De eerste studie-avond trok een ver-
heugend aantal enthousiaste luisteraars.
Je leest in de Schrift over Gods volk.
Maar hoe zit het eigenlijk? Wat zegt Zijn
woord precies over Zijn oogappel?
Naluisteren: deel A en deel B
Gods woord is leven
22 september 2018
‘Christus is de grote Melchizedek.’
De Melchizedek uit Genesis 14 is een
type van Christus, vanzelfsprekend.
Dat verband wordt in Hebreeën ook
duidelijk gelegd. Het is een uniek ge-
geven, dat Abram aan Melchizedek
de tienden gaf. Erkenning dat dit de
priester van de allerhoogste God is.
Maar ook: koning van vrede. Dat was
deze over al de volkeren.
‘Dat maakt verschil met Levi.’
Aäron kwam voort uit Levi, en kon zo
aangesteld worden als hogepriester
in Israël. Daarmee in principe beperkt
tot dat volk. Maar als mensen uit an-
dere volkeren wilden naderen tot de
God van Israël, dat is de enige ware,
dan moest dat via de priesters van Is-
raël. Die vielen onder het gezag van
de hogepriester.
‘Melchizedek van hogere orde.’
Volgens Hebreeën toch wel, ja. En de
Heer Jezus Christus is vanaf Zijn op-
standing uit de dood aangesteld door
God als hogepriester. In de hemel nu
voor dat wat daar bij God te doen is.
Hij zal die functie in de 1000 jaar op
de aarde uitoefenen en dat delegeren
aan de priesters en hogepriesters van
Israël. Zij zullen offeren bij die magni-
fieke tempel van Ezechiël 40-48. Ook
het reinigingswater met de as van de
rode koe zal er zijn.
21 september 2018
‘Veel te zeggen over Hebreeën.’
Het mooiste is een vers-voor-vers be-
handeling van de brief. Dan kunnen
diverse aspecten goed aan de orde ko-
men. In elk geval zeer de moeite van
het lezen waard. Het gaat -uiteraard-
verreweg het meest over Christus, Die
onze grote belangstelling altijd heeft,
als Hoofd het lichaam.
‘Hij de grote Hogepriester.’
Zeer zeker, dat gaat voornamelijk in
eerste instantie Israël aan. Over dat
volk hebben we het vanavond in de
bijbelstudie te Soest. Een rijk onder-
werp waarover veel te zeggen is. Zij
nemen een unieke plaats in te mid-
den van de volkeren. Tot op de dag
van vandaag. En dat is nooit anders
geweest en zal in Gods plan van eo-
nen ook niet anders zijn.
‘Zo is het. We bidden voor hen.’
Dat zeker, ja. Het hogepriesterschap
van Christus naar de ordening van
Melchizedek is hoger dan dat van Aä-
ron, omdat Levi in Abraham feitelijk
de tienden aan Melchizedek gaf. Dat
staat in Hebreeën. Toen Abraham de-
ze Melchizedek ontmoette (Genesis
14) was er nog geen sprake van Israël.
Dat volk zat bij wijze van spreken nog
in de lenden van Abraham. Omdat Ab-
raham onderschikkend aan Melchize-
dek was, zal dat -analoog daaraan- in
de nabije toekomst ook zo met Israël
zijn. Onderschikking aan de grote Mel-
chizedek: de Heer Jezus Christus.
20 september 2018
‘Hebreeën is moeilijk.’
Zij die ver gaan in de leer van bedelin-
gen schuiven deze brief radicaal aan
de kant. Alleen voor Israël bestemd. Er
kan wel de opmerking bij gemaakt wor-
den dat in deze brief (op-)hemels staat.
Daardoor wordt dat aangegeven, wat
(ver) boven het aardse uit gaat. Niet al-
leen hemelse roeping, maar ook hemels
geschenk (6:4), en de goddelijke dienst
van de hemelsen (8:5), hemelse (…)n
zelf (9:23), zij verlangen naar een be-
ter, een hemels vaderland (11:16) en
het hemelse Jeruzalem (12:22).
‘Zes vindplaatsen.’
Ja, en in Efeziërs komt te midden van
de hemelsen vijf keer voor. Daar wel
als specifieke uitdrukking in een zelf-
de vorm in de grondtekst. Niettemin
een opmerkelijk gegeven. Daarom is
het niet zo eenvoudig, Hebreeën aan
de kant te schuiven als het om waar-
heid voor vandaag gaat. Je zult goed
moeten kijken waar de schrijver het
over heeft; aan wie de brief gericht is
en wat de bedoeling ermee is.
‘Veel waarheid over Christus.’
Absoluut! En daarom trekt ook deze
brief onze onverdeelde aandacht. Het
draait om Hem, Die alles voor de hele
schepping over heeft gehad. In overga-
ve aan Zijn God en Vader. Wel is waar,
dat Hij als Hogepriester naar de orde
van Melchizedek nadrukkelijk naar vo-
ren komt. Dat is, als je het mij vraagt,
om de gelovigen van Israël duidelijk te
maken welke hoge positie Hij heeft als
Middelaar en Redder van Israël, en de
hele mensheid.
19 september 2018
‘Hogere roeping voor ons.’
Dat heeft God nu eenmaal zo bepaald
in Zijn woord. Israël heeft zeer rijke ze-
gen en beloften ontvangen. Blijft staan
voor hen, wat de apostel ook opmerkt:
zij zijn Israëlieten; voor hen geldt de
zoon-plaatsing en de heerlijkheid en
de verbonden en de wet-plaatsing en
de dienst en de beloften; tot hen beho-
ren de vaderen, en uit hen is, wat het
vlees betreft, de Christus.
Romeinen 9:4,5
Dit is grote rijkdom, dat zal blijken in
de komende 1000 jaar en daarna op
de vernieuwde of nieuwe aarde.
‘Onze roeping hoger.’
Dat is niet anders dan het is. In weer-
wil van velen, die kennelijk graag op
aarde blijven. Ze vermengen wat zui-
ver aan Israël toebehoort en menen
daarbij aan te moeten schuiven. Door
bijvoorbeeld te doen wat Israël doet:
sjabbat houden, gezette hoge tijden
(‘feesten’) meevieren. Heeft geen nut,
men is bezig met iets dat niet aan het
lichaam van Christus is gegeven.
‘Gewoon voor hen laten staan.’
Onze roeping is te midden van de he-
melsen. Ook Hebreeën geeft een aan-
tal hints richting van de hogere waar-
heden voor het lichaam van Christus.
Hebreeën 3:1 zegt:
daarom heilige broeders, deelgenoten
van een hemelse roeping
Dat woord hemels is vrijwel hetzelfde
als het woord hemelsen in Efeziërs. De
schrijver wil daardoor de gelovigen uit
Israël meenemen om ze te tonen wat
de verwachting van het lichaam van de
Christus is.