Woord vandaag

‘Wel bijzonder gisteren, dat door zo’n woord ineens een verband ligt
met Psalm 1, die blijkt te gaan over de Heer zelf!’

De Spreuk van vandaag is ook weer de moeite waard:

de wijze van hart wordt verstandig genoemd,
en zoetheid van lippen vermeerdert het inzicht.

De wijze van hart: hij, die door te luisteren naar het woord van Jahweh
werkelijk wijs is. De vrees van Jahweh is het begin van de wijsheid. Dat
zegt Psalm 111:10, en in die Psalm wordt die regel gekoppeld aan de letter
Resj, dat betekent: hoofd, begin. Bijzondere Psalm, met 22 versregels, en
aan elke regel is een Hebreeuwse letter gekoppeld. Ook in de herziene Sta-
tenvertaling is dat goed weergegeven. Die letter vormt dan weer de toegang
tot de inhoud van dat vers.

‘Ja,  mooi dat de volgende regel daar direct op laat volgen, dat als je ernaar
handelt, je een goed inzicht hebt.’

De wijze van hart is verstandig en dat zal te zien zijn. Bij de Heer zelf was dat
overduidelijk. Hij was werkelijk wijs, want Hij wandelde in de vrees van Jah-
weh; op Hem rust de geest van de vrees van Jahweh (Jesaja 11:1,2).
Je bent bijzonder gezegend als je God kent (omgang hebt met) en als je door
Zijn woord te volgen, inzicht hebt hoe te wandelen. Dat is genade. De tweede
versregel eindigt in de concordante vertaling met het woord ‘invloed’.

‘Dus met zoetheid van lippen vermeerdert je invloed?’

De zoetheid komt dan van de honing van het woord van God, wat leidt tot
een heel andere taal die je uit dan wat vroeger je mond verliet. Goede woor-
den die opbouwend zijn. Paulus laat scherp zien wat de mensheid zonder
God zoal aan woorden spreekt in Romeinen 3. Door de inwerking van het
woord van God in je hart gaat je spraak veranderen en win je aan invloed,
niet om jezelf hogerop te werken, maar om tot Zijn eer te spreken.


Woord vandaag

‘Wijsheid van 1000den jaren geleden blijkt nog heel actueel.’

Dat is het wonderlijke van Gods woord. Daarop kun je vertrouwen:

Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden,
en wie op Jahweh vertrouwt: welzalig is hij.

De Spreuk opent met het woord ‘masjkil’; dat betekent: ‘degene die ver-
standig, intelligent is’. Dat wordt hier aan het woord van Jahweh gekop-
peld. Het gaat niet om mensen die zelf een hoge intelligentie hebben,
maar om hen, die luisteren naar Zijn woord en daarop acht geven. Als je
dat doet, ben je verstandiger dan de knapste geleerde.

‘Dat is ook de basis voor werkelijke wijsheid.’

Ja, en de tweede regel van deze Spreuk legt de eerste uit. Degene die
op Jahweh vertrouwt, is hij die verstandig acht geeft op het woord.
Je ontdekt in je leven, dat dat uiteindelijk de enige manier is waar-
door je gelukkig en wel bent. De Spreuk eindigt met het woord ‘asjri’;
en dat is precies het woord waar Psalm 1:1 mee begint:

Welzalig de man
die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
maar die zijn vreugde vindt in de Thora van Jahweh
en Zijn Thora dag en nacht overdenkt.

Die man van Psalm 1:1 is uiteindelijk: Jezus Christus, en daarom
gaat de spreuk van vandaag eerst over Hem. Laten wij Zijn voorbeeld
navolgen!


Woord vandaag

‘Wel een waar woord gisteren, het snijdt in het vlees van de mens.’

Zeker, God maakt een keer een einde aan -ook het laatste restje- menselijke
hoogmoed. Dat werkt Hij uit, opdat alleen Zijn Naam verheerlijkt wordt.

Het is beter met nederigen laag van geest te zijn,
dan de buit met hoogmoedigen te delen.

Door de woorden van Jahweh wordt een mens verootmoedigd, als het goed
is. Bij Israël leidde het tot een positie, dat zij zich verheven voelde boven de
andere volkeren. Paulus schrijft in Romeinen 2:17-23:

17 Zie, u wordt Jood genoemd. U steunt op de wet en roemt in God,
18 en kent Zijn wil en onderscheidt wat wezenlijk is, omdat u uit de Thora
bent onderwezen.
19 En u bent van uzelf overtuigd dat u een gids voor de blinden bent, een
licht voor hen die in duisternis zijn,
20 een opvoeder van onverstandigen, een leermeester van jonge kinderen,
omdat u in de wet de belichaming van de kennis en van de waarheid hebt.
21 U dan die een ander onderwijst, onderwijst u uzelf niet? U die predikt dat
men niet stelen mag, steelt u zelf?
22 U die zegt dat men geen overspel mag plegen, pleegt u zelf overspel? U die
de afgoden verfoeit, pleegt u zelf tempelroof?
23 U die in de wet roemt, onteert u God door de overtreding van de wet?

Dat zijn heldere woorden, door God geïnspireerd. Geen enkel argument
blijft voor het volk nog over. Paulus stelt dan ook in het volgende hoofdstuk
vast, en dat door citaten uit Tenach, dat alle mensen zonder onderscheid
zondaren zijn en geen enkel excuus hebben. Dat had Israël kunnen doen
afstappen van hun positie en alsnog licht voor heidenen kunnen doen zijn.

