Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want er staat geschreven:
‘Ik leef’, zegt de Heer: 
‘Voor Mij zal iedere knie buigen 
En alle tong zal van harte God 
belijden!’
        Romeinen 14:11

Christus is onze Heer én onze
Richter. Echter, de dreiging is
niet aanwezig, zoals die je uit
Tenach misschien wel bij de
titel ‘Richter’ zou denken.
Binnen het klimaat van goed
nieuws vanuit Zijn kruisiging
en opstanding is het anders.
Het gaat niet, zoals bij Israël,
om Degene Die met vuur en
rook op Sinaï verscheen. Het
gaat nu om Hem, Die uit liefde
voor ons stierf en aan Gods
rechter(hand) is.
Want voor ons als gelovigen
wacht geen verontwaardiging
van God (Romeinen 5:9).
En veroordeling is onmogelijk
voor hen die in Christus Jezus
zijn (Romeinen 8:1).

Want er staat geschreven:
‘Ik leef’, zegt de Heer: 
‘Voor Mij zal iedere knie buigen 
En alle tong zal van harte God 
belijden!’
        Romeinen 14:11

God is de levende God, afgoden
zijn niets. De Heer zegt: Ik leef!
God betoont Zich als Levende in
Zijn plan van eonen. De Heer,
Die dood is geweest, leeft. Dé
basis voor: ‘zal alle knie buigen
en alle tong van harte de God
belijden’. De knieën buigen is
nauw verbonden met zegenen.
Als je je knieën buigt voor God,
je dankt Hem, je bidt, dan zul
je tot zegen (gunst) zijn. Voor
anderen die je ontmoet, waar
je mee te maken hebt. En het
van harte belijden is niet afge-
dwongen. Het is door de geest
van God in je hart gewerkt, je
erkent Zijn liefde.

Want er staat geschreven:
‘Ik leef’, zegt de Heer: 
‘Voor Mij zal iedere knie buigen 
En alle tong zal van harte God 
belijden!’
Romeinen 14:11

Dit citaat uit Jesaja 45:23 zegt
ons wat de uitkomst van Gods
plan is. Niet minder dan iedere
(of: alle) knie zal voor de Heer
Jezus Christus buigen.
Gelijk op gaat het van harte
belijden dat God is en dat Hij
de Redder is. Goed spreken
van deze God doe je wanneer
je hart vol is van Zijn liefde.
Wanneer je beseft: alleen Hij,
God, is mijn Redder. En: Heer
is Jezus Christus, Zijn geliefde
Zoon. Bèma houdt in: knieën
buigen en uit je hart belijden.
Wij doen dat als eersten van
de mensheid, een voorrecht.

Nu, waarom richt jíj jouw 
broeder? Of waarom minacht 
jíj ook jouw broeder? Want 
allen zullen wij voor het 
erepodium van God staan.
         Romeinen 14:10

Verschil van mening inzake de
inhoud van de Schrift kan ook
leiden tot richten/minachten.
Het brengt uit elkaar groeien
van gelovigen teweeg. Ook de
roeping en verwachting kan
reden zijn. Men denkt dan aan
een aardse of een hemelse toe-
komst.
Maar in zo’n situatie bestaan
ook verschillen over hoe je de
dagelijkse praktijk invult. Dan
sluit men liever aan bij Israël
om gezette tijden van Jahweh
te ‘vieren’. En meent dan ook
een aardse, en geen hemelse
verwachting te hebben.
Straks zal bij de bazuin blijken
wat het lichaam van Christus
gaat doen. Efeziërs 2:6,7 laat
dat zien.

Nu, waarom richt jíj jouw 
broeder? Of waarom minacht 
jíj ook jouw broeder? Want 
allen zullen wij voor het 
erepodium van God staan.
         Romeinen 14:10

De zwakke richt de sterke en de
sterke minacht de zwakke. Beide
‘groepen’ geven in zo’n gedrag
blijk van hun eigen inzicht. Niet
geleid of bepaald door de liefde
van God. Wanneer dat gebeurt
houden gelovigen onvoldoende
rekening met wat na dit aardse
leven volgt. De bèma of het ere-
podium van God zal direct ná de
bazuin van God plaatsvinden.
Daar zal al wat verricht hebben
als gelovige op aarde, door de
Heer beoordeeld worden.
We zullen daar staan, iedereen,
naast elkaar. De Heer alleen is
het, die dan spreekt.