Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Geweldig, dat woord van God.’

We zijn blij met de Schrift. Het geeft echter
wel consequenties. Op voorhand geloven
al wat de Schrift zegt, dat is het. Dat wij
lang niet altijd begrijpen wat het Woord
aangeeft, is wat anders.

‘Ik vind Exodus 12 erg duidelijk.’

Dat is het zeker. Moeilijk punt, het slaan
van alle eerstgeborenen van Egypte,
zelfs die van de farao, dat is nogal wat.
We hebben gelezen in de verzen 23 en
29. En we lazen ook het 12^e vers, waar-
in IEUE tevoren tegen Mozes en het volk
zegt, dat Hij dat zal doen. Onze Psalm
105:36 zegt het óók: IEUE deed dat!

‘Hij bracht de hongersnood ook.’

Ook dat hebben we gezien als een voor-
beeld van wat Jesaja 45:7 zegt. En als we
de Psalm verder lezen zien we dat IEUE
Zijn volk uitleidde uit Egypte, dat Hij de
wolk- en vuurkolom gaf. En dat Hij kwar-
tels gaf, water uit de rots schonk. Dat al-
les is het directe handelen van IEUE. 

‘Exodus 12 zegt, dat IEUE handelt.’

Mensen hebben veel moeite met het
woord uit Jesaja 45:7. Dat zegt:

Ik ben IEUE, en daar is geen ander
Vormer van licht en Schepper van
duisternis; Maker van goed en
Schepper van kwaad, Ik, IEUE, doe
dit alles

Allerlei pogingen worden onderno-
men om dit af te zwakken of zelfs te
ontkennen. Wanneer we echter kij-
ken naar de geschiedenis van Israël
wordt het helder.

‘Hij sloeg de eerstgeborenen.’

Uit Exodus 12:23 weten we, dat Hij,
IEUE zelf, de verderver opdracht gaf
dat te doen. Daarmee kreeg die ver-
derver ook de mogelijkheid, dit grote
kwaad voor de Egyptenaren te doen.
Wanneer IEUE het niet had gewild,
had de verderver dat nooit kunnen
doen.

‘Daardoor is IEUE verantwoordelijk.’

En blijft Jesaja 45:7 staan: IEUE is de
Schepper van het kwaad. Het kwaad
is niet spontaan zomaar ontstaan.
Zou dat wel zo zijn, dan spreekt Ro-
meinen 11:36 dat tegen, want daar
staat dat alles uit God is. 

‘Het is wel duidelijk, Jesaja 54:16.’

Men probeert hier vaak onderuit te
komen. Het staat er wel, en dat Ik
heb geschapen wordt door IEUE ge-
zegd, bij monde van de profeet.
Het woord voor verderver is zowel
in Exodus 12:23 als in Jesaja 54:16
het Hebreeuwse sjachat.

‘Exodus 12 zegt dat IEUE dat deed.’

Het blijkt ook daar uit de tekst zelf:

En Ik zal in deze nacht door het land
Egypte trekken en alle eerstgeborenen
in het land Egypte treffen, mens en vee.
En Ik zal aan al de goden van de Egypte-
naren gericht voltrekken, Ik, IEUE. (12:12)

‘IEUE draagt de verantwoordelijkheid.’

Hij liet dit door de verderver doen, en
dat is alsof IEUE het zelf deed. In elk
geval draagt Hij zelf de volle verant-
woording voor deze zware slag die aan
Egypte werd toegebracht, om Zijn eigen
volk Israël te verlossen.

‘Gods hand regeert alles.’

En dat is maar goed ook. De verzen
26-35 van Psalm 105 laten zien, dat
IEUE, de God van Israël handelde.
De plagen over het land en het volk
van Egypte zetten de afgoden te kijk.
God zelf bracht dit alles teweeg.

‘Reactie op de onderdrukking.’

Ja, zelfs wat we in vers 36 lezen was
een directe ingreep van IEUE:

Hij trof alle eerstgeborenen in hun
land, het begin van hun mannelijke
kracht

Dit is een weerslag van Exodus 12:29 :

en het geschiedde midden in de nacht,
dat IEUE alle eerstgeborenen van het
land Egypte trof; vanaf de eerstgebo-
rene van farao die op de troon zit, tot
aan de eerstgeborene van de gevange-
ne die in het huis van de cisterne was,
en elke eerstgeborene van vee

‘Deze twee teksten zeggen genoeg.’

Zo’n groot kwaad dat gebeurde en de
Egyptenaren overkwam, kwam direct
van de hand van God. Hij zette daar-
voor de verderver (Exodus 12:23) in,
terwijl Jesaja 54:16b van deze zegt:
en Ik heb de verderver geschapen om
te vernielen

Uit Jesaja 54 blijkt duidelijk, dat IEUE
aan het woord is, zie vers 1,6,8,10,17.
En het Hebreeuwse woord, dat in Exo-
dus 12:23 gebruikt wordt, is hetzelfde
als in Jesaja 54:16.

‘Sterk, deze Psalm 105.’

We zien, dat God zelf het is, die
de geschiedenis actief leidt en be-
stuurt. Hij wacht niet af hoe de
mens zich ontwikkelt. Ook wacht
Hij niet op daden van de mens en
reageert daar achteraf op.

‘Hij heeft alles in Zijn hand.’

Israël ontstond als volk in Egypte,
de 70 familieleden groeiden daar
uit tot talrijk volk. De Egyptenaren
zagen ze als vijanden en onder-
drukten de Israëlieten. Psalm 105:
25 zegt daarvan:

Hij keerde hun hart om Zijn volk
te haten, om listig tegen Zijn die-
naren te handelen

‘Hij bewerkte de harten.’

Duidelijk wat de Psalmist zegt,
het is God zelf die de harten om-
keert en uitwerkt, dat Egypte de
12 stammen onderdrukte. Dat
was niet slechts een menselijk
proces van jaloezie en daaruit
handelen. De geestelijke achter-
grond is nu helder voor ons!