Woord vandaag

‘Het blijkt, dat God zelfs het kwaad doet?’

Dat lazen we gisteren in Amos 3:6. Daar zijn meer plaatsen
in de Schrift die dat aangeven. En hoe dat dan werkt. Toen
koning David een volkstelling liet houden, zou je zeggen,
dat hij dat zelf in zijn hart voornam. En dat is ook zo. Voor
zijn eigen ervaring zal hij dat zo gedacht hebben. Dat staat
ook in de Schrift.

‘Daarop kwam wel een gericht.’

We kijken naar wat de Schrift zegt:

satan keerde zich tegen Israël en zette David aan, Israël te
tellen. Toen zei David tot Joab en tot de oversten van het volk:
Ga Israël tellen van Berseba tot Dan, en breng mij de uitslag,
opdat ik het getal weet.
                            1 Kronieken 21:1,2

David beleed het in 1 Kronieken 21:8 :

ik heb intens gezondigd dat ik dit ding gedaan heb

‘Dat was de oorzaak van het gericht dat kwam.’

Ja, wanneer we het in Kronieken lezen, is het zo dat de tegen-
stander David aanzette tot deze telling. De geest van de tegen-
werker beïnvloedde David kennelijk.
We hebben nu twee die iets deden: de satan die aanzette en Da-
vid die de telling liet uitvoeren. Toch staat volgens de Schrift IEUE
(Jahweh, Ik ben) hier niet buiten als Degene Die afwacht en een
gericht geeft als gevolg van de volkstelling.

‘Er staat ook iets in Samuël, toch?’

Voor veel gelovigen: merkwaardig genoeg wel, ja. Daar staat iets
in 2 Samuël 24, dezelfde geschiedenis als in 1 Kronieken 21. We
lezen in vers 1:

Toen de verontwaardiging van IEUE voortdurend tot hitte werd
tegen Israël, zette Hij David tegen hen aan, zeggend: Ga, tel Israël
en Juda
.

Nu zitten we met een probleem. Wie deed het? Wie zette David
aan? De satan of IEUE? In feite was satan het instrument in de
hand van IEUE om David aan te zetten. Volgens de Schrift was
daarmee IEUE uiteindelijk verantwoordelijk. En was Hij het, die
David aanzette tot het opdracht geven om Israël te tellen.

‘Ja, als je het leest, kom je daar niet onderuit.’

We lezen ook iets over koningen en IEUE in Spreuken 21:1

het hart van de koning is in de hand van IEUE als verdelingen
van water, waar het Hem behaagt leidt Hij het heen

En dat is wat in Davids leven gebeurde, onder andere bij de volks-
telling. De tegenwerker zette David aan, maar het was IEUE die
de satan gebruikte als instrument in Zijn hand. Uiteindelijk was
Hij het, die alles leidde en bestuurde, tot wat Hij goed achtte!

Woord vandaag

‘Gelukkig heeft God alles in Zijn hand.’

Dat blijkt uit zo veel Schriftplaatsen. Niet alleen uit Prediker,
zoals we gisteren hebben gelezen. Ook in de profeten blijkt
dat keer op keer. Wanneer we de boer uit Tekoa, Amos, raad-
plegen, komen we dat ook tegen. Ook hij was door heilige
geest gedreven en sprak. We lezen in Amos 3 bijvoorbeeld:

Luister naar dit woord dat IEUE tot jullie spreekt, zonen van
Israël, het hele geslacht dat Ik uit het land Egypte heb geleid

‘Ja, het is woord van Jahweh.’

Specifiek richt Hij het woord tot Israël via de profeet Amos.
En dat niet alleen; Hij geeft aan, dat Hij het volk uit het land
Egypte heeft geleid. Zij konden zelf niet weg. Het was God,
de God van Israël, die het deed. En niemand anders. Hij gaf
hun niet alleen een leider in Mozes, maar Hij gaf ook de
adem, het leven en de kracht om uit te gaan.

‘Ja, mooi, en wat staat nog meer in Amos 3?’

IEUE (Ik ben) stelt een serie vragen waarop het antwoord
direct duidelijk is:

Gaan twee samen zonder elkaar ontmoet te hebben?
Brult een leeuw in het woud als hij geen prooi heeft?
Laat een jonge leeuw uit het hol de stem klinken zonder
dat hij gevangen heeft?
Duikt een vogel in een strik op aarde als de val er niet is?
Springt de strik van de grond wanneer niets gevangen is?
Of wordt in een stad de bazuin geblazen zonder dat het
volk beeft?
                                                    Amos 3:3-5

‘Wat mij betreft kun je op al die vragen nee zeggen.’

Dan, in deze reeks nog een opmerkelijke, die veel zegt:

Komt kwaad in de stad voor zonder dat IEUE dat doet?

Het woord voor doen is hier in de grondtekst oshe, dat
doen, maken, betekent. Het is IEUE (Ik ben), Die kwaad
doet/maakt. Hij heeft niet alleen alles in Zijn hand, Hij
bewerkt alles, wanneer we dieper kijken dan vaak ge-
daan wordt.

Woord vandaag

‘Geen gedwongen belijdenis. Fijn.’

