Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

20 december 2016
‘Hoe kun je leven?’

In Romeinen 5:20,21 staat, dat Gods
genade regeert in deze tijd. Gisteren
zagen we dat Efeziërs 3:2 aangeeft:
het beheer van de genade van God.
Paulus mocht dat administreren en
bekendmaken in de tijd waarin God
de gemeente (lichaam van Christus)
roept.

‘Waar is dat op gebaseerd?’

Op het werk van Christus, Gods Zoon.
Hij stierf aan het kruis, en werd op de
derde dag opgewekt uit de dood. Zijn
werk is voltooid, Hij riep dat aan het
kruis: het is volbracht. Een voltooide
handeling, met een schitterende, er-
uit voortvloeiende toestand: genade
regeert.

‘Dat lees je ook in Romeinen.’

Het evangelie is kracht van God tot
redding, en dat klinkt in deze gewel-
dige brief volop. Romeinen 5 spreekt
over deze daad van gerechtigheid, en
dat leidt tot rechtvaardiging van alle
mensen tot leven. De uitwerking van
het kruis is te lezen in Romeinen 6,7
en 8. Dan gaat het om rekenen.
Feit is, dat u, jij en ik gezamenlijk met
Christus gekruisigd werden.
Onze oude mens(heid) met Hem.
God rekent zo, en wij doen dat ook.

19 december 2016
‘Genade is het antwoord.’

Dat is de enige basis waarop de mens
gered kan worden. En kan leven. Al de
andere berichten vanuit religie vragen
een prestatie van de mens. Het evan-
gelie van de genade van God is en blijft
de basis waarop de gelovige leeft.
Zoals we gisteren hebben gezien, is
Romeinen 5:20,21 leidend in deze tijd.

‘Gods genade regeert.’

En later is de tweede grote brief met
onderricht voor deze tijd vol genade.
Efeziërs 3:2 spreekt dan ook over het
beheer van de genade van God. Dát
kenmerkt deze tijd. Waar men afwijkt
van deze lijn, spreekt Paulus scherp.
Het is vooral wettische prediking, die
tegen Romeinen 5 in gaat.

‘Paulus is dan heel scherp.’

Al wat dwingt, wettisch opdringt, is
niet in harmonie met de genade die
in deze tijd regeert. Anders heb je de
ervaring van Romeinen 7, je wil wel
maar het lukt je niet. Je gaat je ellen-
dig voelen, en bent meer met jezelf
dan met Vader bezig. Bewust leven
van de genade van God, is: omhoog
kijken naar je hemelse Vader en het
van Hém verwachten. In alles.

18 december 2016
‘Vrolijk is Romeinen 7 niet.’

Inderdaad een weinig verheffende in-
kijk in het innerlijk van dit mens. Het
is de ervaring van iedereen die pro-
beert de wet te houden. Je wordt er
een ellendige gevangene van. Je er-
vaart, dat je de kracht mist om eraan
te voldoen. Het grote antwoord voor
de apostel en elke gelovige is:

Gods genade

‘Het kan niet anders, zo is het.’

Je ziet, dat ook hier het antwoord op
de problemen van God komt. Niet uit
de gedachten en filosofie van mensen.
Je kan zoiets niet bedenken. De mens
komt met allerlei meer of minder psy-
chologische methodes aanzetten.
Het evangelie is:

Genade van God

‘Niet: beter je best doen.’

Anders raak je verder van huis.
Gods genade is hét antwoord op de
roep van deze ellendige naar Vader.
En daarmee is de tekst terug bij het
einde van hoofdstuk 5:20,21:

….waar de zonde toeneemt, stroomt
de genade over, opdat, evenals de
zonde regeert in de dood, zo ook de
genade zou regeren door gerechtig-
heid, naarbinnen eonisch leven door
Jezus Christus, onze Heer

Wij zingen met de apostel:

Ik dank God,
door Jezus Christus,
onze Heer

17 december 2016
‘We zien op naar Vader.’

Dat bewerkt een ervaring onder wet en
regels ook. In Romeinen 7 wordt de er-
varing verteld van iemand die serieus
probeert eraan te voldoen:

want het goede dat ik wil, doe ik niet,
maar het kwade, dat ik niet wil, dat prak-
tiseer ik; als ik nu dat doe wat ik niet wil,
breng ik dat niet meer teweeg, maar de
zonde die in mij woning maakt
                                        vers 19,20

Het leidde bij Paulus tot diepgaand zelf-
onderzoek, zoals we kunnen lezen. Hij
werkte dat uit in wat uitspraken.

‘Ik ben blij dat we dat hebben.’

Elk woord in de Schrift is belangrijk.
We zien in het vervolg de uitwerking:

dus vind ik deze wet(matigheid), dat:
terwijl ik het ideale wil doen het kwade
naast mij ligt                          vers 21

En bij gelegenheid deed hij het kwade
terwijl hij volgens de regels het goede
moest (en ook wilde) doen. Zo kwam
hij niet verder. Dat geldt ook voor alle
gelovigen die alles willen doen omdat
het moet (van wie eigenlijk?) en/of om-
dat het zo hoort.

‘Je komt het vaak tegen, ja.’

Kijk eens wat je vervolgens leest:

want ik geniet van de wet van ^.God
naar de innerlijke mens        vers 22

Hij zei waarschijnlijk met Psalm 119:

hoe lief heb ik Uw onderwijzing (wet)!

Wat zijn innerlijk (gedachten) betreft zat
het wel goed. Gods woord bovenaan.
En toch:

maar ik merk een ander(soortig)e wet-
(matigheid) op, in mijn leden, die oorlog
voert met de wet(matigheid) van mijn
denkzin (verstand), die mij in ballingschap
meeneemt in de wet(matigheid) van de
zonde die in mijn leden is
                              Romeinen 7:22,23

Genoeg om over na te denken.
Morgen weer verder.  

16 december 2016
‘Zelf proberen lukte niet.’

Kleine kinderen willen dat graag: ‘ikke zelf
doen!’ Als gelovigen geestelijk gezien nog
kinderen zijn, roepen ze hetzelfde. Dat was
ook bij de Korintiërs het geval. Daar had je
aan de ene kant gelovigen die meenden
dat alles onder de genade geoorloofd is.
Aan de andere kant de wettischen die al-
les graag in regels willen zien, zodat ze we-
ten waar ze aan toe zijn. Heel praktisch.

‘Dan is groei nodig.’

Zonder regels leven, kun je niet uit jezelf.
Met regels proberen te leven leidt onher-
roepelijk tot teleurstelling en schijnheilig-
heid. Gelovigen vergeten zo snel wat de
Heer tegen de farizeeën en schriftgeleer-
den van Zijn volk zei. Zij stonden bekend
als de kampioenen van de regels, tot in
de kleinste details uitgewerkt.

‘Dat werkt niet, heb ik ook ervaren.’

Het leidt tot beschadiging van mensen.
Het zonder liefde toepassen van allerlei
regels leidt tot grote schade. Het leven
onder de wet heeft gevolgen voor je blijd-
schap in je hart. Zoals Romeinen 7 zegt:

als ik nu dat doe wat ik niet wil, verklaar
ik samen (met) de wet dat zij uitstekend is
                                                 vers 16

want ik neem waar, dat het goede in mij
(dat is: in mijn vlees) geen woning maakt;
want het willen is bij mij, het ideale uit-
werken niet                                vers 18

De mens mist kracht om uit zichzelf aan de
wet (het ideale) te voldoen. Als dat dag in,
dag uit je ervaring is, verdwijnt blijdschap,
vreugde uit je leven.