Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

29 augustus 2019

‘We kijken uit naar de bazuin.’

Ja, dat zeer zeker, want met de bazuin
daalt de Heer neer van de hemel. En zal
ons weggrissen van de aarde als voltal-
lig lichaam van Christus. Eerst zullen de
doden in Christus opstaan, daarna wor-
den ook wij veranderd. We ontmoeten
Hem in de lucht. Niet op aarde. Daarna
komen wij niet terug op aarde. Veel ge-
lovigen denken dat, maar rekenen niet
met Efeziërs 2, kennelijk.

‘Wat staat daar precies?’

Erg veel, maar onder meer dat de ekkle-
sia, de gemeente die het lichaam van de
Christus is, een specifieke bediening zal
uitvoeren in de komende tijden:

God echter…..maakt ons gezamenlijk
levend in Christus – in genade zijn jullie
geredden! -en wekt ons gezamenlijk
op en zet ons gezamenlijk te midden
van de hemelingen in Christus Jezus,
opdat Hij in de komende eonen ten-
toon zal spreiden de overstijgende rijk-
dom van Zijn genade in Zijn mildheid
voor ons in Christus Jezus
                             Efeziërs 2:4-7 NCV

‘Nou, dat is zeker nogal wat.’

Een bijzonder fijn woord, en van ons
worden drie feiten aangegeven:

gezamenlijk levendgemaakt
gezamenlijk opgewekt
gezamenlijk gezet te midden van de
hemelingen in Christus Jezus

Deze enorme zegen is nu in de geest
ons deel. In nabije toekomst zal dit
ons ook lijfelijk gebeuren. We zijn in
Hem dat alles nu al, straks volkomen
in geest, ziel en lichaam. En dit is met
het doel (opdat):

Hij (God) de overstijgende rijkdom van
Zijn genade zal laten zien aan de heme-
lingen, door ons heen. Dat is in:

de komende eonen.

28 augustus 2019

‘In Christus een nieuwe schepping.’

De oude wordt door de nieuwe ver-
vangen; een werk dat God door Zijn
geest uitvoert. Het is geen kwestie
van vrije keuze van de mens. Het is
God Die kiest en de mens zal volgen
op grond van die keuze. Ook het ver-
langen God te willen dienen is niet
uit de mens. Ja het is God, Die én het
willen én het werken in de mens uit-
werkt. En het hangt niet van de wil of
het rennen of het inspannen van men-
sen af. Het hangt van God af.

‘God erkennen als God.’

Hij is de Plaatser of Onderschikker Die
bepaalt. De mens deelt in die zegen.
Alle zegen komt van Boven. De gelovi-
ge die Paulus hoort wordt zich meer en
meer bewust in Christus een nieuwe
schepping te zijn. Dat zal dan ook stapje
voor stapje zichtbaar worden in dagelijk-
se wandel. Tegelijk horen we, dat God
aan ieder een mate van geloof toedeelt.
Daarom kunnen we niet afrekenen hoe
ver iemand gevorderd is. We zien de al-
leen buitenkant, bovendien.

‘Groei in de erkenning van God.’

Daar draait het uiteindelijk om. We zijn
gezegend met iedere geestelijke zegen
in Hem Die het hoofd is. Zo zorgt Hij er-
voor, dat de gelovigen voedsel ontvang-
en. Daar zet Hij gelovigen voor in om de
boodschap door te geven. Anderen die-
nen weer op een andere manier. Ieder
doet dat in de gezindheid van Christus
Jezus. We zijn niet uit op een hoge posi-
tie nu, maar dienen ootmoedig totdat
de bazuin van God klinkt.

27 augustus 2019

‘Is de mens niets of iets?’

Ieder mens is kostbaar in Gods ogen.
Hij heeft lief en daarom geeft Hij Zijn
eniggeboren Zoon. Voor de hele we-
reld. God was in Christus de wereld tot
Zich verzoenend. Dat heeft grote gevol-
gen. De prediking is niet op de zondaar
gericht, zodat die iets moet doen. Nee.
God heeft de verzoening al tot stand
gebracht in en door Christus. Degene
die dat hoort kan eenvoudigweg God
danken voor de genade die Hij geeft.

‘Ja dat is echt goed nieuws.’

Paulus is in 2 Corinthiërs 5 bezig met
de belangrijke scheidslijn, die gevolg is
van Zijn kruisiging en opstanding. Nu
Hij is opgewekt uit de dood, is het ou-
de in feite al voorbij. Eén stierf voor
allen en dus zijn allen gestorven (vers
14). De gelovige leeft want is opgewekt
-geestelijk gezien- en heeft contact met
Vader. Het gevolg is, dat wij niemand
meer kennen overeenkomstig het vlees.
We rekenen in Christus niet meer met
vleselijke komaf – Galaten 3:27,28.

