Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

2 mei 2019
‘Het ligt wel scherp in de Schrift.’

Mensen zeggen weleens dat God dit of
dat wel heeft laten opschrijven, maar
wat anders bedoelde. Het punt met de
Schriften is, dat God heel wat heeft la-
ten opschrijven en dat ook zo bedoelt:

dus dan (dit:) zoals door één krenking
het ^nbtot alle mensen ^nbtot veroordeling
(kwam), zo ook (komt het) door één
rechtvaardigheid ^nbtot in alle mensen
^nbtot rechtvaardiging van leven
                                     Romeinen 5:18

Men legt dit vers meestal zo uit, dat in
het eerste deel van het vers God het zo
bedoelt, dat alle mensen onder de ver-
oordeling zijn gekomen.

‘Ja, dat is toch ook zo?’

Dat is wat je leest, het staat er. Daar is
geen misverstand over. Vrijwel alle ge-
lovigen zijn het daarover eens. Het is
geen punt waar onenigheid over is ge-
komen in de christenheid.
Als we naar het tweede deel van het
vers kijken, dan lezen we parallel aan
het eerste deel, door de rechtvaardi-
ge daad (de dood en opstanding van
Jezus Christus) alle mensen rechtvaar-
dig verklaard worden en leven. Dat is
nu nog niet zichtbaar, maar zal in de
toekomst zeker zo zijn.

‘Dat laatste wordt ontkend.’

Merkwaardig genoeg wordt over het
tweede deel in Romeinen 5:18 mees-
tal gezegd dat het alleen geldt voor
gelovigen. Men zegt dan in feite, dat
God wat anders bedoelde, namelijk:

alle mensen die geloven

Terwijl de tekst duidelijk alle mensen
zegt. Men trekt zelf conclusies en zegt
dat de conclusie uit de tekst waar is.
Maar die conclusie zou dan ook weer
terug te vinden zijn in Gods woord. En
dat is regelmatig niet het geval, maar
wordt dan door mensen wel gezien
als waarheid.

1 mei 2019
‘Goed om bij het lichaam te horen.’ 

Voor elke ware gelovige is dat zo. Men
heeft wel allerlei toekomstverwachting-
en. Ook wat dat betreft is het binnen de
christenheid een kakafonie. God doet
niet dat wat mensen denken dat gaat
gebeuren. God gaat doen wat Hij in Zijn
woord beloofde. Voor de gemeente die
het lichaam van Christus is: de hemelse
toekomst, niet op aarde. Wij zijn geen
koningen en priesters; dat is Israël. De
gelovige in dit beheer van de genade van
God hoort bij het ene lichaam van Chris-
tus, niets minder dan dát.

‘Scherp en biddend lezen.’

Gelovigen zouden de mentaliteit van
de Bereeërs hebben. In de Schriften
nagaan of het ook zo is wat gezegd en
geleerd wordt. Zelf nalezen, nazoeken,
tegenwoordig zijn daar prima hulpmid-
delen voor te vinden met toegang tot
de grondteksten. Uiteraard is een oot-
moedige houding voor Gods woord no-
dig, en dat ontbreekt weleens. En waar
men de brieven van Paulus wegduwt is
altijd een vorm van dwaling aan de or-
de. Bij de Galaten waren dwaalleraren
bezig de wet + allerlei aanverwante za-
ken op te leggen. Bij de Korintiërs leer-
den sommigen dat er geen opstanding
is, een enorme dwaling.

‘Onderscheid blijven maken.’

Naar de aanwijzing van de apostel in 2
Timotheüs 2:15 zouden we het woord
van de waarheid recht snijden. Voor Is-
raël laten staan wat aan Israël gegeven
is. En alleen via de brieven van Paulus
op het lichaam van Christus toepassen
wat voor die ekklesia (uitgeroepenen)
bedoeld is. Gelovigen willen nogal eens
hun gehoor geven aan leraren, die dat
kietelen. Dat is: die zeggen wat zij graag
willen horen. Wat aansluit bij hun opinie
of gevoel. Bij elke gelovige is het denken
(denkzin) van Christus aanwezig (1 Co-
rinthiërs 2:16). Die wordt gevoed met de
woorden van het geloof en het uitsteken-
de onderricht.

30 april 2019
‘Erg fijn, die toekomst voor ons.’

Het is een uitzicht dat zeker is. Als Hij
bazuint zal alles veranderen voor de le-
den van Zijn lichaam. Of ze nu ootmoe-
dig, eigenwijs, liefdevol of tegendraads
zijn; alle leden zullen veranderd worden.
Geen enkel lid zal ontbreken. Alle leden
worden dan verheerlijkt. Gods genade
maakt geen onderscheid. Christus Jezus
heeft al de leden lief. Het is Zijn lichaam,
Hij zal altijd Zijn eigen lichaam koesteren.

‘We worden ingezet door Hem.’

