Woord vandaag

‘Afstand tot God, ook bij de hemelse machten.’

Ja. Meestal wordt niet zo stilgestaan bij het feit, dat de mensen en de
dieren niet Gods enige schepselen zijn. Lang voordat de mens op aarde
geschapen werd, had God de hemelse machten geschapen. Geesten,
geestelijke machten en ondergeschikten. De mens is dan ook zeker niet
de grootste schepping van God. Zoals we meerdere keren gezien heb-
ben, spreekt Zijn woord van tronen, soevereiniteiten, gevolmachtigden,
heerschappijen (Kolossenzen 1:16 en Efeziërs 1:21).

‘Ja die waren al in de eerste eon aanwezig.’

Zeker. En door de schepping van de satan als tegenstander ontstond
rebellie onder de hemelse wezens. De tegenwerker zondigt vanaf zijn
begin, dus hij viel niet later in zonde. Hij zondigt vanaf het begin, zegt
1 Johannes 3:8. Hij stond en staat niet in de waarheid, Johannes 8:44.
De misleide hemelse machten verloren daardoor de toegang tot God,
en de goddelijke dienst van de hemelsen kon de betreffende geest
geen directe toegang tot Vader meer geven.

‘Net zoals op aarde later het bij de mensen ging.’

De mens werd geschapen zodat zij zouden zondigen en geen weer-
stand konden bieden aan het vlees en de tegenwerker. Daardoor
moest een hele lange geschiedenis ingezet worden, met veel gees-
telijk onderricht om aan de mens bekend te maken wie God is. Een
van de rijkste illustraties van wie Christus is, wordt door de taberna-
kel en de bijbehorende ingestelde rituelen duidelijk gemaakt.
Mozes moest dat (laten) maken overeenkomstig het (hemelse) voor-
beeld dat hem op de berg getoond was. 

Woord vandaag

‘Ben benieuwd wat er meer te zeggen is over deze dingen.’

De tabernakel en de tempel verschafte de Israëliet (en eventueel de
vreemdeling die te midden van het volk woonde)  toegang tot IEUE.
Alleen gold dat in het echt voor de hogepriester, die een keer per
jaar op jom kippoer in het heilige van de heiligen mocht naderen tot
IEUE, maar alleen met bloed van het geslachte dier.

‘Toegang tot God is voor ons rechtstreeks.’

Wij vinden het gewoon, dat wij vrij met Vader kunnen spreken, maar
dat was heel lang niet het geval. De hogepriester van Israël kon één
keer per jaar op jom kippoer in de nabijheid van IEUE komen. Maar nu
in dit beheer van de genade van God (Efeziërs 3:2) kan de gelovige vrij
tot God naderen. De zonde maakte dat voorheen onmogelijk, daarom
werd de eredienst bij Israël ingesteld.

‘De weg tot God was voor de hemelsen ook verhinderd?’

We mogen afleiden uit de dienst die in Exodus beschreven staat, dat
ook bij de hemelingen de toegang tot God verstoord was. We hebben
samen in het verleden gesproken over de eerste eon, waarin een rebel-
lie onder de hemelsen plaatsvond door de geschapen tegenwerker.
Daardoor deed de zonde intrede in het geschapene en werd de dienst
aan God van de hemelsen verstoord en nadering tot God onmogelijk.

‘Iets bijzonders moest gebeuren?’

De eredienst in Israël, vol met tyologie naar de Heer Jezus Christus,
sprak van Hem die komen zou. Het sprak dus van betere dingen dan
deze dienst zelf. Het offer op jom kippoer moest steeds, elk jaar, her-
haald worden. Het wachten was op een definitieve ‘oplossing’ van
Het probleem van de afstand tussen de mens en God. Zo ook te mid-
den van de hemelingen.

Woord vandaag

‘Heel boeiend: de aardse tabernakel naar hemels voorbeeld.’

We zijn door Hebreeën 8 bepaald bij iets, dat velen ontgaat. Het is ook
logisch, omdat de meeste gelovigen en christenen aards gezind zijn.
Men is bezig met hier en nu op aarde, deze aarde tot een betere plek
maken. Of men is erg bezig het met elkaar gezellig te hebben in betref-
fende kerk/gemeenschap/gemeente. Ook een andere gezindheid.

‘Ook Hebreeën spreekt over hemelse aspecten.’

