Woord vandaag

‘Wat een plan, en wat een grote God mogen wij kennen!’

Ja, de zekerheid, dat alles uit God is, geeft ons vaste grond onder de voeten.
Alles zal ook tot Hem terugkeren. Daar staat Hij garant voor. In Romeinen 11:36
wordt dan ook niets aan toeval overgelaten. Daar staat ook, dat alles door Hem
is. Wat in Zijn plan gebeurt gaat niet buiten Hem om. Zijn plan is bedoeld om

bekend te maken wie Hij is. Het draait niet om de mens of om de schepselen,
maar om God en Zijn Christus.

‘Ja steeds lees je dat het in de geschiedenis gaat om Hem die komen zou.’

Het draait om het hoogste Offer waar al het andere naar verwees: Zijn Zoon,
de Heer Christus Jezus, die zelf aan het kruis stierf tot redding van heel de schep-
ping. Die redding is alleen door het kruis. Alleen door Hem. God is de Redder
van alle mensen. Hij wekte daartoe Zijn geliefde Zoon op uit de dood van tussen
de doden uit. De Heer Jezus Christus maakt bekend wie Zijn Vader is. Daarvoor
werd alles tot stand gebracht, opdat de Schepper Zichzelf bekend maakt.

‘Dat geldt dus ook voor het kwaad.’

Het allergrootste kwaad was de dood van de Zoon. Hij die zonder zonde was
werd aan het hout genageld zonder eerlijk proces. Als was Hij een weggelopen
slaaf, als was Hij een misdadiger. Maar daardoor maakt God wel bekend dat
Hij liefde is: God echter bewijst Zijn liefde voor ons, dat Christus, toen wij nog
zondaren waren, voor ons stierf
(Romeinen 5:8). Wat is dat geweldig, en het

gaat verder: Want wij, toen wij nog vijanden waren, werden verzoend met God
door de dood van de Zoon heen
(Romeinen 5:10).

Woord vandaag

‘Het is dus allesomvattend, dat alles uit God is.’

Wees daar erg blij mee, want dat is wat de Schrift duidelijk leert. Niets loopt
Hem uit handen. Hij is degene die alles bewerkt. Dat maakt ons niet tot pas-
sieve mensen of tot robots, het laat zien, dat Hij wérkelijk Gód is. Alleen Hij
is bij machte uit het kwade het goede voort te brengen. Wij mensen niet.
Daarom kan Hij ook Schepper van het kwaad zijn. Anders is het niet. Stel even
dat het kwaad niet ook uit God zou zijn. Wat krijg je dan?

‘Dan krijg je een onmachtige God, nu ik erover nadenk.’

Zo is dat. Wanneer het kwaad niet van God af zou komen als de Schepper er-
van, dan kom je als vanzelf bij de tegenstander terecht. Dan zou de satan de schep-
per ervan zijn, buiten de controle van God om. En zou vervolgens  de uitkomst
van Gods plan heel onzeker zijn. Nu wij voluit kunnen geloven, dat alles uit God
is
, zoals Romeinen 11:36 samenvat en leert, nu hebben wij volle vrede.

‘De God zoals die door het christendom wordt voorgespiegeld is heel anders.’

Die God is een karikatuur van wie God werkelijk volgens de Schriften is. Heel
wat traditionele voorstellingen over God in het christendom kunnen linea recta
de prullenmand in en met de vuilnisman mee. God is liefde en in Zijn plan zet
Hij zelfs het kwaad in om tot Zijn doel te komen. De enorme tegenstellingen
vormen een bron van onderricht waardoor de Schepper duidelijk maakt wie Hij
is in Zijn genade, liefde en heerlijkheid: Hij is liefde en zal ieder terecht brengen!

Woord vandaag

‘Het is het mooiste wat er is, zelfs de satan zal eens God van harte dan-
ken!’

Het evangelie dat Paulus bracht predikt de totale overwinning over alles
wat nu nog tegenstand biedt. De dood en de tweede dood zullen moeten
wijken voor de levenskracht van de Vader. Christus Jezus is het, die de
dood opheft, buiten werking stelt. Dan zal de tweede dood ook alle doden
die erin zijn, moeten prijsgeven. Allen zullen leven en hun tong zal van har-
te jubelen dat Jezus Heer is. God zij dank.

‘Ja mooi. Ga door.’

