Woord vandaag

‘Zijn genade is ons genoeg. Dat blijkt telkens weer. Wat een hoe-
veelheid ontvangen wij!’

Het fijne is, dat wij niet alleen de vrijkoping door Zijn bloed heb-
ben. Maar ook dat wat daaraan verbonden is: de vergeving van
de krenkingen
. Er staat dus niet, dat wij elke dag onze zonden en

tekortkomingen moeten belijden. Nee, wij hebben de vergeving
van de krenkingen.
Wat is nu precies een krenking? Als we dat

niet eerst weten, dan spreekt het ons veel minder aan dat wij
de vergeving ervan hebben.

‘Ja, het is goed ons eerst daarop te richten. Eerst ontdekken wat
dat is. Ik ben benieuwd!’

Heel de schepping is onderhevig aan wetten, of wetmatigheden.
Anders zou er chaos en leegte heersen. Als de wetmatigheden
van de natuur verbroken zouden worden, zou het een ramp be-
tekenen. Het falen om in welk opzicht dan ook die wetmatighe-
den op te volgen, is zonde. Als de mens niet de door God aange-
wezen weg had verlaten, dan zou hij nu volmaakt zijn. Hij zou
aan Gods standaard of normen voldoen. Maar hij is wel van de
juiste weg afgedwaald en dat betekent: er is zonde, er is wette-
loosheid.

‘Vanuit God gezien is het heel belangrijk binnen de wetmatig-
heden van Hem te blijven.’

Al het falen of tekortschieten is zonde. Zonde betekent: doel mis-
sen. De eerste zonde van de mens had verstrekkende gevolgen.
Adam en Eva aten van de verboden vrucht en het gevolg is de
enorme morele chaos die wij om ons heen zien. Al wat (net) niet
perfect is, in welk opzicht ook (materieel, moreel, mentaal), is
zonde. Het is een beetje afwijken soms, dus wetteloosheid en dus
zonde. Morgen weer verder, dan wordt het duidelijk.
En
bedenk deze rijke zegen:

wij hebben de vergeving van de krenkingen in overeenstem-
ming met de rijkdom van Zijn genade!

Woord vandaag

‘We zijn volkomen afhankelijk van het Offer wat God zelf toebe-
reid had: Zijn eigen Zoon.’

Er zijn talloze typen in de Schrift van Hem, die komen zou. Een
duidelijke is Isaäk, die op het hout gebonden werd. Later zou
blijken, dat Ieue (Jahweh) zelf in een ram tot brandoffer zou voor-
zien. Daarom: Ieue zal voorzien! God voorzag dat Zijn eigen Zoon
die Hij tevoren kende vóór de nederwerping van de wereld, later
werkelijk gedood zou worden. Abraham en Isaäk vormden samen
een perfecte voorafschaduwing.

‘God had zelf al voorzien, de mens kan zijn handen niet gebruiken
om iets toe te voegen.’

Dat is toch wel geweldig, we hebben een God die zelf in datgene
voorziet wat wij nodig hebben. Het kostbare bloed van Christus
spreekt voor altijd van de uitwerking en blijvende waarde van Zijn
lijden. In de tabernakel en tempel werd één keer per jaar op grote
verzoendag (Jom Kippoer) een offer gebracht. Dat bloed was effec-
tief gedurende de 12 maanden die volgden: bescherming biedend.

‘Dat moest steeds herhaald, maar Zijn bloed was eens en voor altijd
voldoende. Machtig!’

We staan daar dan ook enkele dagen bij stil. We zouden ons steeds
herinneren wat de enorme waarde van dat bloed is. Het is de basis
van onze redding van de redding van allen. Wij zijn gerechtvaardigd
in Zijn bloed en zodoende gered van de verontwaardiging (‘toorn’
vertaalt men meestal). In Romeinen klinkt het: …en worden om niet
gerechtvaardigd door de vrijkoping in Christus Jezus.
 

Efeziërs 1:7 zegt: in Hem hebben wij de vrijkoping door Zijn bloed.
Dat is dus in de Geliefde, zoals Hij in vers 6 genoemd wordt!

Woord vandaag

‘Wat een bijzondere genade, die vrijkoping. Het is niet wat wij
verdienden.’

En dat is juist genade. God roept zondaren, niet degenen, die
van zichzelf menen rechtvaardig te zijn. Hij schenkt Zijn vijanden
wat zij beslist niet verdienen: genade, onverdiend, onverdeeld.
Er zit bij de genade van God geen ruis van iets van de mens.
De vrijkoping door het bloed spreekt van zwakheid (een weer-
loos lam) en offer. Dat was de basis van de redding van Israël
uit Egypte.

