Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

27 juni 2019

‘Één in Christus Jezus.’

Dat is in de kern waar het om draait, 
en het komt in Efeziërs duidelijk, hel-
der naar voren. In Hem zijn twee groe-
pen, gelovigen uit de natiën en gelovi-
gen uit Israël één. De vijandschap was
ook in Zijn vlees (Efeziërs 2:14), omdat
Hij naar het vlees afstamde van David.
Daardoor hoorde Hij bij het volk Israël
en had Hij deel -van nature- aan de vij-
andschap tussen de Joden en de natiën. 
Aan het kruis is dat weggedaan, de ver-
zoening is een feit (Efeziërs 2:16). 

‘De vijandschap is weg.’

Dat is door de dood van de Zoon weg-
gedaan. De vijandschap in Zijn vlees is
weggedaan, omdat Hij stierf. Nu is Hij
Zelf als de Eersteling van een nieuwe 
schepping en een nieuwe mensheid op-
gewekt uit de dood. De Opgestane ken-
merkt Zich niet langer door Zijn vleselij-
ke komaf (hoewel Hij alle troonsrech-
ten behoudt), maar door Zijn opgewekt
zijn uit de doden. Elk lid van Zijn gees-
telijke lichaam maakt deel uit van een
nieuwe schepping, in Christus.

‘Dat is de basis voor eenheid?’

Het gaat om de ene geest, dat vormt
de kern en grondslag van de eenheid
in het lichaam van Christus. Nu vlese-
lijke verschillen geen rol spelen, is in
feite de geestelijke eenheid de basis
voor de aanwijzingen in Efeziërs 4. In
de waardige wandel van de gelovige
is de roeping van belang. En die is te
midden van de hemelingen. Verder is
ootmoedigheid, zachtmoedigheid en 
geduld uiting van de geest waarmee
de gelovige verzegeld is.

26 juni 2019

‘Het Efeze-geheimenis gaat ons aan.’

Helemaal, het geeft antwoord op alle
vragen die leven bij de relatie tussen 
Israël en de gemeente. De Efezebrief
zegt, dat al de gelovigen op hetzelfde
geestelijke niveau staan. De natiën
hadden in het vlees een ondergeschikte
positie; in de geest zijn er geen verschil-
len. Alle leden van Zijn lichaam hebben 
vrij toegang tot de Vader, in de geest. 
Dat zegt Efeziërs 2:11-22.

‘Het gaat niet om de Tempel.’

De kwestie: toegang tot een tempel
of iets dergelijks is daarmee opgelost. 
In Paulus’ dagen speelde dat, hij werd 
veroordeeld omdat men meende dat 
hij Trofimus door de scheidingsmuur 
op het verboden deel van het tempel-
terrein had gebracht. Dat was niet het
geval. Paulus gebruikt de afscheidings-
muur als beeld. Hij geeft aan dat die
weggebroken is. En de wet in geboden
en inzettingen is buiten werking
gesteld (Efeziërs 2:14,15a).

 ‘De hele Thora is afgeschaft?’

Zo zegt Paulus dat nergens. In Thora
staat hoe men via de priesters van
Israël Jahweh (God) kon naderen. In
Christus is dat alles overbodig; er be-
staat immers vrije toegang!
We zijn gezegende mensen; onze ver-
wachting is niet aards, maar hemels. 
De aarde is straks de plaats van Israël
onder het nieuwe verbond. Zij zijn als
koninklijk priesterschap gesteld,  dat 
zal werkelijkheid zijn als hun Messias 
Jezus Christus gekomen is en het volk
verlost heeft.

25 juni 2019

‘Paulus had bijzonder inzicht.’

De apostel kreeg heilgeheimen ont-
huld via de Zoon van God. Door de 
geest kon hij zien wat het lichaam 
van Christus is. En wat het Efeze-ge-
heimenis is, verbonden met het ge-
heimenis van de Christus. Zo was in
eerdere tijden het niet onthuld:

dat in andere generaties niet bekend-
gemaakt is zoals het nu onthuld werd 
aan Zijn heilige apostelen en profeten
                                        Efeziërs 3:5     

‘Een compleet nieuw gezichtspunt.’

Dat kun je wel zeggen. Het heeft te
maken met de plaats van de gelovi-
gen uit de natiën ten opzichte van
die uit Israël:

dat in de geest de natiën gezamen-
lijk-lotgenieters zijn en een gezamen-
lijk-lichaam en gezamenlijk-deelheb-
bers aan de belofte in Christus Jezus
door het evangelie
                                      Efeziërs 3:6

Het drie keer gezamenlijk wijst op de
gelijke positie van de gelovigen uit de
natiën met die uit Israël. Dat is volle-
dig in de geest; we kijken niet langer 
naar vleselijke afkomst. 