Wat kan er heerlijker zijn dan dit goede nieuws? De redding van allen wordt
door de apostel Paulus luid en duidelijk gepredikt. Geen houden aan: allen
zullen leven. Het verderf zal moeten wijken voor onverderfelijkheid. Het
sterven moet plaats maken voor onsterfelijkheid. Oneer gaat weg, er zal al-
leen nog heerlijkheid zijn. Alles zal Gods heerlijkheid bekendmaken, allen zul-
len Hem als Vader kennen.

‘Er zijn toch heel wat meer die dit ook geloven?’

Ja hoor, iemand als Jan Bonda beleed dit in zijn boek Het ene doel van God,
waaraan een dogmaticus als Jan Veenhof (emeritus professor dogmatiek van
de VU) van harte meewerkte, en vele anderen weten het ook. Een theoloog als
Karl Barth beleed het ook in zijn commentaar op de Romeinenbrief. Het valt niet
te ontkennen, het is wat de Schrift onomwonden onderwijst. De algenoegzame
God van de Schriften zal uiteindelijk alles in allen zijn!

Woord vandaag

‘Eigenlijk wel logisch als het zo in elkaar zit, dat plan van God.’

Dat de satan als tegenstander geschapen werd door God, is het enige
antwoord op het probleem van het kwaad. We hebben allerlei ant-
woorden gehad in de loop van de eeuwen. Maar dit geeft echt uit-
komst, de vragen verdwijnen als je deze waarheid kent. Onze God
is echt God, de Plaatser! Alles is uit Hem en door Hem en tot Hem.
Wanneer de zonde als verrassing uit een ‘engel’  gekomen zou zijn,
dan had God het niet in de hand gehad.

‘Ja, Vader heeft echt alle touwtjes in handen. Geen angst voor een
onzekere uitkomst!’

Natuurlijk heeft de tegenwerker een zekere macht gekregen. Maar in
het leven van Job kon hij niet meer doen dan toegestaan. Hij kon het
leven van Job niet wegnemen. De beproevingen en het lijden in het
leven van Job werden door de tegenstander veroorzaakt. Maar uit het
boek weten we ook, dat dat onder de controle van Vader stond. Het
ging uiteindelijk niet buiten Vader om.

‘Machtig, wat een groot God kennen wij als Vader!’

Het is de heerlijkheid van God, dat Hij werkelijk alles uitwerkt in Zijn
plan. De satan kan niet meer doen dan wat hij aan ruimte krijgt. Is dus
ook beperkt in zijn handelen. En uiteindelijk is hij ook een schepsel die
de knieën zal buigen voor God en zijn tong zal eens van harte belijden
dat Jezus Heer is, tot eer van God de Vader. God is het, die alles bewerkt
in overeenstemming met de raad van Zijn wil.

Woord vandaag

‘De tegenstander was toch degene die het eerst zondigde?’

Jawel. Wanneer we nadenken over de oorsprong van de zonde, dan
komen we daar uit. In de Schrift vinden we een duidelijke aanwijzing
in het boek Job (26:13):

Door Zijn geest verfraaide Hij de hemelen
Zijn hand leed pijn/had geboorteweeën bij de (voort)vluchtige slang

Let daarbij op het verschil tussen geest in de eerste zin en hand in de
tweede. Geest veronderstelt nauwe verbondenheid en hand wijst op
kracht en vakmanschap, maar met de hand houd je iets van je af.

‘En wordt de tegenstander nog vaker zo genoemd?’

In Jesaja 27:1 zien we hem onder hetzelfde beeld van een slang:

In die dag zal Ieue (Ik ben) vergelden met Zijn harde, grote en sterke
zwaard aan de Leviathan, de (voort)vluchtige slang, Hij zal de draak
in de zee slaan.

Dit betreft de komst van de dag van Ieue, dat blijkt uit Jesaja 26:21,
waar onomwonden gesproken wordt over de gerichten die de dag
van Ieue inluiden en in het boek Openbaring beschreven worden.
De tegenstander is de oude slang (Openbaring 12:9), in de eindtijd
wordt hij gezien onder het beeld van een grote rode draak.

‘Ja, dit zijn sterke aanwijzingen dat het dezelfde is als in Job 26:13.’

Dan hebben we zeer sterke teksten die het ontstaan van de satan
weergeven. Daaruit volgt, dat hij als slang, als tegenstander gescha-
pen werd. God miste daarmee Zijn doel niet! Nee, de satan deed
vanaf dat moment niets anders dan tegenstand bieden, zondigen,
et cetera. En zo voldeed hij precies aan dat wat God met hem als
schepsel voorhad en toe bestemde: tegenstand bieden, vernielen.
En zo zijn we beland bij de oorsprong van de zonde en zien dat ook
de satan een schepsel van God is, en daarmee is alles uit God.