Woord vandaag

‘Zeg, die kalender van God geeft overzicht.’

Sommigen vinden het maar niks, zo’n overzicht van Gods administraties,
of periodes van beheer. Het beheer van deze tijd noemt Efeziërs 3:2 de
genade van God
. Het wordt in Efeziërs 3:9 het beheer van het geheime-
nis
genoemd. Geheim was het, deze tussengeschoven periode in Gods

handelen met de mensheid. Was niet in Tenach (‘OT’) bekendgemaakt
en evenmin in de vier verslagen van het leven van onze Heer.

‘De kalender noemt zelfs 12 periodes.’

Dat is mooi, want 12 heeft te maken met regering. Zo zal Israël met 12
stammen regeren over de volkeren. In de komende eonen (staan ook op
de kalender). En 12 apostelen zullen op hun beurt in de wedergeboorte
regeren over de 12 stammen. In Openbaring zien we 12 x 12000 uit Israël
die als 144000 een speciale bediening hebben. Ook dat heeft met regeren
te maken. We kennen 12 uren van de dag en 12 uren van de nacht; zeker
de mensen die zuidelijker leven (rond de evenaar) kennen dat.

‘Nu het beheer van genade.’

Ja, deze periode, het beheer van het geheimenis volgt op achtereenvol-
gens die van de wet, daarna de vleeswording van de Heer Jezus (genade
en waarheid). Dan volgt pinksteren en een overgangsperiode. En na die
overgangsperiode volgt dus het beheer van het geheimenis. Middenin het
boekje de kalender van God staat een mooi overzicht van Gods kalender
waardoor je in één keer volledig overzicht hebt. Het hele plan van God
voor je hebben! Dat stemt tot diepe dankbaarheid. 

Woord vandaag

29 februari 2016
‘Men heeft grote moeite met kwaad.’

Elk mens heeft er moeite mee. Het kwaad noodzakelijk in Gods
plan. We eindigden gisteren met de woorden uit Romeinen 11:36,
dat alles uit God is. Dan ontkom je er niet aan, dat ook het kwaad
uit God moet zijn. Geen uitvluchten mogelijk. Ook al ligt je door de
tradities bijgebrachte beeld van God dan aan diggelen. God is altijd
weer anders dan je denkt.

‘Dat is waar. Maar we mogen weten, dat God liefde is.’

De diepste diepte van God is Zijn liefde. In de traditie wordt Zijn
liefde gezien als een van Zijn eigenschappen, naast Zijn rechtvaardig-
heid en andere. Dat is niet zoals Zijn woord het laat zien. God is recht-
vaardig in Zijn liefde. Zijn gestrengheid wordt getemperd door Zijn lief-
de. Uiteindelijk zal Zijn liefde het laatste woord hebben, en dat is voor-
zegd: Hij zal alles in allen zijn.

‘Daar loopt Zijn voornemen op uit.’

Gods plan omvat niet alleen grote, langdurige tijdperken zoals de vijf
eonen. Ook over dagen (dag van Christus, dag des Heren, dag van God)
lezen we het nodige. Dan heb je nog periodes van beheer. En hoe die
in de loop van de geschiedenis gaan? Daarvoor is Gods kalender van
broeder A.E. Knoch een fijne leidraad. Het boekje is verkrijgbaar bij de
boekentafel van gemeente Eben-Haëzer. U kunt deze bijzondere uit-
gave ook per e-mail bestellen: info@da-ath.nl ; dan krijgt u deze gratis
(genade) toegestuurd.

Woord vandaag

28 februari 2016
‘Heel blij ben ik met Gods plan.’

Gods voornemen bepaalt alles. Mensen spelen daarin een belang-
rijke rol. De Mens bij uitstek, Gods eniggeboren Zoon Jezus Christus,
is Degene die alles uitvoert wat God Zich voornam. Gods plan van
eonen is onmiskenbaar bepalend voor al wat gebeurt. Niets valt bui-
ten Gods controle. Al de haren van je hoofd zijn geteld, zei de Heer
tegen Zijn volk. Als één op aarde valt, weet Vader dat.

‘Hoe groot is God, dat Hij alles beheerst.’

