‘Kolossenzen is een rijke brief.’
Daar staat heel veel in. Gelovigen doen zich tekort wanneer
ze deze brief niet lezen. Niet alleen lezen trouwens, je hebt
tijd nodig om de diepte ervan te leren kennen. Paulus bidt
niet voor niets in 1:9-11 dat wij vervuld worden met de er–
kenning van Zijn wil, dan groeien en uiteindeljk ook groei–
en in de erkenning van God zelf.
‘Ja daar gaat het uiteindelijk om.’
We leren daarna als een van de eerste waarheden over ons-
zelf, dat wij overgezet vanuit het volmachtsgebied van de duis-
ternis in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Dat vloeit
voort uit het danken van 1:12, waarin staat, dat wij bekwaam
gemaakt worden voor het deel van het lot van de heiligen in het
licht. Wij horen bij de Zoon van Zijn liefde.
‘Maar in vers 14 staat de vergeving van de zonden.’
Zeker, maar ook hier gaat het om het tekstverband. In het aard-
se koninkrijk van de Messias Jezus hebben de onderdanen de
vergeving van de zonden. Het is een laten gaan van de zonden.
Kan wel later op teruggekomen worden. Bij de vergeving van de
zonden die wij in de Zoon van Zijn liefde hebben kan die niet te-
ruggetrokken worden. Weliswaar wordt wel het woord vergeving
gebruikt, maar gaat het om iets dat veel verder gaat. Denk aan de
woorden uit Efeziërs 1:7, waar vergeving wordt genoemd, die in
overeenstemming met de rijkdom van Zijn genade is!