4 oktober 2019
‘Alles is uit God?’
Romeinen 11:36 zegt dat, ja. Of wij al-
le gevolgen ervan overzien is de vraag.
Goed én kwaad worden naar de Schrift
bij gelegenheid door God beschikt. Ge-
looft de Schriften. Als ons dat niet lukt,
missen wij inzicht, dat dit eerder regel
dan uitzondering is. Met het inzicht dat
God alles beschikt en bepaalt, geniet je
naar Romeinen 15:4 van de volharding
en vertroosting van de Schriften.
‘Dat is belangrijk.’
Wat gebeurde, is zo gebeurd. Het is al-
lereerst waar wat gebeurde en daarna
zien we in, dat de gebeurtenissen zoals
vermeld in de Schrift, representatief zijn.
In de loop van de Schrift blijkt dat. Kij-
ken we in Genesis, dan lezen we van Ab-
raham. God belooft hem in Genesis 12,
dat Hij hem veel nageslacht zal geven.
Een groot volk zou uit hem voortkomen
en God zal specifiek een land aan hen
schenken. In Genesis 15 belooft de God
verder dat hij de erfgenaam zal krijgen.
‘Dat maakt Hij ook waar.’
Ja, en in Genesis 17:1 lees je óók dat
God de Algenoegzame is. God heeft al
het vermogen Zijn plan en wil door te
zetten. Hij zal doen wat Hem behaagt.
God geeft aan de oude Sarah toch een
kind. God beweegt Abram om naar
Kanaän te trekken. God bewerkt dat
Jakob naar Egypte afdaalt.
Maar moet een mens eerst willen om
zo’n voorzegging te vervullen? En het
antwoord is: een mens heeft geen vrije
wil. De belofte aan Abram garandeert
dat hij niet sterft voordat het beloofde
nageslacht geboren is.