De hemelse aspecten komen vrijwel nooit aan de orde in kerk/gemeen-
te. Het is daarom goed, er aandacht aan te geven. Omdat Mozes gezegd
werd de tabernakel en al het bijbehorende gereed te maken voor de
dienst aan God, naar het voorbeeld dat hem getoond was, moet er een
hemels origineel zijn.

‘Daar spreekt Hebreeën 9 over.’

Ja, er wordt in 9:11 gezegd:

maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige
goederen; Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel ge-
gaan, die niet met handen gemaakt is, dat is: niet van deze schepping.

Hij ging in in de ware tabernakel, de hemelse, terwijl in 9:1 over het
aardse heiligdom gesproken wordt. Ook wordt van Christus in 8:2 ge-
zegd:

een Dienaar in het heiligdom en ware tabernakel, die de Heer met pin-
nen heeft vastgezet en niet een mens

‘Eigenlijk wonderlijk, dat er in de hemelen ook eredienst is.’

God wil de aanbidding en eer van Zijn schepselen ontvangen. Daarom
werd tegen het volk Israël ook gezegd in het eerste woord van Sinaï,
dat zij geen gesneden beelden mochten maken van IEUE en evenmin
andere goden voor Zijn aangezicht zouden hebben. De dienst aan God
bij tabernakel en tempel was een afbeelding van wat boven, in de he-
melen al vanaf de eerste eon plaatsvond bij de hemelsen!

Woord vandaag

‘De Filippenzen kenden hun domein in de hemelen.’

In 3:20,21 wordt eraan herinnerd. Dat geldt ook ons: ons domein is in
de hemelen, waaruit wij onze Heer Jezus Christus als Redder verwachten.

Enige tijd geleden hebben we het gehad over de eerste eon, dat daarin
de hemelingen al bestonden en er onrust ontstond door toedoen van de
tegenwerker. We hebben toen ook gezien, dat er een dienst aan God van
de hemelsen bestond, kennelijk.

‘We hebben heel even daarover gesproken.’

Misschien goed, in verband met ons steeds dichterbij komende hemelse
bediening, daar wat uitgebreider bij stil te staan. In de Hebreeënbrief
wordt dat genoemd in 8:5. Het goddelijk dienstbetoon van de hemelsen.
We lezen in de Schrift, dat er een dienst aan IEUE werd ingesteld. Mozes
werd gezegd de tabernakel te ontwerpen en in te richten.

‘Gods ontmoetingsplaats in de tent.’

Mozes was bij IEUE op de berg en daar werden hem de hemelse dingen
getoond. Wat Mozes precies zag weten wij niet. In elk geval was er wel
een dienst aan God bij en door de hemelsen. Er werd een tent en allerlei
instrumenten gemaakt, waarvoor Bezaleël en Aholiab een speciale toede-
ling van Gods geest kregen. Zodat zij inzicht hadden in hoe een en ander
moest worden.
Voor ons zijn dergelijke rituelen niet nodig, wij hebben als gelovigen van
nu rechtstreeks toegang tot de Vader!

Woord vandaag

‘Duidelijk gezegd in 2 Korintiërs 11.’

Met hun woorden slaat men niet zelden de gelovigen in het gezicht, wan-
neer zij zeggen, dat de gelovigen zulke verschrikkelijke zondaren zijn, slecht,
tot niets nut. Zij zijn uiterst wettisch, zij geven geen ruimte aan de gelovigen,
zodat zij kunnen groeien. Dit komt te vaak voor binnen de christenheid.
We zien dan de zeer ernstige uitwerking van een wettische geest, waar-
door de gelovigen niet tot bloei kunnen komen.

‘Wanneer je leest in de brieven, ligt het anders.’

Daarin klinkt de genade door, die aan de gelovigen gebracht is. Daar past
geen enkele wet bij. Ook van de Filippenzen wordt gezegd, dat zij deelne-
mers waren geworden aan de genade. God werkte onder hen en zij hadden
bijgedragen aan het evangelie vanaf de eerste dag. Ook zij leefden in genade
en dat gaf hen kracht om zo Paulus te ondersteunen.

‘Ja Filippenzen is erg fijn. Ook gisteravond weer.’

We zijn uiterst gezegend, en de Filippenzen hadden dat gehoord, zij geloof-
den 
de geweldige boodschap van rechtvaardiging, genade en verzoening.
Zij wisten 
van hun hemels burgerschap en hemelse bediening. Paulus kan niet
anders dan 
danken voor deze gemeente. Heel bijzonder, dat zij zo in hun
dienstbetoon ston
den. Een voorbeeld voor ons.