God dwingt niet, Hij bewerkt door Zijn geest, door Zijn ge-
liefde Zoon. Ook de belijdenis van harte, dat Jezus Heer is.
Zo vult Paulus dat – door heilige geest geleid – in. Tegen-
over de prediking van een onmachtige God, die moet af-
wachten of het schepsel voor Hem kiest, toont de Schrift
ons iets anders.

‘Heel de Schrift door?’

Dat kun je wel zeggen, ja. We kunnen wat voorbeelden
noemen de komende dagen. Dan lezen we over God, de
Plaatser, die alles op Zijn plaats zet. Dat is het Griekse
woord. Het Hebreeuwse AL (vaak als EL weergegeven),
wijst op het Onderschikker zijn van Hem. In het bijzonde-
re, niet zo makkelijke boek Prediker lezen we iets.

‘Alles is ijdelheid?’

Daar begint het mee, alles is –met menselijk oog bekeken-
leeg, zinloos. Toch, wanneer je leest, is in dit boek meer te
vinden. Voor alles dat onder de hemelen gebeurt (op aarde)
is een vastgestelde tijd, dat zegt Prediker 3. Dan worden in
vers 1-10 bekende gebeurtenissen genoemd. En in vers 11
staat: alles heeft Hij (God – Alueim) passend gemaakt in
zijn tijd
. Dan is het geen toeval, wat de mens overkomt.

‘Dat zou je nog kunnen zeggen, ja.’

Dat wordt door vers 10 anders gezegd. Dat spreekt van God:

Ik zie de ervaring, die God (Alueim) aan de zonen van Adam
(de mensheid) geeft

Dat wijst terug op al wat in vers 1-10 gezegd wordt. Geboren
worden, sterven ….. oorlog en vrede. Deze ervaringen geeft
God aan de mensheid, het is geen toeval. Je kunt zelfs zeggen
dat het eerste woord (geboren worden/voortbrengen) en het
laatste (vrede) heel Gods plan weergeeft. Hij brengt alles voort
(alles is uit God) en Hij geeft vrede (alles met Hem verzoend)!  

Woord vandaag

‘De knieën buigen, dat staat in Jesaja, toch?’

Ja, en daar is het woord buigen apart gebruikt in de tekst.
Het woord knie is in Hebreeuws nauw verwant aan knielen.
De Hebreeuwse letters zijn hetzelfde. Ook het woord zegen
of zegenen bestaat uit dezelfde letters: BRK, in getal uitge-

drukt: 2-200-20. Dit heeft een diepere betekenis, maar dat
bespreken we nu niet.

‘We knielen toch voor God?’

We kijken naar Jesaja 45:23, waar staat:

Ik heb gezworen bij Mij zelf, een woord van gerechtigheid
is uit Mijn mond gegaan, en het zal niet terugkeren:
dat voor Mij alle knie zal buigen, alle tong zal zweren tot God

Geweldige woorden, die uitdrukken wat het uiteindelijke
doel van God is. Het wordt in Romeinen 14:11 en Filippen-
zen 2:10,11 door Paulus aangehaald. Alle knie wil zeggen:
alle schepselen zullen buigen voor God. Dat is terecht, wan-
neer zij tot inzicht gekomen zijn.

‘Ja fijn he, en dat zweren is van harte belijden?’

Volgens het Griekse vertaalwoord wel. Dat drukt niet al-
leen een formeel belijden uit. Het is meer. Het Griekse
woord begint met uit. Omdat het hele woord loven, prijzen en
dergelijke uitdrukt, kan dat uit verwijzen naar het hart – in
elk geval zal het geen dwang zijn. Dan zal het zeker weer
zijn zoals de Heer zei: uit de overvloed van het hart spreekt
de mond
. Waar het hart vol van is……

Woord vandaag

‘Zoon zijn is ons toegevallen.’

Het is een grote genade van God, dat ons de plaats van zoon
is gegeven. Daar spreekt Efeziërs 1:4,5 van, als één van de
geestelijke zegeningen. Onze zoon-plaatsing is echter niet
zoals Israël op aarde, maar te midden van de hemelsen. In
Christus Jezus. Anders dan Israël zijn wij gezet in een hemel-
se positie. Heerlijk, wat een plaats! 

‘Door de geest van God bewerkt.’

Dat zeker. Het is geen verdienste van onszelf. We zijn buiten-
gewoon bevoorrecht. Israël heeft in de nieuwe aarde wel ze-
geningen met een hemels karakter. Wij zijn zelf in een zoon-
stand gezet in een positie boven, waar Christus nu is. We zul-
len straks zelf kunnen waarnemen, hoe de goddelijke dienst
van de hemelsen eruit ziet.

‘Het gaat boven ons denken uit.’

Je kunt dit nooit bedenken. De heerlijkheid, die alle gemeen-
teleden wacht, is zó groot. Voor velen te groots om te bevat-
ten. En dat is het ook. De heerlijkheid die we zullen ontvang-
en is zoveel groter dan we kunnen vermoeden. Alles zal licht
zijn, en ons hart en denken zal vol van Zijn liefde zijn.
Daardoor kunnen we -meer nog dan nu- de geestelijke lijnen
van de nieuwe schepping verstaan. We zullen de heerlijkheid
van Christus zien, de knieën buigen voor Hem, die waardig is.