Woord vandaag

‘Zo nauw met Vader verbonden, dat doet me goed.’

We zijn gezegend, wanneer we dit lezen en tot ons kunnen laten
doordringen. Vader maakt ons rijk. Dit geloven we, en de Zoon
zorgt ervoor, dat wij ook boven zullen komen. Bij Hem, wanneer
de bema (erepodium) zal plaatsvinden. Daarna worden we inge-
zet te midden van de hemelse machten. Om ook de goddelijke
dienst van de hemelsen te helpen herstellen.

‘Dat moet wel iets zijn, wat je niet kan bedenken.’

Het zal zo zijn, als Paulus in 1 Corinthiërs 2 beschrijft. Dat wat in
geen hart is opgekomen, dat heeft Vader bereid voor hen die Hem
liefhebben. En die overeenkomstig Zijn voornemen geroepenen
zijn. Wij hebben aandeel in dat machtige gebeuren. Wij, als de le-
den van Zijn lichaam zullen ieder onze eigen specifieke functie heb-
ben, daar te midden van de hemelsen.

‘Zullen we dan zijn waar Hij is?’

We zijn nu al nauw met Hem verbonden, terwijl Hij bij de Vader is.
Aan de rechter(hand) van God. Daar zijn wij ook met en
 in Hem.
En toch zijn wij lijfelijk hier op aarde. Wonderlijk, hoe dat
 geestelijk
is, want we zijn Zijn leden, van Christus Jezus, die zelf
het Hoofd is.
Wij hebben nu al het voorrecht, ons onderschikkend
te zijn aan
Hem, die ons liefheeft!

Woord vandaag

‘Wat een geweldige Zoon van God mogen wij kennen.’

Hij is de grote Uitvoerder van Gods plan van eonen, tijdperken.
Het begrip eon (Grieks: aioon, Hebreeuws: olam), duidt een tijdperk
aan. Altijd. Nooit heeft dit begrip de gedachte van een eindeloze
eeuwigheid in zich. Dat het in de loop van de tijd wel die betekenis
opgedrongen heeft gekregen, ligt aan het menselijk denken.

‘Ja, wat een ongelooflijke schade heeft dat aangericht.’

Het zal heel wat gelovigen het geloof gekost hebben. Een eindeloze
hel is zo tegengesteld aan de Schrift; het moet een satanische uit-
vinding zijn. En dat is het ook. In de Schrift komt geen enkel woord
voor, dat in zichzelf de gedachte of betekenis: eindeloosheid, eeuwig-
heid
heeft. Zelden vind je een aanwijzing in die richting.

Ook de klassieke hel komt nergens in de Schrift voor.

‘Dat past ook niet bij God, die liefde is.’

De grote Uitvoerder van Zijn plannen is de Zoon van Zijn liefde
waarbij we de toevoeging liefde niet zouden missen.

In Hem is immers het al geschapen! Dat houdt in, dat het al met
God verbonden is in die Zoon. Onlosmakelijk, want Hij is liefde.
De schepselen kunnen daarom niet voor eeuwig verloren gaan,
maar woren gered op grond van het wezen van God: liefde.

Woord vandaag

‘Ja, geloof en genade, ze horen bij elkaar.’

De waarheid is wat Gods woord duidelijk maakt. God maakt Zijn woor-
den waar door ze te doen. Exact zoals voorzegd. De genade en de waar-
heid zijn door Jezus Christus geworden. Hij kon zeggen: Ik ben de weg,
de waarheid en het leven
. Natuurlijk is dat een vorm van spreken, een

beeldspraak. Zo ook in Johannes 1:1.

‘Ja, dat is niet zo correct vertaald, dat Johannes 1:1, toch?’

Nee, daar staat:

In begin was het woord, en het woord was naar God toe, en God was
het woord. Dit was in begin naar God toe.

