‘We zijn rijk als nieuwe mens.’
Zeker, het oude was zo anders:
want ook wij waren eens onna-
denkend, weerspanning, dwa-
lend, slavend voor velerlei be-
geerten en genot Titus 3:3
Dit is maar al te waar, en Paulus
zegt dat het bij hem zelf ook zo
was, hoewel hij onder de Moza-
ïsche wet leefde. Dat was geen
weerhouder, dus.
‘Het gericht zal komen.’
Bij de grote witte troon zal blij-
ken dat iedereen onder de zon-
de leefde en door het stervens-
proces zondigde. Voor degenen
die onder de wet van Mozes
waren, zal het nog erger zijn.
Romeinen 2:11-13 zegt dat. God
ziet de persoon niet aan, en als
je onder de wet was, zul je door
de wet geoordeeld worden.
‘Duidelijk.’
Ja onder de wet was Saulus net
zo onnadenkend, weerspannig,
dwalend en slaaf van begeerten
en genot als de rest. Bovendien
zegt hij: ook wij. Bedoelt hij dan
Titus en zichzelf? Kan niet, want
Titus was geen Jood. Dus moge-
lijk bedoelde Paulus daarmee de
andere Joodse mensen en zijn ei-
gen persoon. Alleen Gods gena-
de kon en kan uitkomst bieden!