26 april 2020
‘Op weg naar kan moeilijk zijn.’
De lange weg die Adam en Eva gingen
na hun zondigen was bezaaid met dis-
tels en doorns, stekeligheden. De zoon
Abel werd smadelijk omgebracht door
broer Kaïn. Dat bracht veel lijden, ver-
driet met zich mee. Abel, zijn naam lijkt
op het woord dat in Prediker met ‘ijdel’,
‘leeg’, ‘vluchtig’ weergegeven is. Zijn le-
ven duurde veel korter dan dat van zijn
ouders of zijn broers.
‘Het leek vruchteloos.’
Dat is ook zo bij de inspanningen van
mensenhanden: vruchteloos. Religie
van Kaïn was, dat hij van zijn eigen in-
spanningen aan Jahweh offerde. Dat
werd niet aangenomen, het was op-
brengst van het land. Bij Abel was het
anders. Die bracht van de eerstgebo-
renen van zijn kleinvee, en van hun
vet, offers aan God. Hij gaf het beste
van de dieren.
‘Dat was wat God wilde.’
Want het was een verwijzing naar die
grote Eerstgeborene. Hij kwam later,
als het Lam van God, dat de zonde van
de wereld wegdraagt (Johannes 1:29).
Hij zou intens lijden, om de wil van Zijn
Vader te doen. En om alles overstijgen-
de heerlijkheid te brengen aan heel de
schepping. Dat zal iedereen veel meer
dan verbaasd doen staan. In Christus
zijn wij deel van de nieuwe schepping!