6 januari 2010

Gods genade is iets, dat wij nooit kunnen verdienen. We kunnen er alleen wel dankbaar gebruik van maken. Paulus besefte, dat Zijn genade hem de kracht schonk om het vele werk te kunnen doen wat hij deed. Hij beschrijft dat in 1 Corinthiërs 15:1-11. Hij wist zich een ontijdig geboren iemand. Geen recht op de plaats van apostel. Hij had door zijn gedrag alle rechten allang verspeeld. Hij had nota bene de gemeente van God fanatiek vervolgd (vers 9)! Daar was hij achteraf helemaal niet trots op. Integendeel. Hij was het niet waard een apostel genoemd te worden. De geschiedenis is bekend. Op weg naar Damascus om zelfs buiten het land mensen van de weg van Jezus gevangen te nemen. Zo ver ging hij. Op weg naar Damascus, buiten Israël, niet meer onder de wet (strikt genomen), dáár ontmoette de Heer hem. Hoe? In veroordeling? Nee! In genade! En niet een beetje.
Overvloedige genade ontving Saulus, en dat had hij ontdekt. Als er één is geweest, die de diepte van Gods genade is gaan begrijpen, dan is het Paulus.
Wat een diepe vreugde moet er in het hart van Saulus gekomen zijn, toen hij ontdekte, dat de Heer Jezus hem niet veroordeelde (wat hij als een tot en met wettisch mens zeker had verwacht), maar hem genade schonk!
Weet u wat het wonderlijke is met Gods genade? Je krijgt wat je niet verdient! En dat wekt automatisch vreugde in je hart op. En dan heb je het geproefd. Dan wil je meer.
En dan gaan je handen en voeten als vanzelf meedoen met die vreugde in je hart!

5 januari 2010

God bewerkt alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil.
Dat is de geweldige zekerheid, die wij als gelovigen in ons hart koesteren.
Het hele wereldgebeuren, waarin allerlei ingewikkelde processen werken, waarin mensen op allerlei niveaus met veel dingen bezig zijn, het is nochtans in Gods hand!
De geestelijke druk, die alleen maar gaat toenemen als Zijn plan voortgaat in deze
eindtijd, zal ervoor zorgen dat de mensheid uiteindelijk diegene aan zal nemen die in zijn eigen naam komt. Zelfs het Joodse volk zal dat doen (Johannes 5:48). In deze fase van Gods heilsplan krijgen geestelijke machten en krachten steeds meer invloed op de mensen. Achter de schermen en de laatste tijd ook voor de schermen wordt uitdrukkelijk gesproken over de nieuwe wereldorde, die al vlak voor en direct na de val van de muur o.a. door Bush sr. op belangrijke bijeenkomsten werd afgekondigd.
Uiteindelijk draait het om het Midden-Oosten, en vooral om dat kleine land met dat volk dat in aantal veel minder talrijk is dan de omringende Arabische (moslim) landen. Hoe wonderlijk is dit volk door alle oorlogen sinds 1948 heengekomen. Er wordt een zeker script afgewerkt, een bepaald tijdpad gelopen. Het zal exact en heel nauwkeurig op tijd plaatsvinden. Waarom? Omdat het volgens planning van machtige mensen achter de schermen verloopt? Tot op zekere hoogte wel. De macht van een religie neemt hand over hand toe. Dat zal zich gaan toespitsen.
Maakt dat ons van binnen onrustig? Als je tegen de dingen in de wereld aankijkt wel, dan zou je de schrik om het hart slaan. Maar voor ons is er die diepe innerlijke vrede en rust: God bewerkt alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil!

4 januari 2010

Naast de gisteren genoemde drie vijanden van God en Zijn volk, komen er in de Schriften meer naar voren, die ook profetisch wijzen naar de despoot van de eindtijd: denk aan Haman, die het duistere plan bedacht om het volk uit te roeien. Hoe wonderlijk gebruikte God Ester en Mordechai om het volk te redden!
Maar, terug naar nu: het getal 666 in Openbaring 13:17,18 moet berekend worden.
Dat het ook de getalswaarde van de naam van het beest is, is slechts een bijkomende bevestiging dat het om dat beest gaat.
Het getal 666 was het geheime symbool van oude heidense mysteriën, verbonden met de aanbidding van de satan. Heden ten dage is het de verbindende schakel tussen die oude heidense mysteriën en de opleving ervan in de afgelopen paar honderd jaar en vindt uitwerking ervan o.a. plaats in de new age. Het streven in de wereld is gericht op het samenvoegen van de religies tot één grote wereldreligie. Dit streven naar eenheid is het kenmerk van de eindtijd, die zal uitlopen op wereldwijde aanbidding van het beest en het beeld van het beest. Ook het streven binnen de in 1948 met geld van Rockefeller opgerichte wereldraad van kerken (nadat John D. Rockefeller jr. in 1919-1920 de Interchurch World Movement – de Interkerkelijke wereld beweging – oprichtte) is gericht op de eenheid van alle religies.
De Rooms-Katholieke kerk werkt heel nauw samen met deze wereldraad, waarin meer dan 300 kerken vertegenwoordigd zijn.
De Griekse letter s (getalswaarde: 6) staat voor een stigma of een brandmerk, waar destijds de slaven, het vee en soldaten mee gemerkt werden door hun eigenaars of meesters. Het woord stigma komt van een Grieks werkwoord (stizo), dat ‘prikken’ of ‘branden met heet ijzer’ betekent. En toegewijde mensen brandmerkten zich met het brandmerk van hun god, om aan te geven, dat zij bij die of die god hoorden. Vooral dit laatste laat een verband met Openbaring 13:17,18 zien!

