Woord vandaag

‘In de dagen van Paulus ondervond hij veel tegenwerking.’

Met name vanuit de Joden, die onder de wet leefden en
de tradities belangrijker vonden. Dat blijkt ook uit de Tal-
moed zelf. Daar staat in, dat hetgeen de oude wijzen, de
oude rabbijnen leerden, belangrijker is dan de Thora. Zo
wordt gedacht in het orthodoxe Jodendom. Daarnaast
waren er diegenen, die hun handel zagen slinken.

‘Zoals Demetrius?’

Ja, Handelingen 19:24-40 laat dat zien. Je leest daar wat 1
mens teweeg kan brengen, wanneer die zich (onwetend)
laat gebruiken door de tegenwerker. Er ontstond een heel
oproer tegen Paulus (en zijn  boodschap) en hij moet daar
in feite vertrekken (Handelingen 20:1). Maar ook al eerder
in Handelingen 16, waar we gisteravond even bij stil ston-
den, nadat Lydia gehoor gaf aan Paulus, ontstond een rel.

‘Reactie van de tegenwerker.’

Zo gaat het steeds. Dat is wat in het geestelijke bereik ge-
beurt. Een waarzeggende (python) geest zorgde voor een
confrontatie. Achter een oproer, een tegenstand tegen de
boodschap van het evangelie van genade, zitten altijd gees-
telijke machten. Daardoor kwam Paulus in de gevangenis
en later moest men hem laten gaan. En moesten erkennen
dat ze hem onrechtvaardig behandeld hadden.

‘De cipier en zijn huis ontvingen het geloof.’

Dat is weer het bijzondere. God werkte het zo uit, dat de
cipier en de zijnen geloofden het woord dat door Paulus
gesproken werd (Handelingen 16:30,31). God werkt door
tegenstand heen dat uit wat je niet zou denken. En Hij gaf
Paulus de mogelijkheid om in die situatie het woord van
genade te spreken! 

Woord vandaag

‘De Heer wist tevoren dat Judas Hem zou overleveren.’

Bijna onvoorstelbaar, dat Hij dat deed in overgave aan
Vader. Hij moest doen wat Hij van de Vader zag en hoor-
de. Hij was niet Zijn eigen Zender, Vader zond Hem om
dat te doen wat nodig was. In dat plan paste, dat één
van Zijn discipelen Hem zou overleveren in de handen van
de slaven van de hogepriester.

‘Ja, toch weer wonderlijk, dat Hij dat deed.’

Dat is het zeker, de Heer wist zeker, dat Vader alles in
Zijn hand heeft. Dat gaf Hem diepe rust, die van het geloof,
en daarin deed Hij al wat nodig was. Zo opent God harten,
die anders gesloten zouden blijven. Hij bepaalt ook wie, dat
bepaalt de mens gelukkig niet zelf. Het geloof is niet van al-
len in deze tijd (2 Thessalonicenzen 3:2).

‘Er is veel verwarring, Paulus spreekt van boze mensen.’

Waar het evangelie van genade, verzoening én de hemelse
roeping en positie van het lichaam van Christus wordt ge-
bracht, ontstaat tegelijk oppositie en vijandschap. Omdat
het geestelijk in gaat tegen het denken en de geest van de
mens. Daarachter zit de geest van weerspannigheid (of:
hardnekkigheid), die aangezet wordt door de tegenwerker.
Het kan heel vroom en mooi gebracht worden, maar vol te-
genstand en vijandschap zitten.

‘Vandaar zijn gebed in 2 Thessalonicenzen 3.’

Hij bidt en vraagt medegelovigen om ook te bidden voor be-
waring van de onvaste en boze mensen. Ook in deze tijd is
dit een zeer actueel gebed. Voor dat onvast staat in de grond-
tekst, dat zij geen plaats hebben. Heen en weer geslingerd
door allerlei wind van leer. God bewaart je in Zijn woord, dat
door Paulus gesproken wordt!

Woord vandaag

‘Opmerkelijk toch, de Heer opende het hart van Lydia.’

Dat is zo als het daar staat. Nu zijn allerlei redeneringen
van mensen, die menen dat je moet kiezen, et cetera.
Wat in de tekst staat, is: van wie de Heer opent het hart.
Hij opent een hart. We kunnen met zijn allen op iemand
inpraten, ervoor bidden, en wat er maar in stelling ge-
bracht kan worden. Maar de Heer moet het hart openen.

