12 mei 2020

‘We leven naar Hem toe.’

De geweldige verwachting die wij mo-
gen koesteren geeft uitzicht en kracht.
Het gaat in de eerste plaats om Hem,
Christus Jezus, onze Heer. Wij worden
weggebazuind, je leest vier keer Heer
in 1 Thessalonicenzen 4:15-18. Dat is:
wij dienen Hem, wij zullen ineens snel
weggegrist worden tot onze bediening: 
boven. 

‘Tot dat moment nog hier.’

Dat is zeker het geval, en we zullen in
een oogwenk veranderd, weggevoerd
worden. Om Hem verder te dienen te
midden van de hemelsen. De veelvul-
dige wijsheid van God wordt al langer
bekendgemaakt, maar dan in volheid
door de hele gemeente. Nu, op aarde,
worden wij getraind in de weg die Hij
met ons gaat. 

‘Door moeite en strijd.’

De weg stippelt Hij uit. We zijn in Zijn
programma opgenomen. Om straks, in
Zijn tegenwoordigheid, in heerlijkheid,
verlost van het vernederde lichaam (in
dat nieuwe heerlijkheidslichaam) Hem
te kunnen zien. En te horen wat elk lid
precies gaat doen; waar en hoe. Ná de
bema (erepodium) zal vastgesteld zijn
wie met Hem gaat regeren. Alle ande-
ren worden in andere posities ingezet.