‘Ook dat is fijn om te horen.’

Paulus prikt verder door -door heilige
geest geleid- en stelt vast:

ook echter indien wij Christus overeen-
komstig het vlees gekend hebben, ken-
nen wij Hem zo nu niet langer

Dat wil zeggen dat wij rekenen met de
verheerlijkte Zoon van God aan de rech-
terhand van God. Geen enkele andere
apostel maakte ooit zo’n opmerking. En
dat kon ook niet, want de Besnijdenis is
nog in het vlees en heeft nog geen deel
aan de nieuwe schepping. De roeping
van het lichaam van Christus begon ná
Zijn verheerlijking.

26 augustus 2019

‘We hebben geen vrije wil.’

Zoals in de studies te beluisteren valt
(Filippenzen 35 en 36), heeft de mens
zeker geen vrije wil. Ook blijkt bij na-
der inzien de eigen wil nogal beperkt
te zijn. Veel invloeden die ons denken
en gedrag bepalen, ontgaan ons. Door
Gods woord worden wij als gelovigen
steeds meer bepaald, in elk geval ons
denken en onze gezindheid. Veel on-
gelovigen leven volgens de aandrang
van het vlees en steeds meer door de
machten en krachten in de lucht.

‘Zo zegt Efeziërs 2 dat ook.’

Opnieuw lees je door een complex
aan factoren, dat de wil van de mens
niet vrij is. Zoals koning Saul beïnvloed
werd door een boze geest, zo ook de
mens. Zonder zich dat bewust te zijn.
Wij, als gelovigen staan onder invloed
van Zijn woord en Zijn geest. Daarmee
worden wij veranderd. God werkt als
grote Pottenbakker in en aan ons.
Wanneer God Zijn geest op Israël uit-
giet zullen zij ingrijpend veranderen.

‘Daar zien we naar uit.’

Ook al wil de mens vandaag zeker niet
wat God wil, die mens zál ootmoedig
de knieën buigen voor Hem, Die liefde
is. Door allerlei indrukken en woorden
diep overtuigd, zal ook de grootste vij-
and veranderen in een vriend. Zo zien
wij, dat de uitspraken van de Schrift ui-
terst betrouwbaar zijn. Ieder mens is
leugenachtig en God waarachtig. En ná
het einde van Gods plan zal iedereen
oneindig leven en niets anders willen
dan wat Vader door Zijn geest ingeeft.

25 augustus 2019

‘Geen vrije wil bij de mens.’

God is verantwoordelijk voor alles wat
gebeurt in Zijn plan. De mens kan Zijn
plan niet dwarsbomen, niet ongedaan
maken. Paulus schrijft in Romeinen 9,
dat het niet afhangt van de wil of de in-
spanningen van de mens. Integendeel,
het is God Die verhardt en Die gewillig
maakt. Dat schrijft de apostel naar aan-
leiding van Jakob en Esau. Hij zegt ter-
loops dat de aanzegging dat de meer-
dere de mindere zal dienen, al aan Re-
bekka gedaan werd voordat de kinde-
ren geboren waren.

‘Ja vooraf werd hun leven verteld.’

In dat korte tussenzinnetje staat dan:

..nog voordat zij iets goeds of kwaads
hadden kunnen doen
                                      Romeinen 9:11

Dat is zo, opdat het voornemen van
God zou blijven als de keuze, niet uit
werken, maar uit Hem, Die roept. In
wezen niet uit de mens, maar uit God.
Zo ook in deze tijd van genade, alle ge-
lovigen zijn gered in genade, en dat is
uit God. Het is in verband met de wil
van de mens goed om eens te luiste-
ren naar de studies Filippenzen over
dit wezenlijke onderwerp.

‘Welke zijn dat dan?’

Die staan nu naar voren gehaald op
deze website. Deel B van de studie
Filippenzen 2:12,13 (nummer 35) en
studie 36 helemaal. Daar wordt die-
per ingegaan op dit onderwerp. Het
is goed om teksten waar het over de
wil en keuze van de mens gaat in ver-
band van de Schrift te lezen. Niet zelf
gaan redeneren aan de hand van en-
kele losse teksten. Jakob en Esau had-
den geen keuze, wij evenmin. Het lag
tevoren allemaal vast in God onze Va-
der, Die ons onmetelijk liefheeft.