‘We houden een bijzonder uitzicht.’
De bazuin van God is een andere dan die door de zeven
boodschappers in Openbaring geblazen worden. De laatste
bazuin van 1 Corinthiërs 15 hoort bij het bazuinen van 1
Thessalonicenzen 4:13-18. Later zullen, wanneer het Lam
het zevende zegel verbreekt, de zeven boodschappers ba-
zuinen. Dan zullen de diverse gerichten losgaan.
‘We hebben veel aan Zijn woord.’
Dat laat ons zien hoe het zit. Mattheüs 24 en verwante
gedeeltes uit de evangelieën leggen we naast Openbaring
6 in de studies van dit bijbelboek. Dan legt de Schrift als
het ware zichzelf uit. We leven in onze dagen nu eenmaal
bijna als in de dagen van Noach. En als we lezen wat de
apostel Paulus aan Timotheüs in zijn tweede brief schrijft,
dan zien we de daarin voorzegde aspecten in de praktijk.
‘Er is steeds minder belangstelling voor Zijn woord?’
Als je een groot geheel overziet, wel. Je merkt op, dat
velen dat woord tot op zekere hoogte wel willen. Maar
niet zo veel. Bijvoorbeeld alleen op zondag een half uur.
Meer niet. Of minder. Daar waar het woord wel open gaat
en beluisterd wordt, komt verdieping en meer geestelijk
leven. Dat levert wel wat op: diepe vrede, rust in het hart!
‘Maar, willen velen de waarheid horen?’
Volgens 2 Timotheüs zullen velen hun oor afwenden van
de waarheid. Zij zullen voor zichzelf leraren ophopen, die
hun gehoor kietelen. Dat wil zeggen: mensgericht, op de
ziel en het vlees gericht spreken. Het evangelie dat Paulus
brengt is niet naar de mens (Galaten 1:11). Het spreekt
ervan, dat de mens zichzelf niet kan redden, maar dat het
genade van God alleen is, dat de basis van redding is.
Je kunt ook zeggen: het kostbare bloed van Christus, dát
is de grondslag voor alle zegen van God.