Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘God zal alles overwinnen.’

Paulus ging rond in een vorm van
triomftocht, ondanks het lijden.
De eindzege staat al vast. Allen!

Zenas de wetgeleerde en Apollos,
zend ze ijverig vooruit opdat hen
niets ontbreekt        Titus 3:13

Zenas is een afkorting, betekent:
geschenk van Zeus (de oppergod
in die dagen). In dienst van God,
de Vader van Jezus Christus. Hij
was jurist, heel nuttig, want Pau-
lus had juridische bijstand soms
hard nodig.

‘Ook Apollos wordt genoemd.’

Is vernoemd naar de Griekse god
Apollo, in de zin van: gegeven
door of horend bij Apollo. Maar
hij hoorde inmiddels bij de ene
ware God, Die alles in Zijn hand
heeft. Hij was een betrouwbaar
medewerker, een leraar. Paulus
plantte, en hij gaf ze voedsel en
water (1 Corinthiërs 3:6). Som-
migen in Korinte zeiden: ‘Ik ben
van Apollos’.

‘Dat gebeurde daar, niet fijn.’

De neiging van Korintiërs was om
achter mensen aan te lopen. Ze
zeiden wellicht: ‘Apollos zegt het
zo duidelijk’, of ‘Paulus vind ik te
moeilijk’. Paulus zei dat het vor-
men van groepjes vleselijk is. Het
lichaam van Christus is één want
allen ontvingen dezelfde geest.
In Efeziërs lees je dat we de een-
heid van de geest zouden bewa-
ren met de band van de vrede.  

‘Goede brief, deze aan Titus.’

We zijn al bijna aan het einde in
deze brief, en lezen nog:

wanneer ik Artemas naar jou toe
zal zenden, of Tychicus, beijver je
naar mij toe te komen in Nicopo-
lis want ik heb besloten daar te
overwinteren           Titus 3:12

Paulus had wel enkele medewer-
kers die de Heer hem gaf. Arte-
mas betekent: gave of geschenk
van Artemis. Eén van de afgoden
van die tijd.

‘Je had een oproer toch?’

Toen Paulus in Efeze was, ja. De-
metrius (Handelingen 19:24-40)
de zilversmid, liet rondom Paulus
flinke commotie ontstaan. Hij
maakte zilveren tempeltjes van
afgod Artemis. Mensen kwamen
tot geloof in de ene ware God via
de prediking van Paulus. Dat gaf  
minder inkomsten, de zilversmid
was boos, hij liet Paulus belagen.

‘God werkte door via Paulus.’

En dat Artemas in het evangelie
bezig was, is wel humor van God
als je de betekenis van die naam
weet. En zo betekent Tychicus: 
gelukskind/bevoorrecht. Ja, dat
ben je als je de gelukkige God, de
Redder van alle mensen, kent. En 
Nicopolis betekent: stad van de
overwinning. Een verwijzing naar 
God, Die alle tegenstand, vijand-
schap en dood overwint door
Zijn geliefde Zoon.

‘Blijven bij de genade.’

We zijn enorm rijk; we lezen met
onderscheid de Schrift. We zijn,
net als Titus, goed geïnstrueerd
door deze brief.

Een sektarisch mens, na een eer-
ste en tweede vermaning, sla hem
af, wetend dat zo iemand zich heeft
afgewend en zondigt, tot zijn eigen
veroordeling.
                               Titus 3:10,11

Specifiek voor Titus (en oudsten)
geldt dit. Zo ga je hiermee om.

‘Is wel ernstig.’

Toch moet dit zo, want sekta-
risch bezig zijn is niet alleen een
werk van het vlees. In 99 van de
100 gevallen zit ook een verkeer-
de geest achter die activiteiten.
De schade die hij of zij kan aan-
richten kan enorm zijn, veel op-
rechte gelovigen zouden erdoor
afgeleid kunnen raken. Met al de
geestelijke schade als gevolg.

‘Het klinkt wel streng.’

We zouden blijven bij de genade
van God. Vrijwel altijd zie je dat
sekten bepaald worden door wet 
of allerlei (zelfgemaakte) regels.
Het evangelie van de voorhuid is
wat leidend zou zijn. In deze tijd
is dat in gemeentes meestal niet
zo. Twee evangeliën worden ver-
mengd en hou je erg weinig over.
Vandaar al de notities in deze
brief en twee aan Timotheüs. 

‘Zijn woorden vertrouw ik.’

Dat is het beste wat je kan doen.
We lezen nog wat in Titus:

Deze dingen zijn uitstekend en
nuttig voor de mensen. Het dwa-
ze vragen stellen, geslachtsregis-
ters, twisten en gevechten over
wettische (dingen) echter, sta
(daarvan) afzijdig want zij zijn
nutteloos en leeg
                             Titus 3:8^b,9

Je bezig houden met Zijn woord,
de genade, barmhartigheid, on-
derschikking, goede werken; dát
is nuttig.

‘Nou, scherpe tegenstellingen.’

Paulus benoemt dat; gelovigen
kunnen ook dwaze vragen stel-
len. Daarvan zou Titus zich afzij-
dig houden. Je niet bezig houden
met allerlei wat uit de wet voort-
komt. Dat leidt in de praktijk tot
twisten en gevechten. Het is leeg
en nutteloos, voorbeelden: het je
houden aan de sabbat (of zon-
dag), dagen, gezette tijden; wat
je wel of niet eet.

‘En genezingen en tongentaal.’

Ook dat leidde tot veel twist, af-
splitsingen en scheuring in kerk
en kring en gemeentes. Al wat in
wezen met het evangelie van de
besnijdenis te maken heeft. Volg
je het evangelie van de voorhuid
(onbesnedenen), dan heb je die 
problemen ook niet. Titus zou er
tegenaan lopen op Kreta. Blijven 
bij de genade van God, het evan-
gelie voor nu, is noodzaak.

‘Heerlijk, die genade van God.’

Betrouwbaar is het woord, en ik
bedoel dat jij deze dingen bena-
drukt, opdat zij die God geloven
ernst maken om in uitstekende
werken voor te gaan.
                                Titus 3:8

De ernstige toon blijft. Het lag de
apostel zwaar op het hart; Titus
zou dat alles doen. Geen makke-
lijke opdracht: benoemen wie de
ware aanwezige oudsten zijn, dit
zou zonder twijfel weerstand op-
roepen.

‘Gods genade hard nodig.’

Nou en of, dat krijgt Titus mee;
Paulus en anderen zouden daar
met ernstig gebed en smeekbe-
de achter staan. Maar ook al de
andere aanwijzingen; liefdevol
naar voren gebracht en Titus zou
de gelovigen aan die dingen her-
inneren. Kern is: onderschikking,
dat lees je door alles heen. Dat is
Gods plan, Hij werkt dat uit.

‘Het woord is betrouwbaar.’

Je leest in Titus:

..die niet liegende God, Hij maakt
echter Zijn woord openbaar (1:2)

het houdend bij het betrouwbare
woord (1:9);

jij echter, spreek wat de gezonde
onderwijzing betaamt (2:1) 

opdat het woord van God niet
gelasterd wordt (2:5);

want de genade van de God is
verschenen: redding aan alle
mensen (2:11).