‘Ik snap niet waar ze zo moeilijk over doen. Hij opent.’

Het past in het grotere kader, dat de mens iets bij God te
zeggen wil hebben. En men staat niet open voor wat God
te zeggen heeft of hoort langs wat Hij echt zegt. Waar men-
sen iets doen in de dienst aan God gaat het om wat God
door hen heen bewerkt. Men leest vanuit het eigen mens-
zijn en het lijkt dan alsof mensen zelf actief worden.

‘God is uiteindelijk Degene, die mensen activeert.’

Wanneer de Heer de discipelen niet geroepen had, zou-
den zij niet mee zijn gegaan. Hij riep en wist dat zij mee
zouden gaan. Voordat Hij riep was Hij in gebed van God,
zo staat in Lucas 6:12,13. God gaf Hem dat gebed, zo lijkt
de tekst te zeggen. Zelfs toen al werd gezegd, dat Judas
de overleveraar werd. De Heer wist wie Hij uitkoos. 

Woord vandaag

‘Sommigen willen liever niet horen dat God almachtig is?’

Dat komt maar moeilijk naar voren. Als het al gebeurt, wil men
er zo veel mogelijk van afdingen. Net alsof je op de markt staat
en er 10 of 20% van af wil. Veel ernstiger is het, wanneer men
iets van de absolute almacht van God af wil halen. Om zelf als
mens meer speelruimte te hebben.

‘Dat zal niet gaan, want God bepaalt alles.’

Daar willen sommigen vanaf. In hun waan menen zij, dat zij
zelf ook invloed hebben. Dan gaat het bijvoorbeeld om het ma-
ken van een keuze. Bijvoorbeeld voor Jezus. In evangelisatie-
werk wordt wel aangedrongen bij de mens op een keuze. Je
moet een keuze maken. Heb je eenmaal de goede keuze ge-
maakt, dan heb je je verzekerd van eeuwig leven.

‘Dat gaat niet aan, want dan zou God het niet bepalen.’

In de voor velen toch bekende geschiedenis van Lydia de pur-
perverkoopster staat, dat zij naar de rivier ging. Het was sab-
bat en zij hielden een bijeenkomst. Paulus ging daar ook heen
en hij sprak van wat hij door te geven had. En dan staat daar
zo prachtig in Handelingen 16:13,14 :

En op de dag van de sabbat gingen wij de stad uit, de rivier
langs, waar het gebed gewoonlijk plaatsvond; en nadat wij
daar waren gaan zitten, spraken wij tot de vrouwen die er
samengekomen waren.
En een zekere vrouw, van wie de
naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira,
die God diende, luisterde naar ons.
En de Heer opende haar hart, zodat zij acht gaf op wat door
Paulus gesproken werd.

Woord vandaag

‘Goed om je steeds te herinneren Wie alles in handen heeft.’

Sommigen willen daar liever niet over horen. De God van de bijbel,
de God van Israël, dat is óók de God van alle volkeren. Dat zegt de
apostel in Romeinen 3:29, 30:

Of is Hij de God van de Joden alleen? Niet ook van de natiën?
Ja, ook van de natiën, wanneer het zo is dat God één is, die de de
Besnijdenis zal rechtvaardigen uit geloof en de Voorhuid door het
geloof.

‘Het is die God, die alles leidt.’

De apostel Paulus maakte God bekend aan de natiën, onder meer
op de Areopagus. Daar wordt duidelijk, dat God aan allen het leven,
de adem en alles geeft. Een enorme onthulling van Gods liefde voor
de mensheid. Paulus zegt in Romeinen als conclusie in hoofdstuk 3,
dat de mens gerechtvaardigd wordt door geloof, zonder de werken
van de wet (vers 28).

‘Daar wordt ook duidelijk, dat Hij God voor alle mensen is.’

Daarmee doorbreekt het evangelie het denken dat bij de Joden
aanwezig is, dat God alleen de God van Israël is. Nee, Hij is de
God van allen. Uiteindelijk zal heel de mensheid God als Vader
kennen en erkennen. Dat is als God alles in allen is. In deze tijd
is een voorsmaak daarvan te ervaren in het lichaam van Christus.