‘Maar dat gebeurde niet. En zo ging het heil naar de heidenen via Paulus.’

Israël zal alsnog de ‘buit’ met ootmoedigen delen, geestelijk gezien. Zij zullen
in de komende dag van Jahweh het heil vanuit de Thora onderwijzen onder
het nieuwe verbond. God zal dan met Zijn geest Zijn onderwijzing in hun har-
ten (nu van vlees en niet langer van steen) schrijven en zij zullen de spits van
de volkeren zijn. Dat zullen zij doen onder hun Messias Jezus!

Woord vandaag

‘Nou het is heel wat, wat je in Spreuken allemaal tegenkomt. Ik ben er
blij mee!’

De volgende, van vers 18, klinkt zo:

Trots komt vóór afbreking,
en hoogheid van geest vóór de val.

‘He dat staat toch we anders dan in de vertaling!’

Deze spreuk kennen we in ons spraakgebruik wel. Als mensen trots zijn
op wat zij bereikt hebben of kunnen en daarover opscheppen, dan is vaak
de afbraak van wat bereikt is, nabij. Soms ook jaren later. Overbekend voor-
beeld is Nebukadnezar, die zich beroemde op Babylon, alsof hij dat allemaal
tot stand gebracht had (Daniël 4), maar moest 7 tijden gras eten bij de die-
ren van het veld.

‘De geschiedenis is duidelijk. Zo gaat het vaak onder mensen.’

Meestal vergeet een mens in zo’n bui, dat hij of zij alles wat men heeft kunnen
doen, van God ontving. Elke ademhaling die wij doen, is omdat Hij ons dat
geeft. Hij vormt alle harten en bepaalt welke positie iemand in het leven
kan bereiken. Nebukadnezar loofde de God van de hemel nadat zijn verstand
in hem was teruggekeerd. Hij erkende, dat die God, die van Israël, de enige
God is, die koningen aanstelt en weer afzet.

‘Men zegt weleens, dat hoogmoed de klassieke zonde van de mens is.’

In elk geval speelde de slang daar aardig op in bij Eva, die meende dat de ver-
boden vrucht begeerlijk was om verstandig te worden, goed en kwaad te
kennen en als God te worden. Dat slangentruc lukte wonderwel, met alle
enorme gevolgen die dat had. Uiteindelijk wat het Gods plan en kon God
door alles heen -ook menselijke hoogmoed- Zijn Naam verheerlijken en
Zijn liefde bekendmaken! Want de Verlosser moest komen! God echter,
bewijst Zijn liefde voor ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren,
voor ons stierf! Vader wekte Hem op en nu zal alles naar God terugkeren!

Woord vandaag

‘Tsjonge, dat van gisteren. Daar had je weer zoiets. Die verbanden in de
Schrift he. Heerlijk!’

We laten ons leiden door de Schriften, wat God spreekt. Dan blijf je dicht bij de
Bron van het woord en het leven. We vervolgen onze wandeling door Spreuken:

de gebaande weg van oprechten is zich af te keren van het kwade:
wie zijn weg in acht neemt, bewaart zijn ziel (Spreuken 16:17)

De ‘gebaande weg’ is letterlijk: de hoge of verhoogde weg. De oprechte is hij die
wijsheid heeft in plaats van goud (vers 16), het gaat om degene die gelooft en door
het Woord wijsheid heeft ontvangen. Het kwade is dat wat afwijkt van de onder-
wijzing van Jahweh. Dat woord horen en ter harte nemen doet je wijken van het
kwaad. Die les is al zo oud als de mensheid zelf. Eva luisterde naar de slang en
werd afgeleid van de woorden van God. Daardoor deed zij wat kwaad was in de ogen
van Jahweh. Adam volgde, want de slang wist het principe: via de vrouw benader
je de man het best.

Kan ik hieruit concluderen, dat onoprechtheid te maken heeft met afwijken van
de woorden van Jahweh?’

Zeker. Als Israël oprecht met Jahweh wandelt, is dat gevolg van het horen van Zijn
woord met geloof. Daar waar Israël afweek, was het niet oprecht meer met God.
Wie dus let op de weg die hij gaat, zal zijn ziel bewaken (Hebreeuws: sjamar). Je voet
zal niet afwijken naar links of rechts, als je verstandig acht slaat op de woorden van
Jahweh. Met de wijsheid van God in je hart wandelen: dát bewaakt je ziel. Dan ga je
niet langer kromme, maar rechte wegen – oprecht met God.

‘Heerlijk, om zo de Schriften te overwegen, ermee bezig te zijn.’

Onze wandel zou deze dagen bepaald worden door de wijze woorden van de apostel
Paulus, die sprak van een genade, die daarvoor niet bekend was gemaakt. Mensen
raken daardoor de tradities en religie kwijt en er komt in plaats daarvan vreugde in
het hart, een vreugde die blijft. Dan gaat je hart ook zingen en kom je als gelovigen
samen tot hetzelfde geluid: genade en verzoening, om niet, gratis, en dat geeft een
wandel in vrede met je omgeving, van de diepe vrede -door Christus- met God.