‘Lotgenieters boven, niet op aarde.’

Dat hebben we in de afgelopen dag-
overdenkingen gezien. Puur geestelij-
ke zegen en dat te midden van de he-
melingen. Zonder verbinding naar het 
vlees. In deze tijd zien we één lichaam
(Efeziërs 4:4), dat is het gezamenlijk-
lichaam waarin twee groepen één zijn.
Zij zijn wederzijds verzoend in en door 
Hem (Efeziërs 2:16). En zo lezen we,
dat de natiën in de geest gezamenlijk-
deel-hebbers van de belofte in Christus
Jezus zijn door het evangelie.

24 juni 2019

‘Efeze-geheimenis is onbekend?’

Heel wat gelovigen weten genoeg te
zeggen over het geheimenis van Chris-
tus. En ze weten dan meestal niet, dat
ze het aardse aspect ervan kennen. In
Tenach (OT) wordt dat al bekend. Hij
zal Koning van de koningen zijn, als de
grote Nakomeling van David. Vanzelf-
sprekend over Israël, maar ook over de
volkeren. Zo sluit Mattheüs 1:1 naad-
loos aan op die beloften en profetieën
dat de Gezalfde uit het huis van David
de troon over de aarde zal bezetten.

‘Dus alleen over de aarde.’

Wat onbekend was gebleven, en dus
geheim gehouden, was het hemelse as-
pect van het geheimenis van Christus.
En daar heeft het Efeze-geheimenis al-
les mee te maken. In Efeziërs 1:10 zet
de apostel dat kort uiteen:

..tot beheer van het complement van 
de era’s, om het al te culmineren in de
Christus, zowel wat in de hemelen als
wat op de aarde is, in Hem

Het woord culmineren betekent: tot 
hoogtepunt komen. Uit de grondtekst 
blijkt heel letterlijk, dat het te maken 
heeft met: opwaarts (onder) hoofd
brengen.  En in de tekst staan de he-
melen voorop.

‘Het blijft heel groots, vind ik.’

Zijn hoofd-zijn op aarde was bekend. 
Maar dat dat óók de hemelen betreft, 
was onbekend in Tenach. Nu de apos-
tel in 1:10 kort noteerde wat het Efe-
ze-geheimenis inhoudt, zegt hij later:

..dat door onthulling het geheimenis 
aan mij bekendgemaakt is (zoals ik te-
voren in het kort schreef….)
                                      Efeziërs 3:3

Hier verwijst Paulus naar wat hij in 1:
10 had genoteerd. Kortweg; daarna 
spreekt hij uitvoerig over de hemelse
toekomst van het lichaam van Chris-
tus. Hij vervolgt dan ook met:

waardoor jullie bij het lezen bevatten
kunnen wat mijn inzicht in het gehei-
menis van de Christus is….
                                       Efeziërs 3:4

23 juni 2019

‘Een geest van wijsheid en onthulling.’

Die is nodig om de gelovigen te doen
verstaan wat het Efeze-geheimenis in-
houdt. En zij, die dit buitengewone ge-
heimenis kennen, zullen dit bidden als
het gaat om hun mede-gelovigen. Niet
aan iedereen is dit bekend geworden 
tot nu toe. Veel gelovigen zitten voor
een deel onder de tradities, die in de
loop van de tijd op het Woord gelegd
zijn. Daardoor ontbreekt inzicht in dit
grote geheimenis.

‘Daarvoor is die toedeling nodig.’

Onbekend is, of dit gebed uit Efeziërs 
1 tijdens voorbije eeuwen gebeden is. 
In ieder geval is bekend, dat broeders 
die pakweg 110 jaar geleden het Efe-
ze-geheimenis weer op tafel legden, 
dit gebed gingen bidden. Dat werkte 
God in hen uit; Hij verhoorde het. Zij
ontdekten de juiste plaats voor Israël 
en de gemeente die Zijn lichaam is. In
ieder geval leidde dat tot steeds meer 
gelovigen met verlichte ogen van het
hart waardoor zij de drie aspecten er-
van gingen zien.

‘Je leest dat nergens anders.’

Dat kan alleen in brieven van Paulus 
voorkomen. En waar men verward is
zullen de brieven van Petrus, Johan-
nes en Jakobus ook op de gemeente
toegepast worden. Dit ligt anders; al-
leen Paulus’ brieven zijn geschreven 
aan en voor het lichaam van de Chris-
tus. De rest is voor Israël. Gelovigen 
in die lijn hebben geen weet van het 
Efeze-geheimenis. En, kennelijk heeft 
een klein aantal gelovigen er nu wel 
weet van. God geve, dat méér leden 
dit leren kennen!