3 januari 2010

Drie komen in de Schrift sterk naar voren als gezworen vijanden van God en Zijn volk. Opvallend is, dat zij alle drie gekenmerkt worden door het getal zes.
Goliath was een mens die zes el en een span lang was. Daarbij droeg hij veel koper en zijn wapenrusting bestond uit zes onderdelen; zijn lans was zeshonderd sikkels ijzer (1 Samuël 17:4-7). Nebukadnezar, waarvan een beeld opgericht werd, dat zestig el lengte had en zes el breed was (Daniël 3:1,5-7) en dat aanbeden moest worden zodra uit zes genoemde instrumenten muziek klonk. Het beest uit Openbaring 13, waarvan het getal zeshonderd zes en zestig is. Zes in de Schrift het getal dat met de mens verbonden is. Het is één meer dan vijf en wijst op de inspanning van de mens die wil toevoegen aan het werk van de onzichtbare God van alle genade. Toch blijkt, dat de mens hiermee één tekort komt aan het volkomen werk van God, dat uitgedrukt wordt in de zeven, op de zevende dag stopte God met werken. De zeven drukt in het Hebreeuws dan ook rust en volkomenheid in deze schepping uit.
Het toppunt van het rebelse streven van de mens tegen God onder aanvoering van de tegenstander in de eindtijd wordt door Openbaring 13:17,18 uitgedrukt in zes-zes-zes. Het begon ooit met Nimrod (Hebreeuws: rebellie) en Babel en zal het hoogte-punt vinden in de tijd van het einde met de aanbidding van het beest en het beeld van het beest. Alle spelers die dit einddrama van deze boze eon (Grieks: aioon) gaan spelen, staan op hun plaats en wachten op het sein om in actie te komen.
De actie die eerst gaat plaatsvinden is de weggrissing van het lichaam van Christus als weerhoudende factor. Zou het dit jaar zijn? Gelukkig is dit alles volledig in Gods hand!

2 januari 2010

Mattheüs 24. Daarin voorzegt de Heer, dat er oorlogen en geruchten van oorlogen zullen zijn. Als we in de vorige eeuw kijken, zien wij twee wereldoorlogen en na de tweede wereldoorlog is het nooit meer rustig geweest op aarde.
Direct na afloop van de koude oorlog in 1989 gaat alle aandacht uit naar het Midden-Oosten. Daar is in de 80er jaren een oorlog gevoerd tussen Irak en Iran. Vanaf 1948 heeft Israël voortdurend oorlog moeten voeren en is het formeel nog in oorlog met een aantal landen.
In 1990-1991 vindt de eerste Golfoorlog plaats als reactie op de inval van Irak in Koeweit op 2 augustus 1990 (binnen 1 jaar na de val van de muur).
In 2003 (20 maart 2003 – 1 mei 2003) vielen de Verenigde Staten met hulp van een aantal landen Irak aan om Saddam Hoessein te verdrijven; de tweede Golfoorlog.
In feite duurt de oorlog nog steeds voort. Er is voortdurende dreiging van een confrontatie Israël – Iran (gerucht van oorlog).
Met dit beknopte overzicht zien wij, hoe de woorden van de Heer in onze tijd van toepassing zijn. Dat de gemeente, het lichaam van Christus, vóór de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27 weggerukt wordt, blijkt alleen al uit 2 Thessalonicenzen 2, waar staat, dat de wetteloze zich pas kan openbaren als de weerhouder weggenomen is. In feite kan de weerhoudende kracht niet anders zijn dan de aanwezigheid van het lichaam van Christus op aarde.
Daarbij schrijft Paulus, dat wij geborgen worden uit het komen van de verontwaardiging (toorn) en dat wij niet gesteld zijn tot verontwaardiging maar tot redding, door onze Heer Jezus Christus (1 Thessalonicenzen 1:9,10; 5:9-11).
De tijd dringt. Laten wij die goed benutten!