Ja, dat is te midden van de hemelsen,
een waarheid die door de meesten –
als ze die al kennen- weggeredeneerd
wordt. De meeste leden denken aan
een bediening op aarde. Uit de Efeze-
brief weten we, dat het in de komende
eonen niet op aarde, maar voor de he-
melingen zal zijn. Boven, los van deze
aardse omgeving, zal onze dienst zijn.
We zijn uiterst gezegend met deze be-
diening, die bedoeld is om de hemelin-
gen onder de voeten van Christus’ heer-
schappij te brengen.

‘Het is bijna niet te bevatten.’

De meeste leden zullen erg verbaasd
reageren als ze te horen krijgen van de
Heer dat ze dat gaan doen. Als je je le-
ven als gelovige in de veronderstelling
bent geweest dat je koning en/of pries-
ter zal worden met Israël op aarde en
je wordt na de bazuin boven ingezet;
dat had je niet gedacht. Daar blijkt dat
je bij het lichaam van Christus hoort.
Dat is iets anders dan Israël. Christus
is genadig, bij de bema zal alles recht-
gezet worden. Je bent totaal van Hem;
Hij is Hoofd; wij zijn de leden. Ons past
ootmoed en onderschikking aan Hem.

29 april 2019
‘Indrukwekkend, die verandering.’

Dat is bijna onvoorstelbaar. God gaat
dat doen. Niet omdat wij ook maar iets
ervan verdienen. Integendeel, ook dat
is een moment van genade ++. Men is
bezig zelf middelen te bedenken om
het eeuwige leven nu al te realiseren.
Dat gaat de mens zelf niet lukken. We
weten uit de Schrift dat alleen door de
geest van God oneindig leven gegeven
kan worden. Het stervensproces zal al-
leen door God Zelf veranderd kunnen
worden in een eindeloos levensproces.

‘Dat zal blijken bij de bazuin.’

Dat is onze verandering als de laatste
bazuinstoot klinkt. In 1 Corinthiërs 15:
52 staat zo mooi:

Hij zal bazuinen

in plaats van de bazuin zal klinken. En
het resultaat is ver boven alles uit in
en aan ons zichtbaar, daarna. Dan zal
verderfelijkheid plaats moeten maken
voor onverderfelijkheid; sterfelijkheid
wordt omgezet in onsterfelijkheid. Dit
is het. Hier gaat het naar toe, elke dag
brengt ons een stap dichter bij Zijn ge-
weldige aanwezigheid voor ons.

‘Heerlijkheid wacht ons.’

Nog even, en dan is het zo ver. Ook de
doden in Christus zullen opgewekt wor-
den als Hij bazuint. Ook zij zijn dan on-
middellijk onverderfelijk en onsterfelijk.
Dat zal door niets of niemand tegenge-
houden kunnen worden. God zal door
Zijn geliefde Zoon ook dit bewerken.
Gods diepe liefde zit achter onze roe-
ping. Niets kan ooit tussen Zijn grote
liefde en genegenheid en ons komen.
De zekerheid, die we door Gods gena-
de hebben, is heerlijk.

28 april 2019
‘Het is een grote toekomst.’

We leven daar naartoe. Zonder over-
spannen te zijn, kijken we gespannen
met verwachting uit. Hij gaat komen,
en in Zijn aanwezigheid (parousia) in
de lucht is de ontmoeting.
Bij Hem, Christus Jezus, onze Heer en
Redder, zullen wij dan zijn, ineens. En
elk lid van het lichaam van Christus is
er dan bij. Groots zal dat zijn. Hij zal
ons tot Zich nemen met enorme snel-
heid. Dé ontmoeting waar Hij al lang
naar uitkijkt.

‘Dat is ook 1 Corinthiërs 15.’

Na veel geweldigs schrijft de apostel
over onze verandering. Paulus schrijft
door God geïnspireerd:

zie ik deel jullie een geheimenis mee:
wij zullen niet allen ontslapen, wij zul-
len allen echter veranderd worden in
een ondeelbaar ogenblik, in de laats-
te bazuin(stoot)
                          1 Corinthiërs 15:52

Dit is niet de jongste (of laatste) dag
als hemelen en aarde verbranden.
Het is veel eerder; deze gebeurtenis
markeert het einde van het beheer
van de genade van God (Efeziërs 3:2).
Het is hetzelfde gebeuren als wat de
apostel eerder had gemeld in 1 Thes-
salonicenzen 4:13-18.

‘Geweldig, mijn hart dankt God.’

In het bedoelde vers spreekt de apos-
tel specifiek over diegenen die leven
als de bazuin klinkt. Die leden van dat
ene lichaam zullen niet ontslapen. Zij
worden veranderd door de kracht van
de geest van God. Het gaat in 1 Corin-
thiërs 15:51-53, net als in 1 Thessalo-
nicenzen 4:13-18, om twee groepen.
Degenen die leven bij de bazuin en zij
die al in Christus gestorven zijn. Van
de levenden staat: en wij zullen veran-
derd worden. Van de anderen staat dit:

de doden zullen opgewekt worden –
onverderfelijk        1 Corinthiërs 15:52