Alles is uit Hem en door Hem en tot in Hem. Dat geeft Romeinen 11:
36 als eenvoudige samenvatting. In één korte zin wordt alles inbe-
grepen. Mensen hebben grote moeite met alle drie. Dat alles uit God
is, is een grote aanstoot voor veel gelovigen. Zij geloven dat vaak tot
op zekere hoogte. Als het gaat om de schepping nog wel, maar ook
daar stuiten ze op een groot probleem: de satan, de tegenwerker.

‘Daarom ziet men die als een gevallen engel?’

Men zit met het grote probleem van het kwaad in de wereld. Waar
komt 
dat uiteindelijk vandaan? Meestal ziet men God als de macht
waar al 
het goede vandaan komt. Van de satan komt al het kwaad.
Maar op
de vraag waar de satan vandaan komt, weet men geen
antwoord. Of 
ontwijkt dat door de theorie, dat die een gevallen engel
is. Daarmee 
schuift men de verantwoordelijkheid voor het bestaan van
het kwaad 
van God af. Romeinen 11:36 zegt echter: Alles is uit Hem.  

Woord vandaag

26 februari 2016
‘Wat een toekomst he, voor dat lichaam.’

In Efeziërs lezen we over de bijzondere plaats van het lichaam van
Christus. Niet op aarde, maar boven. In de hemelse gebieden, voor
de hemelse machten en krachten. Daar hebben we nu al mee te
maken. Dit is iets dat vanzelfsprekend zeer omstreden is. Veel ge-
lovigen willen er bewust niet van weten. Zij zien alleen een aardse
toekomst voor het lichaam van Christus weggelegd.

‘Het wordt nogal bestreden ja, soms heel erg fel.’

Wanneer je de kerkgeschiedenis overziet, merk je dat de kerk van
meet af aan zat met die vraag. Dat leidde tot de uiterst verderfe-
lijke vervangingstheologie. De kerk/gemeente in plaats van Israël.
Wanneer men Paulus was gevolgd, zou dat nooit ontstaan zijn.
Het lichaam van Christus heeft een hemelse toekomst, ons domein
behoort de hemelen toe.

‘En Israël is het koninklijk priesterschap op aarde.’

Die lijn is volstrekt helder in de Schrift. Als reactie op de tweede
wereldoorlog kwam de theologie in verlegenheid. Men ging steeds
vaker op zoek naar de Joodse wortels van de christenheid. Ook
daarin zocht men niet helemaal correct. De wortels van de gemeen-
te liggen in Christus. Zoals ooit Eva uit Adam genomen en gebouwd
werd, zo werd ook het lichaam van Christus uit Hem zelf genomen
en gebouwd!

Woord vandaag

‘Mooi, die prachtige lijnen in de Schrift voor Zijn volk’

Hebreeën gebruikt het bijzondere woord ‘hemels’ zoals dat ook
in Efeziërs voorkomt. Er zijn parallellen tussen die twee brieven.
Als het gaat om de hemelse positie van Christus aan Gods rech-
terhand. Zowel in Efeziërs als in Hebreeën wordt daarvoor Psalm
110 aangehaald. In Hebreeën wil de schrijver gelovigen uit Israël
meenemen richting de boodschap die Paulus druk bezig was uit
te dragen.

‘Dat is fijn te horen, zo begrijp ik die brief beter.’

De gelovigen uit Israël zouden hun hemelse roeping (Hebreeën
3:1) bewust worden, en daarmee ook van de andere toekomst,
de hemelse, die Paulus mocht laten zien in Efeziërs! Daarom ge-
bruikt de schrijver van Hebreeën termen die voor de gelovigen
uit Israël heel bekend waren. En door het woord ‘hemels’ (letterlijk:
op-hemels) te gebruiken, bereidt hij hen voor op de hogere onthul-
lingen in Efeziërs.

‘He, fijn. Zo krijg je beter zicht.’

In Efeziërs staan de hoogste waarheden voor de gemeente, het
lichaam van Christus. Het beheer van het geheimenis (Efeziërs 3:9)
wordt alleen in die brief zó bekendgemaakt. Het beheer van de ge-
nade van God (Efeziërs 3:2) loopt daarmee parallel. Heel de schep-
ping zal rijk gezegend worden door de bediening van de ekklesia,
het lichaam van Christus. Het karakter én de plaats van deze ge-
meente is in essentie hemels. Dat het óók uitkwerking op aarde zal
hebben: ja. Het laat zien hoe belangrijk dit lichaam voor de Heer is!