‘Dat is heel fijn, dat wij al zo lang geleden uitgekozen waren in Christus.’
De tweede zegen die genoemd wordt, en op de eerste wordt gestapeld, is
dat Vader ons in liefde tevoren bestemd heeft tot plaats van zoon. Ook dat
is weer iets geweldigs. Let op dat er staat: ‘in liefde’. Het is die weergaloze
liefde van God, die sterker is dan de dood, die doorgaat tot eenieder gered
blijkt. Maar de eersten die in Zijn plan in Zijn liefde betrokken zijn, blijken
de gemeenteleden te zijn! ‘Tevoren bestemd’ zegt heel veel.
‘Ja en in Romeinen 8 staat toch ook dat wij tevoren bestemd zijn?’
Ook daar is het geweldig. Wij blijken tevoren bestemd te zijn gelijkvormig ge-
maakt te worden aan het beeld van Zijn Zoon. Nadat er al stond dat God ons
tevoren gekend heeft, staat in vers 30 de geweldige waarheid, dat de Vader
ons tevoren bestemde. Weer ‘tevoren’, net als tevoren gekend. Ver voordat
wij geboren werden, had God ons al bestemd in Zijn plan – tot heerlijkheid.
De schepping wacht op de onthulling van de zonen van God. Wij zijn, volgens
Efeziërs 1:5, tevoren bestemd tot de plaats van zoon. Dat wijst al naar onze
horizon: heerlijkheid. In het Griekse woord ‘tevoren bestemmen’ zit ons be-
grip ‘horizon’.
‘Wat een zee van liefde van God komt nu naar voren, als ik dit overdenk.’ Gods raadsbesluit zit er achter. Het hing vanzelfsprekend niet van onze daden
af, ook niet van ons geloof. Het ging om Zijn werk (van Christus Jezus) en om
Zijn geloof (van Jezus Christus). Het gaat om Gods plan, dat Hij tevoren al hele-
maal bedacht had en in de tijdperken (eonen) uitvoert in Christus Jezus. Als
je deze dingen tot je door laat dringen, wordt al het andere wat je op aarde
doet, waar je je op aarde mee bezig houdt, veel minder belangrijk. En je
maakt je soms druk om dingen waarvan je achteraf beseft dat het totaal niet
belangrijk was in het licht van wat wij nu overdenken uit Efeziërs!