Dit wil nog niet zeggen, dat het woord eerder was dan God zelf. Na-
tuurlijk niet. God is altijd. Wij kunnen dat niet bedenken. Evenmin
kunnen wij ons goed voorstellen, dat God geest is, letterlijk. God is
per definitie een sprekende God. Hij maakt Zijn woorden waar.

‘Johannes heeft het vaak over het woord.’

Het woord, door God gesproken, was voor alles, en dat woord was
naar God toe. Dat wil zeggen: gericht op God, Hij onthult Zich door
Zijn woord. Zijn woord maakt bekend wie Hij is. En God kwam in de
gestalte van het woord naar de schepselen toe. Hij spréékt! We lezen
nog meer in de Schrift. Hij spreekt door de Zoon heen, En Hij schiep
het al in de Zoon van Zijn liefde! 

Woord vandaag

‘Eigenlijk nooit zo scherp gelezen, dat Johannes 1:17.’

Sommigen lezen daarin geen tegenstelling. Het hele punt ligt bij het
aspect van religie. De mens werd opgeroepen allerlei te doen, en kon
daardoor gerechtigheid bewerken en leven. Wie ze doet, zal daarin
leven (Romeinen 10:5). Het principe bij de genade van God is:
Hij heeft het gedaan (onder het kruis gebleven, Hebreeën 12:2,3) en
daardoor hebben wij nu leven.

‘Dus de Thora (wet) en de genade zijn tegengesteld?’

Het heeft met verschillende principes te maken. Bij de religie en wet
gaat het om het doen. Bij de genade en dienst aan God gaat het om
geloof. Daar waar we nu intens met de Galatenbrief mee bezig zijn.
Het mooie is, dat geloof per definitie geen verdienste heeft. Wanneer
we, net als Abraham, geloven wat God zegt, dan is dat het kanaal
waardoorheen wij de gerechtigheid van God ontvangen.

‘Voor de Thora draaide het ook om geloof?’

Nou en of! Lees Hebreeën maar. En onder de Thora werd ook gezegd:
de rechtvaardige zal uit geloof leven. Dat staat 4x in de Schrift. Geen
misverstand mogelijk, dus. Habakuk leefde als profeet onder het oude
verbond van de letter. Dat was door Israël al lang en breed gebroken,
niettemin leefde de profeet onder de Thora. En hij zegt dat in 2:4.
Geloof heeft met genade en waarheid te maken. En bij Paulus draait
het helemaal om geloof. Lees Romeinen en Galaten er maar op na!  

Woord vandaag

‘Het is een opmerkelijke tekst bij Johannes, ja.’

Die van gisteren (Johannes 1:17)? Dat zeker. Het markeert een ande-
re tijd die aanbrak. Het verband is boeiend, wat over de Heer gezegd
wordt. Johannes schrijft, dat hij en anderen Zijn heerlijkheid hebben
mogen zien, de eniggeborene van de Vader, vol van genade en waar-
heid. Genade en waarheid zijn heel belangrijke aspecten van Zijn heer-
lijkheid. En bij Paulus lezen we over de rijkdom van Zijn genade.

‘Genade en waarheid bij elkaar, valt mij op.’

Het lijkt erop, dat bij de doorbraak van de genade, ook de waarheid
pas goed en volledig gekomen is. Toen IEUE zich bekendmaakte aan
Mozes, riep Hij, dat Hij genadig en barmhartig is. Alleen werd onder de
Thora (wet) die genade niet zo zichtbaar. Dat was zo, omdat de Thora
met voorwaarden aan de mens opgelegd werd.

‘De Thora was een bediening van veroordeling.’

Daarom kon de genade van God niet duidelijk worden. De periode van
de Thora was tijdelijk. De wet (Thora) kwam erbij om iets aan te tonen.
Toen dat aantonen gebeurd was, eindigde de periode van de Thora, en
dat wordt door de woorden van Johannes 1:17 gemarkeerd:

De wet (Thora) werd door Mozes gegeven,
de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus geworden.