgens moet willen wat Hij wil. Paulus geeft aan voor de
praktijk van ons geloofsleven:

daarom mijn geliefden….werkt je redding met vrees en beven uit, want God is
het, die in jullie zowel het willen als het werken voor Zijn welbehagen bewerkt…
Filippenzen 2:12,13