‘Bijzondere waarheid. Zij werden door het bloed van lammetjes
gered, de eerstgeborenen bleven in leven.’

Zo worden wij gered door het kostbare bloed van Christus. Hij
was en is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt.
Dat is de basis van onze redding. Hij die gekruisigd werd uit zwak-
heid, Hij was het offer dat gebracht werd. Daar was het lammetje
bij de gezinnen van Israël een type van. Maar nu zijn wij gered
op basis van het ware Offer: onze Heer Jezus Christus. Het Zijn
werk en helemaal Zijn verdienste. Daarna wordt iedereen gered
door Gods genade, en niets anders dan dat.

‘Geweldig hoor, dit ís het ware evangelie, een echte blijde bood-
schap, wars van alle religie.’

Vrijkoping door Zijn bloed is ons deel. Wat een genade! God geeft
het ons uit Zijn liefdevolle hart, dat naar ons uitgaat. Vandaar dat
de apostel later in Filippenzen schrijft: verheug je te allen tijde,
opnieuw zal ik zeggen: verheug je! Omdat wij leven in Zijn genade,
hebben wij de heerlijke zekerheid dat Hij ons ook zal redden als
het erop aan komt. En wij hébben nu ook de vergeving van de
krenkingen
. Daarover morgen meer!

Woord vandaag

‘Weet je , ik word elke keer weer enorm bemoedigd door de
woorden van Efeziërs 1. Zoveel genade van God!’

We zijn in vers 6 en 7 en het houdt maar niet op. In de Geliefde
hebben wij de vrijkoping door Zijn bloed, de vergeving van de
krenkingen in overeenstemming met de rijkdom van Zijn genade
die Hij laat overvloeien in ons.
Je leest de afwisseling in dit hoofd-

stuk van Efeziërs: liefde-genade-liefde-genade. Het kan niet op.
Ook hier wordt weer meer genade gegeven.

‘Ja je loopt over van dank als je echt gaat beseffen wat hier alle-
maal staat.’

Er staat niet, dat wij die vrijkoping door onze eigen inspanningen
hebben. Nee, het is de vrijkoping door Zijn bloed. Zijn smadelijke
dood aan het kruis is de grondslag voor deze vrijkoping. Deze is
door bloed en door macht, bij Israël was het bloed aan de deur-
posten en later de machtige hand van God die hen door de Rode
Zee bracht en definitief verloste van Egypte (beeld van de wereld).

‘Dat was een verlossing waar nóg over gesproken wordt!’

Voor ons is het: vrijkoping door het kostbare bloed van Christus,
dat hébben wij nu al. Dit wordt gevolgd door de machtige hand
van God, die ons uit deze wereld verlost bij de bazuin van God.
Dan worden wij door Hem weggerukt uit deze wereld. Daarom
zijn wij ook verzegeld met de geest van de belofte, de heilige, tot
in de dag van de vrijkoping (Efeziërs 1:13,14). Dit alles is in over-
stemming met de rijkdom van Gods genade.

Woord vandaag

‘Het blijven bijzondere verzen in Efeziërs 1, en het stroomt over
van Gods genade.’

Het is het welbehagen van Gods wil, dat wij, die geen enkele
aanspraak konden maken op Zijn genade, nu zoveel genade ont-
vangen. Juist omdat wij hopeloos waren, onszelf niet konden
redden, juist dat maakte dat wij Zijn genade nodig hadden. Het
bracht de gelegenheid voor God om Zijn overstromende genade
te laten stromen. Naar diegenen die reddeloos waren.

‘En dat reddeloze gold zowel voor Israël als voor de andere
natiën buiten Israël?’

Onder de Thora (de wet van Mozes) werd het nog erger. De zon-
de bleek niet alleen een misser te zijn, maar ook het overtreden
van een gebod van God. De wet deed de zonde toenemen. Daar-
na kwam de genade van God naar voren in het evangelie dat
Paulus brengt. De genade bleek groter dan de toegenomen zon-
den. Romeinen 5:20,21 zegt dat Gods genade regeert, nu!

‘Maar in Efeziërs lijkt het nog meer te zijn.’

In 1:5,6 wordt al gezegd, dat wij het voorwerp zijn van de heer-
lijkheid van Gods genade. Zelfs tot lofprijs van dat! En er wordt
nog bij gezegd: Zijn genade, die ons begenadigt in de Geliefde.
God ziet ons te allen tijde in Christus, die hier de Geliefde ge-
noemd wordt, om nog eens te benadrukken, dat het hier echt
gaat om het toppunt van Gods genade en liefde. Je hoort nog
de woorden uit Romeinen 8 klinken: niets kan ons scheiden van
de liefde van God in Christus Jezus, onze Heer
!